‘Mannen hebben een grotere geldingsdrang en zijn daardoor sneller geneigd om in hun eentje op een podium te gaan staan.’ Comedian Wim Helsen over dominante mannen, echte vrouwen en de kracht van een goede grap.

‘Ik ben niet de man van het grote overzicht’, waarschuwt hij. ‘En een orakel ben ik al helemaal niet.’ Wim Helsen, die afgelopen week voor de tweede keer de prestigieuze theaterprijs Poelifinario won, is net gearriveerd in het Grand Café van deSingel en kijkt goedkeurend om zich heen. ‘Zouden ze hier ook Wifi hebben?’ vraagt hij. ‘Dan zou dit wel een goede werkplek zijn. Thuis heb ik geen internetaansluiting meer, want dan ben ik te veel met mijn computer bezig.’ En daar heeft hij nu geen tijd voor. Sinds een paar weken staat hij samen met Bruno Vanden Broecke weer in Gij die mij niet ziet, een theaterstuk dat twee seizoenen geleden al in première ging. Dat is weer eens iets anders voor solist Wim Helsen. ‘Met Bruno spelen is meestal een feest, maar de voorstelling met hem maken was dat toch iets minder’, lacht hij. ‘Onder meer omdat ik wou dat het werd wat ík dacht dat het moest zijn. Ik ben niet iemand die altijd zijn zin wil doordrijven, maar als ik iets maak – alleen of met anderen – geloof ik meestal wel dat ik het zelf het best weet.’ Vanaf november gaat Helsen ook weer solo in zijn eigen voorstelling Spijtig spijtig spijtig, die hij op het eind van de rit wel 250 keer zal hebben gespeeld.

Best druk dus allemaal. Toch is de stand-upcomedian niet erg gehaast. Bedachtzaam drinkt hij van zijn tweede koffie verkeerd, en geregeld neemt hij uitgebreid de tijd om over een vraag na te denken. Meer dan eens komt hij dan tot de conclusie dat hij het antwoord helemaal niet weet, dat hij er alleen maar naar kan gissen. Want de wijsheid heeft Helsen naar eigen zeggen niet in pacht. Zeker niet als het over zijn vrouwelijke vakgenoten gaat. ‘Ik kan natuurlijk niet ontkennen dat er vandaag meer mannen met comedy bezig zijn dan vrouwen’, zegt hij. ‘Maar dat komt echt niet doordat vrouwen het niet zouden kunnen. Waarschijnlijk hebben mannen gewoon meer geldingsdrang en zijn ze daardoor sneller geneigd om op een podium de grapjas te gaan uithangen.’

Ook programmamakers klagen dat ze geen gevatte vrouwen vinden die in hun panels willen zitten. Komt dat door het soort grappen dat daar wordt verteld?

Wim Helsen: Gedeeltelijk. Veel heeft ook met de hele context van zo’n programma te maken. (denkt na) Wie ik bijvoorbeeld erg grappig vind, is de actrice Ruth Becquart, die onder andere in Wat als? speelt. Zij is fantastisch. Maar dat betekent nog niet dat ze tot haar recht zou komen in een quiz, want dat is toch meer een mannelijke omgeving. Waarom ga je in zo’n programma zitten? Om je te laten zien natuurlijk. Nu hebben vrouwen die neiging ook wel, maar vaak op een andere manier.

Iets anders is dat veel grappige actrices helemaal geen solistes zijn. Dat geldt voor Ruth Becquart, maar ook voor iemand als Tine Embrechts. Die stellen zich ten dienste van een verhaal dat iemand anders heeft bedacht en ook van de groep waarmee ze samenspelen. Misschien ligt dat veel vrouwen van nature meer dan alleen op een podium staan.

Want daar heb je een grote dosis testosteron voor nodig?

Helsen: Zeker. Wie in zijn eentje op een podium gaat staan, moet de aandacht van het publiek voor zich opeisen en ook vasthouden, want het is natuurlijk niet de bedoeling dat de mensen wegdromen. Dat houdt in dat je de mensen voor een stuk moet domineren. Nu zal je mij niet horen beweren dat vrouwen niet dominant kunnen zijn, maar de drang om te domineren is toch een eerder mannelijke eigenschap. En natuurlijk heeft dat met macht te maken. Macht! (lacht) Dat meen ik echt: als je alleen optreedt en je kunt de aandacht van de mensen vasthouden, heb je macht over hen. Wie daar niet van geniet, begint er eenvoudigweg niet aan.

In Nederland is er dan weer wel een lange traditie van cabaretières, zoals Adèle Bloemendaal, Karin Bloemen…

Helsen: Vergeet Brigitte Kaandorp niet! Sanne Wallis de Vries vind ik ook heel goed, en Katinka Polderman. Die zijn alle drie heel grappig en dat heeft helemaal niets te maken met het feit dat het vrouwen zijn. Weet je wat comedy goed maakt? Er is niet veel gekunstelds aan. Comedy moet dicht aanleunen bij wie je echt bent, want anders werkt het niet. De drie vrouwen die ik net noemde, hebben dat gemeen: ze zijn echt. Verder hebben ze een heel verschillende stijl. Katinka’s humor is nogal traag, Sanne Wallis de Vries is veel theatraler en Brigitte Kaandorp brengt heel droge comedy. Zij bewijzen keer op keer dat het onzin is dat vrouwen het niet zouden kunnen.

Waar wachten Vlaamse vrouwen dan nog op?

Helsen: Ik ben ervan overtuigd dat er een inhaalbeweging komt. Kijk maar naar de rockmuziek: veertig jaar geleden zag je daar ook alleen mannen. En Janis Joplin. Maar ondertussen is er in de rockwereld een evenwicht tussen mannen en vrouwen ontstaan. Dat is vanzelf gegaan en zo zal het ook met comedy gebeuren.

Vóór Wouter Deprez, Alex Agnew en ikzelf begin jaren 2000 begonnen, kenden de mensen hier toch ook alleen Kommil Foo en Geert Hoste? Zodra ze een van ons aan het werk hadden gezien, lieten ze hun vooroordelen varen. ‘Nooit gedacht dat zoiets in Vlaanderen kon’, klonk het dan. Op die manier hebben we samen muur na muur gesloopt en dat zullen onze vrouwelijke collega’s ook wel doen.

Zelf beweren Vlaamse comédiennes weleens dat zij met een heel ander verwachtingspatroon worden geconfronteerd dan hun mannelijke collega’s.

Helsen: Quatsch. Echt waar. Iedereen, man of vrouw, die op een podium gaat staan, wordt geconfronteerd met de verwachtingen van een publiek. Als je in een comedycafé optreedt, weet je dus dat de mensen verwachten dat je hen zal doen lachen. ‘Voor jou is het gemakkelijk, want de mensen kennen je en beginnen al te lachen nog voor je iets hebt gezegd’, zeggen collega’s weleens tegen me. Dat kan misschien wel waar zijn, maar het maakt het er niet automatisch makkelijker op. Ik kan kiezen: ofwel laat ik me door die verwachtingen verlammen, ofwel gebruik ik ze om het publiek nog meer plezier te doen beleven. De kunst is om met de verwachtingen van je publiek te spelen en je er vooral niet door te laten beïnvloeden.

Dat was het eerste wat me opviel aan bijvoorbeeld Lies Lefever: zij is totaal niet bezig met wat de mensen van haar verwachten. Ze brengt gewoon haar liedjes en vindt dat zelf duidelijk heel plezant. Ik kan me niet inbeelden dat iemand in de zaal ondertussen denkt: ‘Amai, daar staat een vrouw te zingen en ze is nog grappig ook.’ Wat niet betekent dat je niet moet gebruiken wat je hebt en bent. Lies is bijvoorbeeld een zwarte, halfblinde vrouw en dat verstopt ze niet. Integendeel, ze gebruikt die dingen om mensen aan het lachen te brengen.

Is er iets van aan dat vrouwen minder kansen krijgen in de comedywereld?

Helsen: Ook onzin. Bij Lies Lefever was bijvoorbeeld van het begin af aan duidelijk dat zij de mensen meekrijgt en het publiek op haar hand heeft. Bij comedy is het eigenlijk simpel: je kunt de mensen doen lachen of je kunt dat niet. Wie de aandacht van een publiek kan vasthouden, heeft succes. Punt. In de muziek is dat veel minder rechtlijnig: er zijn groepen die fantastische muziek maken maar niet gezien of gehoord worden, terwijl andere die veel minder goed zijn wel veel aandacht krijgen.

Nu zijn er ook wel comedians die best grappig zijn en al jarenlang aan de weg timmeren maar toch niet vooruit komen. Soms ligt dat niet aan een gebrek aan talent maar aan hun karakter, aan de manier waarop ze in het leven staan en naar zichzelf kijken. Vaak zijn dat figuren die te veel bezig zijn met netwerken en te weinig met de inhoud van hun werk. En dan worden ze ook nog jaloers en bitter omdat anderen meer en mooiere kansen krijgen.

Bestaat er eigenlijk zoiets als mannelijke en vrouwelijke humor?

Helsen: (denkt na) Ik kan mij daar in elk geval niets bij voorstellen. Al moet ik nu wel spontaan denken aan Green Wing, een BBC-reeks die door vrouwen is geschreven. Onnoemelijk grappig. Het speelt zich af in een ziekenhuis en er zit heel veel neurose in de personages, zowel in de mannen als in de vrouwen. Eigenlijk loopt er maar één normaal personage rond. Voor de rest is iedereen zot. Echt fantastisch. Toen ik te weten kwam dat die reeks door vrouwen is geschreven, klopte dat op de een of andere manier wel.

Volgens uw collega Raf Coppens gedragen mannelijke toeschouwers zich veel boertiger als er geen vrouwen in het publiek zitten. Is dat ook uw ervaring?

Helsen: Zegt hij dat? Zelf heb ik nog nooit voor een publiek van alleen maar mannen of vrouwen opgetreden, en dat trekt me ook niet meteen aan. Van mijn technicus hoor ik hoe partners elkaar tijdens mijn voorstellingen beïnvloeden. Soms heeft de vrouw maanden op voorhand de kaarten al besteld en betaald en moet haar man dus wel mee terwijl hij duidelijk liever thuis was gebleven om naar het voetbal te kijken. Het is best mogelijk dat die man halfweg de voorstelling toch nog overstag gaat, maar als hij nukkig blijft, zie je dat zijn vrouw zich ook inhoudt en er minder van geniet.

Vrouwen zijn makkelijkere toeschouwers?

Helsen: Dat nu ook weer niet. (lacht) Zij zijn weleens geschoffeerd of beledigd omdat ik dingen zeg die ze als vrouwonvriendelijk ervaren. Zit hun man daar dan smakelijk om te lachen, dan riskeert die een elleboogstoot tussen zijn ribben. Al komt het ook voor dat vrouwen nog veel luider om zulke grappen lachen dan de mannen in de zaal.

Waakt u erover om niet al te vrouwonvriendelijk uit de hoek te komen als u een nieuwe voorstelling maakt?

Helsen: Helemaal niet. In Bij mij zijt ge veilig, mijn tweede voorstelling, speelde ik bijvoorbeeld een op macht beluste figuur, die zichzelf tot dictator had uitgeroepen en het publiek terroriseerde. Het was ook zijn diepste overtuiging dat vrouwen onderdrukt moeten worden – dat klopte gewoon met hoe die figuur in elkaar zat. Maar natuurlijk zaten er in het publiek altijd weer mensen die dat niet snapten en me dan achteraf kwamen zeggen dat ze het vrouwonvriendelijk, smerig of gratuit vonden. Terwijl het eigenlijk net het tegenovergestelde was, want ik zette die machtswellusteling natuurlijk te kijk.

Houdt u rekening met dat soort negatieve reacties?

Helsen: Heel af en toe wel. Zo heb ik ooit tijdens de try-outs van een voorstelling een grap verteld waar een verkrachting in voorkwam. Een vrouw heeft mij daar toen over aangesproken. Zij was zelf verkracht – of was het haar dochter? – en ze vertelde me dat ze weer met die pijn werd geconfronteerd als ik dat woord zo achteloos uitsprak. Daar had ik begrip voor, en dus heb ik die grap er uiteindelijk uit gelaten. Een verkrachting is toch wel een van de ergste dingen die iemand kunnen overkomen. Ik heb zelf ook een dochter… (denkt na) Niet dat je per definitie geen grappen over verkrachtingen mag maken, maar je moet er wel een goede reden voor hebben. In mijn voorstellingen hangt alles met alles samen, maar soms zitten er ook grappen in die ik louter voor de lol maak. Zoals die waarin een verkrachting voorkwam. Was die grap wel essentieel geweest voor de voorstelling, dan had ik ze niet weggelaten.

Nemen mannelijke komieken niet al te snel hun toevlucht tot vrouwonvriendelijke grappen om de lachers op hun hand te krijgen?

Helsen: Néé! Dat gebeurt echt niet. Nooit van gehoord. Dat is een verhaaltje. (lacht) Het komt altijd op hetzelfde neer: als het goede grappen zijn, is het best oké.

Humor zou een goed middel zijn om vrouwen te verleiden. Klopt dat?

Helsen: Humor is een goede manier om te verleiden tout court. (denkt na) In de middelbare school kreeg ik eens de opdracht om iets te schrijven over vriendschap, maar ik raakte niet verder dan het idee dat een echte vriend iemand is bij wie je altijd terechtkunt, bij wie je om vier uur ’s nachts kunt aanbellen als dat nodig is. Tegelijkertijd vond ik dat redelijk absurd, want ik had het nog nooit nodig gevonden om midden in de nacht bij iemand aan te bellen. Nog altijd niet trouwens. Maar ik ben toen wel gaan nadenken over wie mijn vrienden waren en ik kwam tot de conclusie dat het stuk voor stuk jongens waren – geen meisjes, want ik zat op een jongensschool – met wie ik kon lachen. Humor is een manier om te verleiden maar ook om samen te zijn, om je met iemand verbonden te voelen, omdat je samen iets deelt. Tot op vandaag zijn mijn vrienden en vriendinnen dan ook allemaal mensen met wie ik plezier kan hebben.

Zou u een relatie kunnen hebben met een vrouw die niet om u kan lachen?

Helsen: Als ze mijn show niet grappig vond, zou ik dat – denk ik toch – niet zo erg vinden. Maar wel als ik haar ook in het gewone leven niet aan het lachen kon brengen. Met je partner moet je toch om dezelfde dingen kunnen lachen? Je hoeft niet alles van elkaar supergrappig te vinden, maar je moet op dat vlak toch wel iets kunnen delen. Dat vind ik wel essentieel.

NAAM: Wim Helsen (45) FUNCTIE: comedian WIM HELSEN SPEELT NOG TOT EIND OKTOBER IN ‘GIJ DIE MIJ NIET ZIET’ (WWW.KVS.BE). MET ‘SPIJTIG SPIJTIG SPIJTIG’ TREKT HIJ NOG HET HELE THEATERSEIZOEN DOOR VLAANDEREN EN NEDERLAND (WWW.WIMHELSEN.BE).

DOOR ANN PEUTEMAN EN HAN RENARD / FOTO’S LIES WILLAERT

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content