De Amerikanen kozen voor verandering. Hoe groot die wordt, kan niemand nu al zeggen.

Het moet gezegd: voor iemand die er net twintig maanden slopende politieke campagne had opzitten, zag Barak Obama er dinsdagnacht in Chicago nog behoorlijk fris uit. Hij hield er zijn overwinningstoespraak voor zijn mensen. Veel zwarte Amerikanen, maar ook blanken. Jonge, maar ook oudere mensen. En vooral veel gewoon volk. In het stedelijke en industriële Amerika werd Obama uiteindelijk toch ook de kandidaat van de bange, blanke arbeider.

Het duurde een tijd voor de koele academicus, die Obama op het eerste gezicht lijkt, Joe Sixpack voor zich won. Daarvoor was nodig dat het besef diep in het Amerikaanse bewustzijn doordrong dat de economische en financiële crisis niet vanzelf zou overgaan, zoals de Republikeinen eerst leken te denken. Tegelijk wou fatsoenlijk Amerika toch niet het risico lopen dat de 72-jarige John McCain onverhoeds zou worden opgevolgd door zijn sociaalconservatieve running mate Sarah Palin. De gouverneur van Alaska leek eerst een troef voor de Republikeinse kandidaat, maar daarna kaapte ze zijn campagne en werd ze een ongeleid projectiel.

Deze verkiezingen hebben geleerd dat huidskleur er voor jonge Amerikanen eigenlijk niet meer toe doet. Dat is een grote overwinning voor mensen die geloven in een multiculturele samenleving. Helaas zijn de jonge kiezers die Barack Obama, de politicus met de allures van een popster, over de streep trokken straks wellicht de eersten die worden ontgoocheld. Hij neemt in januari een zo goed als failliet land over. De Verenigde Staten maken financieel en economisch slagzij. Ze zijn in twee dure oorlogen tegelijk betrokken, en ze verloren onder het desastreuze presidentschap van George W. Bush ook hun waardigheid. De hulpeloze reactie van de Amerikaanse overheid op de ravage die de orkaan Katrina drie jaar geleden in New Orleans aanrichtte, was die van een ontwikkelingsland. Overheidsinstellingen zijn verwaarloosd en ontmoedigd. Met charisma alleen krijgt Obama de Amerikaanse gezondheidszorg niet van de grond.

Bovendien werd ook nu weer duidelijk hoe diep politiek verdeeld de Verenigde Staten zijn. In tegenstelling tot wat de president elect in Chicago zei, bestaat er wel degelijk een Republikeins en een Democratisch Amerika. In de zogenaamde swing states, waar die tweedeling dwars door een staat snijdt, was het verschil tussen winst en verlies vaak niet groter dan enkele tienduizenden stemmen. Het volstaat dat het dubbeltje daar een paar keer anders rolt, en er landt iemand anders in Washington. Omdat een politicus altijd een oog op de volgende campagne houdt, moet Obama straks hoe dan ook met dat Republikeinse Amerika rekening houden. President Obama wordt een andere politicus dan kandidaat Obama.

Er doet zich nu ook iets vreemds voor. In de laatste dagen van de campagne, toen duidelijk werd dat hij zou winnen, vroegen ook mensen die de kandidaat maandenlang hadden gevolgd zich plotseling af waar Barack Obama precies voor staat. Er is in de media breed ingegaan op wie hij is, minder op wat hij denkt. Veel van zijn standpunten zijn nog vaag en weinig concreet. Veertig jaar na de moord op Martin Luther King spelen er straks zwarte kinderen in de kamers van het Witte Huis. Dat is een grote stap vooruit. Obama toonde zich tot nog toe een handige, bedachtzame politieke kameleon. Maar wie de Amerikanen echt tot hun 44e president hebben verkozen, moet eigenlijk nog blijken.

Door Hubert Van Humbeeck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content