Groen!-Europarlementslid Bart Staes luidt de alarmbel over de Vlaamse visserij. ‘Een klein kartel van reders, dat alle macht naar zich toe trekt en zich daarbij bedient van overheidsgeld, dreigt de sector de doodsteek te geven.’ De Europese Commissie voert een onderzoek naar concurrentievervalsing.

Dat het slecht gaat met de Vlaamse visserijsector, is niet nieuw. De Vlaamse vloot is veel te duur en inefficiënt, en moet goeddeels vernieuwd en gediversifieerd worden. Het overgrote deel van de schepen, een stuk of honderd, bestaat uit milieuonvriendelijke boten van het boomkortype, die met netten over de zeebodem schrapen. Die verbruiken niet alleen veel brandstof (vier à vijf liter per kilogram gevangen vis), voor elke duizend kilogram vis vangen ze bovendien ook 800 kilogram kleine zeedieren die dood moeten worden teruggegooid omdat ze niet verkocht kunnen worden. De Europese Commissie wil dat percentage zogeheten ‘bijvangsten’ drukken. Op termijn wil ze bovendien de boomkorschepen verbieden, om zo te komen tot een duurzame visserij.

‘Precies wat Groen! al jaren wil in ons land’, zegt Europarlementslid Bart Staes (Groen!), die het dossier van de Vlaamse visserij opvolgt. ‘Toen ze rond de eeuwwisseling Vlaams minister van Leefmilieu en Landbouw was, plande Vera Dua (Groen!) een Expertisecentrum voor Duurzame Ontwikkeling en Aquacultuur. Maar ze werd de pas afgesneden op het federale niveau, dat de controle over de visserij kennelijk niet uit handen wou geven.’

Staes: ‘Met de steun van Renaat Landuyt en Johan Vande Lanotte (beiden SP.A) richtten enkele grote reders in 2004 de Stichting voor Duurzame Visserijontwikkeling (SDVO) op. Het was de bedoeling dat de stichting reders met geldproblemen zou begeleiden bij de overschakeling naar duurzame visserij, onder meer door te besparen op het brandstofverbruik. Maar in werkelijkheid heeft de SDVO zich ontwikkeld tot een gesloten clubje van zakenlui die handelen uit eigenbelang, en die de macht over de sector in handen willen houden.’

‘SDVO publiceert geen jaarverslagen en weigert om aan welke politicus ook verantwoording af te leggen. Haar werking is totaal niet transparant. Nochtans draait de stichting op gemeenschapsgeld’, aldus Staes. Dankzij intens lobbywerk van de Knokse advocaat André Vanquathem – geen onbekende in de visserijsector – kreeg de SDVO een gedeeltelijke vrijstelling van bedrijfsvoorheffing. Dat kon alleen na een toestemming van de Europese Commissie aan ons land. Sindsdien krijgt de stichting jaarlijks 2 miljoen euro. Met dat geld hoort ze de sector te begeleiden bij de omschakeling naar duurzame visserij. Maar uit een document blijkt dat ze bijna de helft van haar vermogen – 3,7 miljoen euro van in totaal 7,8 miljoen euro eigen vermogen – aanwendt voor beleggingen.’

Afgelopen zomer bracht de SDVO een nieuwe mossel op de markt, en ontketende daarmee een mosseloorlog. Het was een proef om aan te tonen hoe je de industriële kweek van mosselen in korte tijd rendabel kan maken, aldus de SDVO.

BART STAES: Dat klopt. De SDVO slaagde daarin, en ze commercialiseerde het project. Ze zette daartoe zelfs een aparte coöperatieve vennootschap op, Schelpdier en Vis. Maar dat is haar taak niet. De stichting moet andere vissers bijstaan bij de ontwikkeling van duurzame visserij. Met het mosselproject deed ze aan pure marktverstoring. Ze weigerde steun aan concurrerende mosselkwekers. Bovendien houdt de SDVO de resultaten van haar onderzoek in de Noordzee geheim. Proeven die een stichting met overheidsgeld uitvoert, moet ze openbaar maken.

Voor de handelsrechtbank van Oostende loopt een klacht wegens concurrentievervalsing.

STAES: Die klacht is ingediend door de concurrerende mosselkwekers, Willy Versluys en José Reynaert, omdat ze meenden dat er handelswetten overtreden waren. Op 12 december komt de zaak voor. Versluys en Reynaert hebben ook bij de Europese Commissie een klacht ingediend wegens concurrentievervalsing. De Commissie neemt de zaak bijzonder ernstig, omdat SDVO in december 2007 nog ruim 300.000 euro Europese subsidies gekregen heeft voor het mosselproject, en dat terwijl de SDVO de regels niet heeft nageleefd. Volgens de voorwaarden die de Commissie haar in 2004 (bij de toekenning van de vrijstelling van bedrijfsvoorheffing, nvdr) oplegde, mag ze namelijk geen langlopende commerciële activiteiten uitvoeren die ook vervuld kunnen worden door privéondernemingen.

Hoe reageert Vlaams minister van Landbouw en Visserij Kris Peeters (CD&V) hierop?

STAES: Ook hij blijkt weinig greep te hebben op de gang van de zaken binnen het viskartel. Vera Dua heeft hem al meermaals ondervraagd over de zaak, en hij zou ze onderzoeken. Tot dusver heeft hij dat nog niet gedaan. Hij verwees alleen naar de brochures van de stichting om hun activiteiten toe te lichten.

Peeters staat met zijn onmacht niet alleen. Ook Yves Leterme (CD&V) had destijds, als minister van Landbouw en Visserij, al niets te zeggen over de SDVO. Peeters zit zwaar verveeld met het dossier, maar hij beschikt niet over de middelen of de politieke wil om de regeling stop te zetten en een nieuwe stichting op te richten.

Wat is de invloed van Renaat Landuyt en Johan Vande Lanotte, die de stichting mee hebben opgezet? Welke rol spelen zij in haar verdere werking?

STAES: Als voormalig minister van de Noordzee en als huidige baas van het Oostendse Havenbedrijf draagt Vande Lanotte een speciale verantwoordelijkheid. Bovendien past zijn rol, net als die van Landuyt, binnen een soort machtsdenken waarbij men de mensen van de eigen club alles in handen laat houden. Ze hebben er hun eigen mannetjes geplaatst. SP.A-politica Kathy Plasman heeft zitting in de raad van bestuur van de SDVO. En vakbondsman Ivan Victor van het ABVV is nog steeds de ongenaakbare voorzitter van de stichting.

Gaat u iets ondernemen tegen de stichting?

STAES: Samen met Vera Dua vraag ik een financiële audit van de SDVO. Ik verwacht ook een gedetailleerde uiteenzetting van de aanbesteding van het geld. Voorts hoop ik dat er op termijn een nieuw initiatief wordt opgericht om de duurzame ontwikkeling van de Vlaamse visserij echt te bevorderen, maar dan één die in handen is van de overheid, en niet van een vzw of een of andere gesloten club zoals de Rederscentrale (een koepel van grote Vlaamse reders, nvdr). Elke nieuwe constructie moet door het parlement gecontroleerd kunnen worden, en door de bevoegde ministers aangestuurd. Ze moet het algemene belang ten goede komen, en niet dat van een kleine groep mensen.

Ondertussen gaat het bergaf met de Vlaamse visserij. Nederlanders liggen op de loer om Vlaamse schepen in moeilijkheden over te nemen.

STAES: Die evolutie is al jaren aan de gang. Vaak gaat het om Nederlanders die zich in ons land vestigen via brievenbusmaatschappijen. Anders dan de Belgen zijn de Nederlanders wel begonnen met de ombouw van vervuilende schepen. Vlaanderen denkt nog te veel op korte termijn. Bovendien krijgen Vlaamse reders die hun schepen willen laten ombouwen of nieuwe visserijtechnieken willen uitproberen amper steun. De SDVO verleent wel steun voor de reconversie, maar dan alleen aan schippers uit de eigen kringen. Het is hoog tijd om het viskartel aan te pakken.

DOOR INGRID VAN DAELE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content