In het Amerikaanse Shepherdstown onderhandelen Israëli’s en Syriërs over vrede. De tijd is ‘rijper dan ooit’ voor een verdrag, zeggen de waarnemers.

Drieëndertig jaar lang was het bijna een ritus waaraan de bezoeker maar zelden ontkwam. Diplomaten, journalisten, zakenlieden, joodse groepen uit de diaspora, christenen van pro-Israëlische signatuur en bezoekende politici, allen werden vroeg of laat afgevoerd in ronkende bussen voor een dagtrip naar de Golan. De uitstapplaatsen waren zorgvuldig uitgekiend. Een monument met enkele gestrande tanks uit de Jom Kippoer-oorlog waarbij de gids beeldend kon vertellen over de Syrische verrassingsaanval uit 1973. De waterbronnen zonder welke Israël maar moeilijk leven kan. Een uitzichtpunt aan de oostzijde van het meer van Tiberias vanaf waar landerijen en steden tot diep in het hart van Israël met raketten eenvoudig kunnen worden beschoten. Een bergtop in het noorden waar met het blote oog Syrië tot aan de hoofdstad Damascus kan worden overzien, en waar soldaten schertsend pochen dat ze met hun geavanceerde kijkers over de schouder van president Assad iedere ochtend mee kunnen lezen in diens krant.

De boodschap mocht duidelijk zijn: Israël zou welhaast mentaal incapabel moeten zijn om de Golan ooit op te willen geven. En wie zich na een busrit van vele uren nog steeds niet geheel had laten overtuigen, werd meegetroond naar de door de heuvels ingekapselde wijnmakerij waar ’s lands enige goed drinkbare alcohol wordt geproduceerd.

Maar terwijl de kreet “wij verlaten de Golan niet” nog steeds op bumpers over de autowegen zoeft, lijkt de realiteit van het verleden langzaamaan te worden ingehaald door de actualiteit van het heden. Na maanden van Israëlische ouvertures in de richting van Damascus en met behulp van nijver op en neer pendelende Amerikaanse en Europese boodschappers, onderhandelen Syrische en Israëlische teams in Shepherdstown opeens op een serieuzer niveau dan ooit tevoren over vrede en wederzijdse concessies. De sfeer is geenszins warm; handen worden niet geschud, toespraken bevatten weinig verzoenende woorden, diners worden afgelast, en Bill Clinton wordt geregeld weggeroepen uit Washington om de gesprekken weer in juiste banen te leiden.

Dat mag het doen van zaken echter allerminst verhinderen. Alle dwarsliggerijen ten spijt lijkt de tijd, aldus waarnemers, nu “rijper dan ooit” voor een verdrag waarvan de tekst in feite al geschreven is.

MILITAIRE VESTING

Al tientallen jaren is het bezit van de Golan-hoogvlakte een van de meest heikele punten in de relatie tussen Israël en zijn Arabische buurlanden. Wie de strategische bergbuffer bezit, kan alle activiteiten in de omringende staten scherp in de gaten houden en gelijktijdig de eigen handelingen en woonoorden probleemloos aan het vijandelijk zicht onttrekken. Oprukkende legers kunnen van een afstand en ruim op tijd onschadelijk worden gemaakt, terwijl ook de hoofdstad van de ander zonder al te veel moeite kan worden ingenomen of met wapens kan worden bestookt.

Zo veranderde Syrië, dat de hoogvlakte vanaf de Franse mandaatstijd bezat, het achtergebleven gebied na de Israëlische Onafhankelijkheidsoorlog van 1947-1948 in een militaire vesting en gebruikte het de heuvels om artillerievuur af te schieten op Israëlische steden, landbouwnederzettingen en vervoersmiddelen. Israël op zijn beurt zou volgens historici een deel van deze incidenten in de jaren zestig moedwillig hebben uitgelokt om zo de preventieve aanvalsoorlog van 1967 te kunnen rechtvaardigen waarmee het land de Golan op Syrië, de Sinai-woestijn op Egypte en de Westelijke Jordaanoever op Jordanië wist te verkrijgen. In 1973 wisten Syrië en Egypte vervolgens het overmoedig geworden Israël volledig te verrassen door op Jom Kippoer, de joodse vastendag, het die dag slecht bewaakte land van beide zijden aan te vallen – en bijna de zes jaar eerder verloren grondgebieden weer terug te winnen.

Die oorlog, en de herinnering aan de beschietingen in de eerste twee levensdecennia van de staat, is voor veel Israëli’s nog steeds het belangrijkste bewijs dat zonder de Golan het hele land zal zijn overgeleverd aan de wil en de wispelturigheid van een dictator die in hun ogen nooit de joodse staat als buurland accepteren zal.

Onzin, zegt Syrië-expert professor Moshe Ma’oz van de Hebreeuwse Universiteit in Jeruzalem. Neem het strategische belang van de Golan. “Lange-afstands raketten”, riposteert Ma’oz. Israël heeft dezer dagen echt geen hoogvlakte meer nodig om Syrië op een afstand te houden. En vice versa: had Syrië het pesten niet kunnen laten, dan stond niets het land de afgelopen jaren in de weg om wapens over de heuvels heen richting Tiberias te lanceren. “Syrië heeft het bestaan van Israël reeds jaren geleden geaccepteerd en is er allang niet meer op uit om Israël te vernietigen.”

Of neem water. “Onderlinge afhankelijkheid”, antwoordt Ma’oz. Toegegeven: Israël zal er in de toekomst wellicht op moeten vertrouwen dat Syrië geen dammen legt die de waterstroom naar de Jordaan en het Meer van Tiberias blokkeren. Maar Syrië zelf tapt water af uit de Yarmuk-rivier en importeert veel van het felbegeerde vocht uit Turkije; en daar kan Israël zonder al te veel moeite zo een eigen arsenaal aan stokjes voor steken.

“Mensen die op dergelijke emotionele wijze redeneren, die spreken alsof Israël nog steeds een klein en geïsoleerd landje is dat vecht voor zijn voortbestaan, zijn blijven steken in de jaren vijftig en zestig. Hun argumenten zijn strategisch gewoonweg niet te onderbouwen. Israël, met al zijn wapens en met de beste luchtmacht van de regio, is minstens honderd keer sterker dan Syrië. Het is juist Syrië dat bang is voor ons en dat zich door de Golan tegen Israël hoopt te kunnen beschermen.” En Ma’oz herinnert aan 1982, toen Israël zonder enige provocatie de Syrische troepen in Libanon aanviel, en aan alle keren dat het Israëlische leger de buurtroepen in tijden van oorlog genadeloos in de pan wist te hakken.

KOUDE VREDE

Voor Israël is de eventuele teruggave van de Golan vooral een middel om land te ruilen voor normalisatie. Zelfs een ‘koude vrede’ kan de markten van de Oriënt – Saudi-Arabië, Koeweit – openstellen voor de nu nog geboycotte Israëlische handelswaar en het toerisme in de regio bevorderen. Bovendien is een succesvolle terugtrekking van de Israëlische troepen uit het militaire moeras Zuid-Libanon vrijwel onmogelijk zonder de medewerking van Syrië, dat immers samen met Iran de Hezbollah-beweging steunt.

Voor Syrië lijkt het terugkrijgen van de bergketen echter bijna van levensbelang. Voor de steeds fragieler ogende president Assad maakt de teruggave van het glooiende heuvellandschap alle verschil voor de wijze waarop diens politieke erfenis straks geschreven wordt. Ook zou een overeenkomst met de joodse staat de machtsoverdracht naar Assads zoon Bashar soepeler kunnen laten verlopen; vooral nu president Clinton volgens The Jerusalem Report zou hebben beloofd junior te helpen als senior naar de onderhandelingstafel kwam.

Maar nog meer dan aan dynastieke waarborgen heeft Syrië behoefte aan harde dollars. Het land is sinds de val van de Sovjet-Unie vleugellam en failliet. Zijn drie onderzeeboten liggen te roesten in de haven, ’s lands graanschuren zijn leeg, het wapenmaterieel is archaïsch en qua technologische ontwikkeling doet Syrië weinig onder voor een derde wereldland. En terwijl een rondje Rusland Assad enkele maanden geleden geen roebel opbracht, beloven de VS het land financiële hulp, een paar wapens en schrapping van de lijst van landen die het terrorisme steunen. Kortom: in ruil voor een handtekening wordt het land weer enigszins opgestuwd in de vaart de volkeren.

Terwijl de Israëlische en de Syrische teams in de VS hard tegen hard onderhandelen, probeert de regering-Barak de pil van de teruggave zoeter te laten smaken met fraaie toekomstbeelden. De premier, die in zijn verkiezingscampagne beloofde ieder vredesverdrag aan een bindend referendum te onderwerpen, spreekt van een verkorting van de driejarige dienstplicht en afschaffing van de jaarlijkse herhalingstraining. Ook probeert hij de rechterflank van de binnenlandse politiek voor zich te winnen door te zwaaien met een document dat stelt dat ook Benjamin Netanyahu, de vorige minister-president, in geheime gesprekken met Syrië al een volledige terugtrekking uit de hoogvlakte zou hebben beloofd.

TOERISTENPARADIJS

Gelijktijdig wordt geprobeerd de pijnlijke grenskwestie, de verwachte bottleneck van de onderhandelingen, enigszins in het voordeel van Israël te regelen. Syrië wil terug naar de grens van 1967 (die door het Meer van Tiberias liep), Israël rept van de demarcatielijnen van 1923: een verschil van hier en daar slechts enkele kilometer, maar dat wel meer kostbaar water binnen de nieuwe landslijnen houdt. En aan de oostzijde van het meer wil Israël de buren dan nog enigszins op afstand houden door daar een belastingvrij toeristenparadijs en een internationaal industrieterrein op te zetten; twee zaken waarvan Syrië economisch mee kan profiteren, mits de grens maar wat dieper in de heuvels komt te liggen. Bovendien kwam het Joods Nationaal Fonds vorige week opeens met eigendomspapieren aanzetten voor landgoederen rondom Damascus; een ruilmiddel waarmee de onderhandelaars in Shepherdstown mogelijk nog een deel van de Golan voor het nageslacht kunnen behouden.

Maar de 15.000 Israëlische bewoners van de hoogvlakte tonen zich weinig geroerd door al deze goede bedoelingen. Pro-Golan-spandoeken sieren niet alleen de heuveltoppen in het noorden, maar ook flats en pleinen in de steden in het midden van het land. Kruispunten worden bevolkt door activisten die wachtende automobilisten pamfletten en stickers overhandigen. Busladingen demonstranten worden met enige regelmaat aangevoerd voor massa-demonstraties in Jeruzalem en Tel Aviv.

En opmerkelijk genoeg lijken de tegenstanders van een (volledige) teruggave plots in stilte te worden bijgevallen door segmenten van de 15.000 koppige Syrisch-Druzische bevolking van de Golan. Door de jaren heen klopten de Druzische harten altijd voor het moederland. Nu puntje echter paaltje nadert, lijkt een deel toch het leven in een democratisch, welvarend en technologisch ontwikkeld land als Israël te prefereren boven dat in het geliefde Syrië.

Jetteke van Wijk

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content