Hongarije is het nieuwe Benidorm

Een volstrekt onbegrijpelijke taal, een grijs communistisch verleden en Viktor Orban als premier: Hongarije heeft niet meteen het imago van een paradijselijk oord. En toch trekken steeds meer Belgen naar het land der Magyaren. Wat hopen ze daar te vinden?

In 2011 waren 463 Belgen ingeschreven bij de Belgische ambassade in Hongarije. In 2015 was dat aantal bijna verdubbeld. Met hoeveel ze exact zijn is onbekend, want Belgen die in het buitenland wonen, zijn niet verplicht zich bij een ambassade aan te melden. Wel betaalt ons land steeds meer pensioenen aan Belgen in Hongarije en Facebookgroepen waar Belgen ervaringen uitwisselen worden steeds drukker bezocht.

De Hongaarse makelaar van Nederlandse origine Evert Brons kijkt daar niet van op. ‘Er zijn goede redenen om naar Hongarije te verhuizen. Gepensioneerden en invaliden betalen hier geen belastingen. Met uitzondering van de ambtenarenpensioenen geldt dat ook voor buitenlanders die hier ingeschreven zijn en het grootste deel van het jaar wonen. Dat scheelt natuurlijk een slok op de borrel. Iemand die een pensioen van 900 euro krijgt, kan daar in België nauwelijks mee rondkomen, zeker als hij nog huishuur en vaste kosten moet betalen. Dan maken enkele honderden extra euro’s een groot verschil. Bovendien is de levensduurte in Hongarije veel lager: op restaurant gaan kost een schijntje. Dat kan het verschil maken tussen leven en overleven. Ook het klimaat is hier een stuk aangenamer.’

Hongarije worstelt met een uitgesproken negatief imago sinds Viktor Orban er premier werd. Volgens critici is het land een halve dictatuur die weinig op heeft met vluchtelingen, Romazigeuners en inmengingen van andere EU-lidstaten. Hongaarse Belgen en Nederlanders draaien doorgaans om de hete brij heen, of zingen juist uitbundig de lof van de Hongaarse regering. ‘Die Orbanfans irriteren mij, vooral als ze ronduit racistische toogpraat verkopen’, horen we van een in Hongarije wonende Belg die liever anoniem blijft. ‘Maar het stoort mij evengoed dat dit land afgeschilderd wordt als xenofoob en wreed. Er zijn net als in België ontzettend veel burgers die vluchtelingen helpen en niet akkoord gaan met het beleid van Orban. De berichtgeving over Hongarije laat enorm te wensen over. Geen wonder dat mijn familie in België ervan overtuigd is dat ik in een achterlijk land woon.’

Dat het imago van Hongarije in België niet bepaald overeenstemt met de werkelijkheid, ondervond Marleen (51) die zes jaar geleden met haar echtgenoot Jef naar Tiszazentimre verhuisde, een dorp op ongeveer 40 kilometer van Debrecen. ‘Veel mensen dachten dat we in de brousse woonden. Sommigen leken verbaasd dat je hier ook internet hebt en dat je je inkopen gewoon in het grootwarenhuis kan doen. De beschaving is hier allang doorgedrongen, hoor: er is zelfs een Lidl (lacht). De ziekenhuizen zijn bijna even goed als die in België. En gratis, zolang je niet naar een privé-ziekenhuis gaat. Zowel Jef als ik hebben hier al een ingreep ondergaan.’

Te koop

De Hongaarse vastgoedmarkt kent woelige tijden. Op heel wat Hongaarse huizen zie je plaatjes en affiches met ‘elado‘ op, Hongaars voor ’te koop’. Vaak staan huizen jarenlang op de markt. De financiële crisis van 2008 heeft een zware tol geëist. De meeste hypotheken in Hongarije werden afgesloten in buitenlandse valuta, doorgaans in Zwitserse franken. Zo kwamen veel gezinnen in financiële moeilijkheden door de waardevermindering van de Hongaarse munt eind 2008, omdat ze hun hypotheek niet meer konden betalen.

Toch is die crisis niet de reden waarom er nu nog altijd zoveel huizen te koop staan. Zeven jaar geleden waren de afbetalingsproblemen acuut, maar ondertussen heeft de flamboyante premier Viktor Orban de banken verplicht om een deel van het financieel verlies op zich te nemen. Op het platteland zorgt vooral de vergrijzing en ontvolking voor leegstand. Door de hoge werkloosheid trekken jongeren weg naar de stad, vooral naar Boedapest. En zelfs als ze in kleinere centra in de buurt werk vinden, is het niet evident om in een klein dorp te blijven wonen. Als het woon-werkverkeer niet met de fiets of het openbaar vervoer kan, wordt het snel een dure zaak. Benzine kost in Hongarije ongeveer evenveel als bij ons, maar het gemiddelde loon ligt bijna vier keer lager. Daardoor liggen de huisprijzen op het Hongaarse platteland erg laag. Interessant voor wie een huisje in een rustig plattelandsdorp zoekt.

Voor een Hongaarse variant van de jaarlijkse belasting op het kadastraal inkomen moet u het alvast niet laten. In Hongarije betaal je één keer belastingen bij aankoop, en daar blijft het bij. Zeker voor Belgen en Nederlanders is zo’n huis een buitenkansje. ‘Je staat er versteld van hoe laag de prijzen hier zijn’, knikt Brons. ‘Huizen in een EU-land die minder kosten dan een auto: daar investeren Belgen natuurlijk graag in. Als Hongarije binnen afzienbare tijd de euro invoert, gaat die waarde zeker stijgen. En ondertussen geniet je maar mooi van je vakantiehuis.’ Sommige landgenoten willen zelfs definitief naar Hongarije vertrekken. ‘Met de opbrengst van de verkoop van een bescheiden huis in België kun je hier gemakkelijk een groot huis kopen met een mooie tuin. En je houdt nog geld over om het te verbouwen.’

Het was die bedenking die Marleen en Jef over de streep trok. ‘Ooit gingen we een dorp verder op vakantie in een bed and breakfast die gerund werd door Belgen’, vertelt Marleen. ‘De natuur en de rust bevielen ons enorm. Eigenlijk waren we in België op zoek naar een huis op het platteland met een groot stuk grond, maar dat was onbetaalbaar. Na een tweede vakantie hebben we de knoop snel doorgehakt. Het was aanvankelijk aanpassen’, geeft Marleen toe. ‘Het kostte mij moeite om mijn werk in België achter te laten, maar uiteindelijk wist ik dat ik hier niet de hele dag met mijn vingers zou zitten draaien. Ik ben hier nu bijna zes jaar, en ik voel me hier goed geïntegreerd.’

Hobby gezocht

Een van de voornaamste barrières om in Hongarije een leven op te bouwen is de taal. Hongaars is geen Indo-Europese taal en vertoont nauwelijks overeenkomsten met andere Europese talen, en al helemaal niet met het Nederlands, Frans of Engels. En hoewel je je in Boedapest meestal uit de slag kunt trekken met Engels of Duits, is de talenkennis op het platteland bijzonder beperkt. ‘Ik ben meteen Hongaars beginnen te leren’, vertelt Marleen. ‘De eerste twee jaar was ik daar ten minste twee uur per dag mee bezig. En twee keer in de week kwam Adam, een Hongaar uit de buurt die graag Nederlands wil leren. Verder gaf ik een keer per week Engelse les aan Hongaren. Ik heb net het hoogste niveau afgerond aan de zomeruniversiteit van Debrecen. Vandaag geef ik Hongaarse les aan Belgen en Nederlanders die hier komen wonen. Sommigen blijven, anderen keren terug. Niet iedereen heeft realistische verwachtingen.’

‘Definitief naar Hongarije verhuizen is een moeilijke stap’, beaamt Brons. ‘Ik ga er altijd van uit dat die mensen minstens een jaar hulp nodig hebben. Van het drukke België of Nederland naar de rust hier: dat is afkicken. De eerste maand is iedereen heel gelukkig, maar na verloop van tijd begint het soms door te wegen dat ze nergens Nederlands kunnen praten. Vaak probeer ik emigranten in contact te brengen met andere Belgen of Nederlanders die hier wonen, maar dat klikt niet altijd.’ Bovendien eist de nieuwe levensstijl geregeld zijn tol. ‘Vaak zijn het mensen die het voordien ontzettend druk hadden, en nu plots voortdurend bij elkaar zijn en niet noodzakelijk iets te doen hebben. Dat zorgt voor spanningen.’

Dat probleem hebben Alain (47) en Brenda (48) alvast niet. ‘We hebben altijd goed samengewerkt in onze horecazaak in België’, zegt Brenda. ‘Ik ben niet bang voor ruzies en spanningen. Maar de lange winteravonden, daar moet ik nog iets op vinden.’ Samen met hun zoon Jurgen overwinteren Brenda en Alain voor het eerst in Újszentgyörgy, een onooglijk dorpje op het Hongaarse platteland. ‘Tot nu toe waren we vaak tot ’s avonds bezig met klussen in huis. Nu alles ongeveer klaar is, weten we niet goed meer wat doen. We hebben wel TV Vlaanderen (digitale satelliettelevisie, nvdr.) en internet, maar toch. Misschien moet ik eens binnenspringen in een hobbywinkel.’

Ook zij werden na een bezoek aan Hongarije helemaal verliefd op het land. Op bezoek bij een vriend die eerder naar Hongarije was verkast, merkten Alain en Brenda de vele Elado-bordjes in de dorpen. ‘We hebben het huis op voorhand zelfs nooit gezien,’ grinnikt Alain. ‘Wat kan er misgaan als je een bouwgrond koopt voor 3540 euro? Ze besloten het huis te slopen om een nieuw te bouwen, kochten een tweede huis en trokken daar voorlopig in. Het gezin wil een nieuw leven beginnen, weg van de stress en de drukte. ‘In België tellen enkel je portefeuille en je horloge. Hier is de mentaliteit helemaal anders. Als de buurvrouw ’s zomers te veel aardbeien of sla heeft, deelt ze die uit. In Hongarije is het net zoals in België 50 jaar geleden. Mensen helpen elkaar als dat nodig is, zelfs al verstaan we mekaar niet altijd goed.’

Zo lijkt Hongarije voor veel Belgen een tweede thuis te worden. Keren ze ooit naar België terug? ‘Ik denk het niet’, zegt Marleen. ‘Af en toe komen we op bezoek in België, maar Hongarije is onze nieuwe thuis. Op marktdag gaan we wel eens iets drinken met de andere Belgen uit de buurt, maar we hebben toch vooral contact met Hongaren. In het dorp kennen ze ons al goed. Dat merkten we vorig jaar, toen onze hond was weggelopen. Toen heeft het hele dorp dagenlang geholpen om hem terug te vinden. Dat heeft me echt geraakt.’ Ook Jef ziet zichzelf niet meer terugkeren naar Vlaanderen. ‘Zelfs als ik ooit te oud word om de tuin zelf te onderhouden, blijven we hier. Als we het hier niet meer trekken, verhuizen we naar Boedapest voor onze oude dag.’

DOOR ARIANE DE BORGER

‘Mijn Belgische familie denkt dat ik in een achterlijk land leef.’

‘In Hongarije is het net zoals in België 50 jaar geleden.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content