Documenten uit nooit gepubliceerde archieven bewijzen dat Zwitserland niet vreselijk neutraal was in de nazi-tijd.

Onmiddellijk na het einde van de Tweede Wereldoorlog begonnen de geallieerden een grootscheeps onderzoek naar de oorlogsschade die de Europese landen door de Duitse inval hadden geleden. Een speciale dienst werd daartoe aan het werk gezet. De lijsten van verdwenen kunstwerken, van geroofd geld en in beslag genomen eigendommen verdwenen in archieven, tot medewerkers van het World Jewish Congress, de Amerikaanse senaat en historici die gegevens gingen samenbrengen. Maar zonder de Zwitserse archieven is de zaak niet volledig.

Tussen 1936 en 1946, gedurende een zware economische crisis en een wereldoorlog, namen de bedragen op Zwitserse bankrekeningen met 35 procent toe. Voor de Zwitserse banken is dat verklaarbaar. Voor zover ze weten, gaat het helemaal niet om nazi-geld of deposito’s van joodse families. Georg Krayer, voorzitter van de Zwitserse Vereniging van Banken (SBV), wijst er in een interview in het Amerikaanse weekblad Newsweek op dat de oorlog verhinderde dat mensen veel geld uitgaven en dat de angst voor werkloosheid aan het sparen zette. Volgens hem komt de 35 procent stijging van de Zwitserse burgers zelf die ijverig spaarden.

Wat uit documenten blijkt, is wel een ander verhaal.

GOUD.

Een geheim rapport van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken vatte de zaken zo samen : ?Zwitserland was een veilige haven voor vluchtelingen en voor kapitaal van de asmogendheden.? Een ander verslag stelt dat de bank ? Crédit Suisse in minstens 37 van de gevallen verkeerde inlichtingen gaf over de eigenaars van depositorekeningen.?

Zwitserland kocht en verkocht goud in opdracht van de Duitse Reichsbank. In oorlogsrapporten staat zelfs dat dankzij dat goud de Zwitserse frank zeer hoog gewaardeerd bleef. Inderdaad, de koers van die frank steeg van iets minder dan 600 Belgische frank voor de oorlog naar bijna 1.013 frank in en na de oorlog.

Alles bijeen wordt becijferd dat de verkochte goudvoorraad tien keer de Duitse voorraad bedroeg. Dat in de door de nazi’s ?overgenomen landen? (Oostenrijk, Sudeten-Duitsland in Tsjechoslovakije en een deel van Polen) negen keer meer goud lag dan de Reichsbank voor 1938 in reserve had, lijkt zéér onwaarschijnlijk.

Bovendien zijn er voldoende bewijzen dat de nazi’s in de oorlog goud uit Nederland en België meenamen, inclusief het goud in het bezit van in die landen wonende joden. Later voegde nazi-Duitsland daar het goud (en zilver) aan toe van in beslag genomen joodse eigendommen en het goud van juwelen en tanden geroofd van slachtoffers van vernietigingskampen.

Nog tijdens de oorlog oefenden de geallieerden druk uit op Zwitserland. Het goud moest ?verklaard? worden. Dus smolt de Reichsbank alles om en zette er vooroorlogse stempels op. Zwitserland zelf sloeg munten van dat goud, zodat de herkomst niet meer vast te stellen viel.

Uit België roofden de nazi’s ook alle afgewerkte diamanten van de ongeveer 1.200 diamantslijperijen. Die werden via Zwitserland en Spanje verkocht.

Uit Frankrijk verdwenen de aandelen die in Britse bankfilialen in Parijs waren gedeponeerd. Ze werden door Zwitserse banken verzilverd. Uit Nederland verdwenen, behalve het goud van de joden, ook aandelen van Royal Dutch Shell. Volgens een vertrouwelijk document van het Amerikaanse consulaat in Bern werden die in 1944 door Zwitserse bankiers verhandeld.

In datzelfde jaar opende rijksmaarschalk Hermann Göring een tiental rekeningen onder andere namen. Alles bijeen bracht hij 16 miljoen Reichsmark naar Zwitserland. De Duitse Abwehr (contraspionage) zette in Zwitserland zo’n 42 miljoen Zwitserse frank vast en kreeg daar via vertrouwensmannen visa en paspoorten uitgereikt.

WISSELKOERSEN.

Het is moeilijk de waarde van munten voor, tijdens en na de oorlog vast te stellen. De deviezenkoersen tijdens de oorlog staan niet vast, ook al omdat veel munten gewoon niet inwisselbaar werden verklaard. Na de Tweede Wereldoorlog voerden veel landen een of andere vorm van muntsanering door. Maar ruwweg : in september 1944 was één dollar gelijk aan 47 Belgische frank. Eén Zwitserse frank was gelijk aan 1.012 Belgische frank. Voor de Reichsmark en zeker de naoorlogse mark is geen waarde vast te stellen. Die wisselkoersen kunnen gelden tot het begin van de jaren vijftig.

Crédit Suisse : altijd binnen de wet gebleven.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content