Hoeveel weet u over beleggen?

© Getty Images/EyeEm

Het lexicon van de belegger verpakt in een simpele invuloefening. Test uw kennis. De oplossingen vindt u op de volgende pagina.

A

1. aandeel

Bewijs van deelneming in………van een onderneming.

2. AEX-index

De door Euronext berekende en onderhouden graadmeter van de lokale ……… effectenmarkt.

3………

Beweeglijkheid van de aandelenkoers die alleen kan worden verklaard door bedrijfsspecifieke factoren en niet door de algemene marktschommelingen.

4. anticipatieve heffing

Belasting die wordt geheven op een pensioenspaarrekening. Die heffing is meestal verschuldigd op het ogenblik dat de pensioenspaarder……… jaar is geworden.

5. assetallocatie

Wijze waarop de portefeuille wordt belegd. Synoniem: ………

6. Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten

Belgische toezichthouder op de financiële sector en de financiële diensten. Afkorting: ………

B

7. bear market

Markt waarin de koersen ……… en waarvan wordt verwacht dat zij verder zullen ………

8. Beige Book

Informatie die ……… publiceert over het verloop van de economie in de verschillende staten.

9. BEL 20-index

Oorspronkelijk was de BEL 20-index de beursindex van de 20 belangrijkste Belgische aandelen. Sedert 1 maart 2005 is de BEL 20-index samengesteld uit een variabel aantal aandelen om voldoende liquiditeit te waarborgen. Naast de al bestaande BEL 20-index zijn dan ook de nieuwe indices ………en ……… gelanceerd.

10. beleggingsverzekering (tak 23)

Levensverzekering waarvan de premies in een of meerdere beleggingsfondsen worden belegd, zonder ………

11. bèta

Griekse letter die een maatstaf is voor het systematisch of marktgebonden risico. Op basis van koersbewegingen uit het verleden geeft de bèta van een aandeel of een portefeuille weer in welke mate mag worden verwacht dat de koers van het aandeel of de waarde van de portefeuille zal stijgen of dalen bij een stijging of daling van de benchmark. De bèta van de benchmark is altijd gelijk aan ………

12. bevak

Afkorting van ‘Beleggingsvennootschap met ………

13. bevek

Bevek is de afkorting van ‘Beleggingsvennootschap met ………

14. bodemgrens

Bij een fonds met bewaking van de bodemgrens streeft de beheerder ernaar dat de inventariswaarde gedurende ……… niet onder deze bodemgrens zakt.

15. broker

Lid van de beurs die uitsluitend in opdracht van ……… werkt.

16. bull market

Een min of meer lange periode van koersstijgingen met meer dan ……… % op de aandelenmarkten. Nederlands: ‘stierenmarkt’.

17. buy stop order

Kooporder die vastgehouden wordt tot de ……… en daarna pas de markt opgaat als een kooporder, zodat een koper aandelen kan kopen tegen de meest voordelige prijs.

C

18. Call

……… doen eindigen.

19. cap

Door het inbouwen van een cap in een fonds kan de stijging van de korf voor 100% worden gevolgd, tot een vooraf bepaald ………

20. CME

Afkorting van ‘……… Mercantile Exchange’: een Amerikaans bedrijf dat de grootste derivatenbeurs ter wereld uitbaat.

21. commodity

Handelswaar of goederen. Meestal worden grondstoffen zoals metalen en mineralen (‘……… commodities’), of landbouwproducten (‘……… commodities’) bedoeld.

22. contantmarkt

Deelmarkt van Euronext; bevat alle effecten waarvan een groot volume per dag verhandeld wordt, waardoor een continue prijsvorming aan de orde is. Dit betekent concreet dat om de zoveel ……… een nieuwe evenwichtsprijs tussen vraag en aanbod wordt gezocht.

23 ………

Bewijs van dividend behorende bij een aandeel of rente behorende bij een obligatie (kasbons…) waarmee respectievelijk de rente of het dividend wordt ontvangen.

D

24 ………

Fonds dat niet rechtstreeks belegt in aandelen en/of obligaties, maar onrechtstreeks via andere beleggingsfondsen.

25. DAX

Afkorting van ……… De DAX wordt algemeen beschouwd als de belangrijkste Duitse beursbarometer.

26 ……… beheer

Contract waarbij een cliënt aan een wettelijk erkende bemiddelaar het mandaat geeft om voor zijn rekening de door hem toevertrouwde effectenportefeuille te beheren.

27. dividend

……… dat periodiek (jaarlijks, op kwartaalbasis) door een onderneming aan haar aandeelhouders wordt uitgekeerd.

28. Dow Jones

Aandelenindex van de beurs van ………

E

29. ECB

Afkorting van ‘Europese Centrale Bank’. Opgericht in ……… bij de oprichting van de Europese Monetaire Unie.

30 ………

Landen of regio’s waarvan wordt verwacht dat ze in versneld tempo hun achterstand in economische ontwikkeling tegenover het Westen zullen wegwerken. Daardoor kan van de aandelenbeurzen in die landen een hoger rendement worden verwacht.

31. emissie ……… van nieuwe aandelen, obligaties of andere effecten.

32. ESMA

……… toezichthoudende overheid voor financiële markten (destijds CESR)

33. EURO STOXX 50

Europese beursindex berekend door de firma ……… Deze index is gebaseerd op de beurskapitalisatie van de 50 aandelen die als de meest relevante beschouwd worden binnen alle landen van de Europese Muntunie.

34. Euronext

Handelsplatform van de Nederlandse, Belgische, Franse en ……… beurs en binnenkort de Londense beurs.

F

35. Fed

Het hoogste bestuursorgaan van de ……… Centrale Bank.

36. fill or kill order

Afkorting: ……… Een order die direct na opgave in zijn geheel moet worden uitgevoerd (‘fill’). Als dat niet mogelijk is, dan vervalt de order (‘kill’).

37. FTSE 100 index

Door de toonaangevende Britse zakenkrant The Financial Times ontwikkelde index van de 100 meest actieve aandelen die worden verhandeld op de London Stock Exchange. FTSE wordt gewoonlijk uitgesproken als ………

38 ………

Een overeenkomst tussen twee partijen met betrekking tot de levering van een gestandaardiseerde hoeveelheid van een – in het contract – bepaald actief (i.e. de onderliggende waarde) op een tijdstip en tegen een prijs overeengekomen.

G

39. greenback ………

H

40. hedge fund

Verzamelnaam voor beleggingsinstellingen waarbij de beheerder een grote ……… heeft.

I

41. ICB

Afkorting van ………, de overkoepelende naam voor alle vormen van beleggingsfondsen, ongeacht hun juridisch statuut.

42. in-the-money

Een calloptie is in-the-money als de uitoefenprijs sterk onder de actuele koers van het onderliggende actief ligt. Voor een………. is dat in het omgekeerde geval, namelijk als de uitoefenprijs sterk boven de actuele prijs van het onderliggende ligt.

43. ISIN-code

Afkorting van ‘International Security IdentificatioN code’. De internationale administratiecode die bijvoorbeeld aan een effect of beleggingsfonds wordt toegekend. De ISIN-code bestaat uit een ……… en een uniek nummer.

J

44. jaarvergadering

Wettelijk verplichte jaarlijkse vergadering van de ………

K

45. K/W-verhouding

Afkorting van ‘……….-verhouding’. Hoe hoger (lager) de K/W-verhouding, hoe duurder (goedkoper) het aandeel.

46. kapitaliseren

De ……… rente wordt bij het kapitaal gevoegd.

47. krach

Scherpe, onverwachte daling van de beurskoersen die gewoonlijk gepaard gaat met paniek. Beruchte beurskrachs waren er in de maand ……… van 1929 en 1987.

L

48 ……… markt

Markt waarin veel vraag en aanbod samenkomen. Aan- en verkooporders kunnen er gemakkelijk worden uitgevoerd. Een belegger heeft belang bij zo een markt.

M

49. middenkoers – Midden tussen ……… en ………

50 ……… Een geheel van Europese rechtsregels voor de harmonisatie en integratie van de financiële en kapitaalmarkten.

N

51. NASDAQ

Afkorting van ‘National Association of Security ……… of Automated Quotations’. Amerikaanse beurs waar jonge en snelgroeiende bedrijven noteren.

52. nominale waarde – Waarde die staat vermeld op een waardepapier zoals een aandeel of een obligatie. Bij een aandeel zal de actuele beurswaarde over het algemeen aanzienlijk ……… liggen dan de nominale waarde.

53. noteringseenheid

Minimumprijsverschil dat wordt aangehouden bij de handel in effecten. Bij aandelen is de noteringseenheid ……… euro en bij aandelenopties ……… euro.

O

54. odd lot – Kleiner aantal aandelen dan ………

55. open outcry – Manier van handelen waarbij vroeger orders en prijzen op de beursvloer luid, duidelijk en voor alle betrokken partijen hoorbaar werden aangekondigd. De handel op de optiebeurzen van Euronext verloopt uitsluitend via ………

56. openbare veiling

Euronext Brussels organiseert ……… per week een veiling waarop niet- en niet langer genoteerde effecten worden verhandeld.

57. ……..

Contract waarbij de verkoper aan de koper het recht verleent om gedurende een bepaalde periode of op een bepaald moment een bepaalde hoeveelheid van een actief te kopen of te verkopen bij het aangaan van de in het contract overeengekomen prijs.

P

58. penny stock

Aandeel dat wordt verhandeld voor minder dan ………

59 ……… markt

Emissiemarkt. Geld- of kapitaalmarkt waarop een nieuw effect wordt uitgegeven en aangeboden aan beleggers.

60 ………

Bevak die voornamelijk belegt in aandelen van niet-beursgenoteerde bedrijven en meer in het bijzonder in durfkapitaal.

61. private equity

Aandelen van ……… ondernemingen. Wordt meestal geassocieerd met durfkapitaal.

Q

62. Quantitative Easing (QE)

Monetair ………

R

63. rating

Score voor de kredietwaardigheid (van de uitgever) van een obligatie. Die score geeft de waarschijnlijkheid weer dat een belegger de vooropgestelde betalingen van interest en kapitaal daadwerkelijk gaat ontvangen. De ratings bestaan uit een of meerdere letters, aangevuld door symbolen of cijfers ……… wordt beschouwd als de minst risicovolle belegging.

64. reële rente Nominale rente minus ………

65. ROE

Afkorting van ……… Maatstaf voor winstgevendheid die een indicatie geeft van de rentabiliteit van de eigen middelen. De ROE wordt berekend door de winst als percentage van de eigen middelen uit te drukken. Op die manier wordt nagegaan in hoeverre risico nemen lonend is geweest.

S

66. secundaire markt – Geld- of kapitaalmarkt waarop bestaande effecten na hun uitgifte worden verhandeld. De prijs van het effect wordt niet bepaald door de emittent, die niet bij de handel betrokken is, maar door ………

67. short gaan – Effecten verkopen die men niet in zijn bezit heeft, om zo te profiteren van een ……… van de koers.

68. sicav – Frans voor ………

69. spreiding – Wordt gedaan om het risico van individuele posities (aandelen, obligaties…) in een portefeuille te vermijden. Het wil zeggen dat je als belegger meerdere sectoren, landen of regio`s en (bijvoorbeeld) zowel aandelen als obligaties opneemt.

70. stop/loss-order

Een stop/loss-order blijft maar ……… geldig.

71. subprime – Hypotheekleningen aan leners met een ……… kredietwaardigheid.

T

72 ……… Kleinste eenheid waarmee een koers beweegt.

73 ……… Aziatische markt in opkomst: Singapore, Hongkong, Zuid-Korea en Taiwan.

74. TINA – Acroniem voor ………

75. tracker – Aandeel op een ………

U

76. uitgesloten risico

Oorzaak van ……… die niet door het contract worden gedekt, waardoor de verzekeraar het kapitaal niet uitbetaalt en de begunstigde alleen de opgebouwde reserve ontvangt.

V

77. VAR

Afkorting van ……… Risicomodel dat de kans op een negatief beleggingsresultaat schat bovenop een vooraf bepaald niveau, gebaseerd op de waarschijnlijkheid en de looptijd.

78. volatiliteit – De mate van ……… van de koers van een aandeel of een ander financieel product, van een aandelenindex of van een muntkoers.

W

79. ……..

Straat in New York waar de New York Stock Exchange is gevestigd.

80 ……… – Effect dat de koper het recht geeft gedurende de vooraf bepaalde looptijd effecten te kopen of te verkopen.

X

81. Xetra – Elektronisch handelssysteem van de beurs in ………

Y

82 ……… Rendement op effecten.

Z

83. zero bond

……… zonder jaarlijkse rente, maar waarvan de uitgifteprijs veel lager is dan de nominale waarde die op de eindvervaldag zal worden terugbetaald.

84. Zwarte ………

De dag van een zware mondiale koersval op aandelenmarkten in 1987.

Oplossingen

1. het kapitaal, 2. Nederlandse, 3. alfa, 4. 60 jaar, 5. Activaspreiding, 6. FSMA, 7. Dalen, 8. De Fed, 9. BEL Mid en BEL Small, 10. Gegarandeerd rendement, 11. 1, 12. Vast kapitaal, 13. Veranderlijk kapitaal, 14. Een jaar, 15. Anderen, 16. 20%, 17. Stopprijs, 18. Vervroegd, 19. Maximum, 20. Chicago, 21. Hard, soft, 22. Seconden, 23. Coupon, 24. Dakfonds, 25. Deutscher Aktien Index, 26. Discretionair, 27. Deel van de winst, 28. New York, 29. 1998, 30. Emerging markets, opkomende markten, 31. Uitgifte, 32. Europese, 33. Dow Jones, 34. Portugese, 35. Amerikaanse, 36. FOK, 37. Foetsie, 38. Futures, 39. Amerikaanse dollar, 40. Vrijheid, 41. Instelling voor collectieve belegging, 42. Putoptie, 43. Landencode, 44. Aandeelhouders, 45. Koers-winst, 46. Jaarlijkse rente, 47. oktober, 48. Liquide markt, 49. Bied- en laatkoersen, 50.MiFID, 51. Dealers, 52. Hoger, 53. 0,01 en 0,05, 54. 100, 55. Beeldschermen, 56. Tweemaal, 57. Optie, 58. 1 dollar, 59. primaire, 60. Privak, 61. Niet-beursgenoteerde, 62. Versoepelen, 63. AAA, 64. Inflatie, 65. Return on equity, 66. Vraag en aanbod, 67. Daling, 68. Bevek, 69. Spreiding, 70. Een dag, 71. Lage, 72. Tick, 73. Tijger, 74. There is no alternative, 75. Index, 76. Uitgesloten risico, 77. Value-at-risk, 78. Beweeglijkheid, 79. Wall Street, 80. Warrant, 81. Frankfurt, 82. Yield, 83. Obligatie, 84. maandag

(Bron. www.kbc.be)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content