De afmetingen van de mens variëren naarmate de klimatologische omstandigheden veranderen.

De gemiddelde lengte van de mens en zijn voorouders veranderde sterk in de loop van miljoenen jaren evolutie. Een studie in Nature Communications legt een link met klimaatverandering: hoe warmer het was, hoe kleiner de mensen bleven. De drijvende kracht achter die evolutie is het gegeven dat grotere lichamen beter beschermen tegen koude: een lichaam verliest minder warmte als zijn volume groot is in verhouding tot zijn oppervlakte. Dat is bij andere dieren ook zo.

Intrigerend is dat ook het volume van onze hersenen veranderde in de loop der jaren, maar niet in tandem met veranderingen in de rest van ons lichaam. In vergelijking met Homo habilis, die tussen 2,3 en 1,5 miljoen jaar geleden op de menselijke tijdlijn pronkte, zijn wij de helft zwaarder, maar onze hersenen zijn wel drie keer groter.

Onze hersenen werder groter als we in open gebieden leefden, waar we waarschijnlijk meer op grotere dieren jaagden. Dat complexe gedrag werd mogelijk vergemakkelijkt door grotere hersenen. Omgekeerd is het denkbaar dat de toegang tot (gekookt) vlees gunstig was voor de groei van het energieverslindende weefsel dat onze hersenen zijn.

Paleontoloog Niels de Winter (VUB) en zijn collega’s melden in Communications in Earth and Environment dan weer dat de dinosaurussen zo’n 78 miljoen jaar geleden in een echt broeikasklimaat leefden, met hete zomers en warme winters. De reconstructie van het klimaat uit die tijd wees uit dat de temperatuurverschillen tussen seizoenen ongeveer even groot bleven. De studie steunde op de gedetailleerde analyse van fossiele schelpen uit het zuiden van Zweden.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content