Veel ouders zetten elke maand wat geld opzij voor hun kinderen, zodat die op hun achttiende een goede financiële start kunnen maken. Om tegen die tijd een mooie som bijeen te hebben, kunt u maar beter bijtijds beginnen te sparen.

Het zal u vast ook al overkomen zijn: een geboortekaartje in de bus waarop de baby in kwestie meteen al zijn eigen rekeningnummer meegeeft, voor al uw milde giften. Geen wonder, want verschillende banken hebben tegenwoordig een babyrekening in hun gamma. Dat is een spaarboekje dat al voor de geboorte van het kind geopend kan worden door de ouders, en na de geboorte wordt het kind dan meteen titularis van deze zogenaamde ‘pamperrekening’.

Dat de banken geen moeite hebben om dergelijke producten aan de man te brengen, hoeft niet te verbazen. Wie wenst er nu geen mooie toekomst voor zijn kind? Als u van bij de geboorte al begint te sparen, kunt u voor uw kinderen tegen hun achttiende een mooi bedrag bijeen hebben, waarmee u hun studie kunt betalen of wie weet zelfs een eerste autootje. Bovendien klinken de babyrekeningen vaak best interessant: banken geven er een hogere aangroei- en getrouwheidspremie op, soms tot 2 procent.

Toch zijn er betere oplossingen dan een klassiek spaarboekje om te sparen voor uw kinderen of kleinkinderen. De interessante tarieven van de babyrekeningen gelden immers doorgaans slechts tot uw baby twee jaar is. Maar sparen voor de hogere studie van uw kinderen doet u op lange termijn. En daarvoor zijn er andere formules, die uiteindelijk meer geld opbrengen. Zoals een spaarplan onder de vorm van een tak 21-product. Dat is een levensverzekering waarvan de ouders zelf beslissen hoeveel ze maandelijks opzijzetten, bijvoorbeeld 50 euro. Elke storting levert een vast rendement van 3,25 procent à 3,50 procent per jaar op. Eventueel kan daar nog een deelname in de winst bovenop komen, maar die hangt af van de prestaties van de verzekeraar. En door de huidige financiële crisis zal deze bonus alvast in 2008 zeer beperkt of zelfs onbestaande zijn. De opbrengsten van een tak 21-verzekering zijn ook vrijgesteld van roerende voorheffing, als u deze belegging minstens 8 jaar en één dag aanhoudt.

Wie bereid is iets meer risico’s te nemen, kan ook een spaarplan openen dat gekoppeld is aan een beleggingsfonds. In dat geval bent u niet zeker hoeveel het belegde geld precies zal opleveren. Maar u kunt wel kiezen voor fondsen met kapitaalgarantie, zodat u er zeker van bent dat minstens het ingelegde kapitaal (na kosten) op de eindvervaldag wordt terugbetaald. Bovendien hebben de banken een heel groot aanbod van beleggingsfondsen. Zo zou u kunnen gaan voor een ‘defensief’ fonds, dat voor een belangrijk deel in obligaties of vastgoed belegt. Maar voor welke formule u ook kiest, de gouden regel luidt: hoe vroeger u begint, hoe beter.

Thomas Verbeke

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content