Hoe moet je omgaan met een hypercompetitieve collega?

© ILLUSTRATIE BART SCHOOFS

U kent er vast wel eentje op uw werk: een collega die elke promotie wil binnenhalen en alle eer probeert op te strijken. Hoe blijft u zo’n hypercompetitief exemplaar de baas?

Michel Drets uit Het Eiland: hoe hij zijn collega en chef Guido Pallemans constant wil overtroeven en goede raad meegeven. Hoe hij zelf hunkert naar het leiderschap en zich ononderbroken uitslooft voor de grote baas, Bucky. En hoe hij uiteindelijk ‘de macht grijpt’, tot ongenoegen van ‘de vloer’. Het maakt hem tot een archetypisch voorbeeld van de hypercompetitieve collega. Ook bekend als bazenpoeper of streber. Zeer gedreven maar weinig geliefd. Als het hele team in stilte een opdracht afwerkt, gaat hij er met de pluimen vandoor. Als er een promotie in zicht is, probeert hij die te strikken. En als er koppen moeten rollen, zal hij er nooit bij zijn. Meer nog: hij wijst die koppen aan.

Verpest zo’n haantje altijd de werksfeer, of is competitie net een gezonde basis voor een bedrijf? ‘Alles hangt af van de sector waarin je werkt’, zegt Nele De Cuyper, professor Arbeids- en Organisatiepsychologie (KU Leuven). ‘Competitieve mensen kiezen gelukkig vaak voor dito werkomgevingen, zoals de verkoop. Daar is competitie een inherent deel van de job, zonder haal je het niet. De sportwereld is ook een goed voorbeeld: the winner takes it al. Maar als je kiest voor een job of organisatie waar teamwerk hoog in het vaandel wordt gedragen, is zulk individualistisch gedrag geen goed idee. Het brengt samenwerking en loyauteit in het gedrang en zo komt het gemeenschappelijke doel in gevaar. Want als één teamlid soloslim speelt, komt de groep serieus onder druk te staan.’

Bovendien leidt zo’n hypercompetitieve werknemer tot veel frustraties bij collega’s. ‘Hij gaat voor elke promotie, wat heel vervelend is voor de rest. En bovendien halen zulke types die promoties ook vaak binnen’, weet De Cuyper. ‘Het is niet altijd de beste die wint, maar wel degene die het best aan impression management doet: de bazen vleien, succesvolle projecten naar zich toe trekken… En helaas zijn bazen zich daar niet altijd van bewust.’

Koekje van eigen deeg

Zo’n Michel Drets kan de sfeer op het werk serieus laten verzuren. ‘Er zijn twee manieren om te reageren op al die concurrentie en competitie’, zegt De Cuyper. ‘Een eerste groep ervaart het als zeer bedreigend, waardoor een stressreactie ontstaat. Ofwel kruipen ze volledig in hun schulp, ofwel zinnen ze op wraak en willen ze de hypercompetitieve collega een koekje van eigen deeg geven, door hem te pesten. Uiteraard zijn dat zeer nefaste situaties. Maar er is ook nog een tweede groep, die de concurrentie eerder als een uitdaging ziet. Zij gaan zelf extra hard werken, of net investeren in het groepsgevoel en zelfs proberen om de competitieve collega daarin mee te trekken. Dan kan het toch nog goed aflopen.’

Maar dat doet het dus niet altijd. De vraag is natuurlijk: hoe pak je dit aan? ‘Naar je baas stappen, lijkt me niet zo’n goed idee. Je wordt dan gezien als een klikspaan en bovendien is de kans groot dat de competitieve collega je verdenkt van jaloezie. Je kunt wel proberen om met die collega te praten. Al geldt dan de gouden regel: spreek hem aan op zijn gedrag, niet op zijn attitude. Zeg dus niet: “Wat ben jij een vervelende streber”, maar wel: “Ik begrijp dat je volop voor je carrière gaat, maar ik vind het niet fijn dat jij ons project voorstelt als jouw eigen verdienste.” Als je het goed aanpakt, kan het effect hebben. Die competitieve werknemers beseffen zelf niet altijd hoe storend hun gedrag kan zijn. Prestatiedrang wordt in onze maatschappij sterk gesocialiseerd: al van jongs af aan worden kinderen aangemoedigd om te winnen en de beste te zijn. Competitie lijkt iets vanzelfsprekends. Dat wordt vaak gezien als een oorzaak waarom vrouwen minder doorstromen: zij zijn minder competitief en zetten zichzelf minder in de kijker, waardoor hen vaker promoties ontglippen.’

Daarom is er een belangrijke taak weggelegd voor het HR-team, vindt De Cuyper. ‘Daar wordt bijna uitsluitend gekeken naar individuele prestaties. “De beste” krijgt de job, “de meest performante” krijgt een bonus. Waarom kan daar niet meer groepsgericht worden gewerkt? Beloon mensen die zich inzetten voor de groep, geef eens een bonus aan een afdeling die uitblonk in teamwerk.’

DOOR STEFANIE VAN DEN BROECK, ILLUSTRATIE BART SCHOOFS

‘Zeg niet: “Wat ben jij een vervelende streber”, maar spreek je collega aan op zijn concrete gedrag.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content