HOE DE PIENTERE POLEN HUN OVERHEID TE SLIM AF ZIJN

Een halve eeuw communisme heeft de Polen geleerd om wetten, regeltjes en voorschriften handig te omzeilen. Deze ingebakken inventiviteit van Poolse burgers en ondernemers heeft vaak absurde en hilarische situaties tot gevolg.

Jarenlang werkte Bartosz Baczek (37) bij een paardenfokker. Intussen is hij directeur, met een eigen kantoor en secretaresse. Iconische posters van de rokende Hollywoodster Uma Thurman en reggae-legende Bob Marley zijn nog niet eens opgehangen. Heeft hij domweg de tijd niet voor, want zijn bedrijf Tanie Papierosy (Goedkope Sigaretten), dat door een maas in de Poolse tabakswet voor een zeer scherpe prijs tabak aan de man brengt, loopt als een tierelier.

Twintig sigaretten kosten bij Tanie Papierosy 5,90 zloty, minder dan 1,50 euro. Geen gedoe met accijns en zelfs geen betuttelende waarschuwingen op de pakjes. ‘En als je meer koopt, wordt de prijs per sigaret nóg lager’, zegt een grijnzende Baczek.

Toen zijn broer twee jaar geleden op het idee kwam, hoefde niet-roker Baczek niet lang na te denken. ‘Hij werkt als jurist bij een machineproducent in Gliwice’, vertelt Baczek. Dat bedrijf, Infoster, verkoopt onder meer machines die snel sigaretten kunnen produceren.

Na wat juridisch onderzoek hadden ze beet. De Europese definitie voor een sigarettenproducent is ‘een entiteit die sigaretten kant-en-klaar verkoopt’. Tanie Papierosy verkoopt formeel geen kant-en-klare sigaretten, maar slechts de ruwe tabak. Vervolgens mag de klant in de winkel gratis gebruikmaken van het apparaat dat sigaretten produceert. De tabak gaat erin, keurig gerolde sigaretten komen eruit, met een snelheid van twintig per minuut. De consument kan ze zelf in een doosje stoppen om mee naar huis te nemen.

Baczek laat een pak papieren zien met juridische opinies en uitspraken uit alle hoeken van Polen. ‘Zo af en toe neemt de douane machines in beslag, maar zonder uitzondering krijgen we die na onderzoek weer terug.’ Zelfs over de naam is nagedacht: ook in Polen is tabaksreclame verboden, maar ‘omdat Goedkope Sigaretten onze bedrijfsnaam is, kunnen we die tekst gewoon voeren op borden en in advertenties’.

Wanneer de term ‘Polak Potrafi’ valt, barst Baczek in lachen uit. Hij weet het: Tanie Papierosy is een typisch voorbeeld van de Poolse mentaliteit. Vijftig jaar communisme heeft van de Poolse overheid een vijand gemaakt waarmee een loopje moet worden genomen. Het resultaat is de uitdrukking ‘Polak Potrafi’, oftewel ‘De Pool, die kan het’. Het verwijst naar de eigenschap die de Polen zelf zo waarderen: een land van ‘kombinatorzy’, slimme, geslepen burgers wier missie het is om zo veel mogelijk regeltjes te omzeilen.

Wodka met kaas

In de Volksrepubliek Polen was zulke creativiteit absolute noodzaak. Burgers die een enigszins normaal leven wilden, hadden te maken met een wetgever die dat zo moeilijk mogelijk maakte. Zelfs basisbehoeften waren moeilijk verkrijgbaar. Een stuk vlees kocht je niet, maar moest je regelen, bijvoorbeeld door goede contacten te onderhouden met de verkoopster die je onder de toonbank een karbonade toestopte in ruil voor geld of een doos chocola.

De absurditeiten die voortkwamen uit die creativiteit waren in de jaren zeventig en tachtig het belangrijkste motief in Poolse komediefilms.

‘Wie bijvoorbeeld een café runde, moest rekening houden met strenge symboolwetgeving’, zegt Andrzej Sadowski (50), econoom en oprichter van het Adam Smith Centrum, een liberale denktank. ‘Om alcoholmisbruik zogenaamd tegen te gaan, was er een wet die bepaalde dat je in een café geen drank zonder eten mocht verkopen. Dus wat deden caféhouders? Die verkochten bij elk glaasje wodka of wijn een stukje kaas voor een klein bedrag. De klant drinkt zijn consumptie, maar hoort de kaas niet op te eten. Die moest worden teruggegeven aan de barman, die het weer aan de volgende klant verkocht.’

In het moderne Polen mag de economie ondanks de crisis flink zijn doorgegroeid, de mentaliteit is nog steeds hetzelfde. ‘De regeldruk wordt alleen maar groter’, verzucht Sadowski. ‘Bovendien worden veel regels op een arbitraire manier uitgevoerd, en kijken rechters nog te veel naar de letter van de wet. Dat laat genoeg ruimte over om voorschriften te omzeilen.’ Het zijn er zo veel, dat het Adam Smith Centrum al jaren geleden is gestopt met het bijhouden van dit soort absurditeiten.

Zo is er in 2012 een wet aangenomen om de wildgroei aan vervoersbedrijven in te dammen. Ook vervoerders die op afroep en vanaf niet-officiële standplaatsen opereren, moeten sindsdien een taxivergunning hebben. Maar de wet was nog niet van kracht of er verscheen een nieuw fenomeen op de Poolse wegen: locotherapie. Enkele chauffeurs uit Krakau hebben een ‘Europese Vereniging voor Psychotherapie’ in het leven geroepen: psychotherapie in een rijdende auto, waarbij de patiënt al luisterend naar ‘rustgevende’ muziek een tour kan maken langs verschillende belangrijke plekken in zijn leven. Op basis van de vergunning uitgegeven door deze vereniging bieden de chauffeurs zo’n dienst aan.

De eigenaren van zulke bedrijven zweren dat het om serieuze gezondheidszorg gaat. Dat de ‘patiënten’ en passant ‘misbruik’ maken van de dienst door zich van A naar B te laten vervoeren, daar kunnen zij ook weinig aan doen. En op het gegeven dat op hun websites ‘normale’ transportdiensten staan en met geen woord wordt gerept over therapie, gaan ze helemaal niet in. Een Poolse journalist nam de proef op de som en liet zich door zo’n therapeut rondrijden: op de vraag wat de therapie inhoudt, werd hij glazig aangekeken, en toen hij vroeg om ‘rustgevende muziek’ werd de autoradio aangezet op een hitstation.

Desondanks kan justitie niets uitrichten. In de stad Lodz is de plaatselijke transportinspectie een rechtszaak begonnen tegen zo’n locotherapieaanbieder. ‘Maar het is ons tot nu toe niet gelukt om dergelijke bedrijven van de markt te krijgen’, geeft een woordvoerder van de inspectie toe.

Straal van 100 meter

Een ander fenomeen waar de Polen om lachen – maar waarvoor ze zich tegelijk ook een beetje schamen – is het zogenoemde doolhofwinkeltje. Om alcoholgebruik onder jongeren terug te dringen, heeft de Poolse wet bepaald dat winkels binnen een straal van honderd meter van school, sportveld of kerk geen alcohol mogen verkopen. Sommige ambtenaren voeren de nieuwe regel naar de letter uit, zo ondervond een winkelier uit de havenstad Szczecin. Tien jaar lang kon hij probleemloos alcohol aan de man brengen. Toen in 2011 een sportveld om de hoek werd aangelegd, kon hij kiezen: winkel opdoeken, of een list verzinnen. Wat bleek: de honderd meter geldt niet hemelsbreed, maar van ingang tot ingang. Dus bouwde hij met houten hekken een doolhof waardoor de loopafstand tot het sportveld werd vergroot.

De truc wordt sindsdien vaker toegepast. Een buurtwinkeltje in Dziurow, een dorpje 160 kilometer ten zuiden van Warschau, heeft sinds vorig jaar een dergelijk doolhof, inclusief borden die klanten erop wijzen dat wie voor de drank komt door deze ‘ingang’ moet. Andere klanten kunnen gewoon door het open hek lopen. Saillant detail: het winkeltje wordt door de gemeente gerund, die daarmee haar eigen vergunningsregels omzeilt. ‘De Poolse wet staat bol van dit soort fratsen’, zegt de verkoopster lachend, en voegt eraan toe dat ze verder niets mag zeggen. Opeens wordt haar toon serieus en houdt ze haar hand horizontaal vlak onder haar neus: ‘We hebben het gedoe met zulke regels echt tot híér zitten.’

Poolse ondernemers zijn door schade en schande handig geworden. Op de Poolse postmarkt bijvoorbeeld gold tot vorig jaar voor brieven onder de 50 gram een monopolie voor Poczta Polska, het voormalige staatspostbedrijf dat nog steeds in handen is van de overheid. Een lucratieve markt, zegt Rafal Brzoszka (36), de voorzitter van de Integer Group, een concern dat met het bedrijf InPost een commerciële postdienst wilde opzetten. ‘Die markt is nu ruim 1,5 miljard euro waard.’

In 2006 pakte InPost de rekenmachine erbij: als ze aan elke brief een loden plaatje plakten om het gewicht van de brieven net boven de 50 gram te laten uitkomen, konden ze nog steeds een winstgevende en concurrerende dienst leveren. Jarenlang kregen Polen een ‘gratis’ loden plaatje bij hun telefoonrekeningen, waarmee niemand verder iets kon. De smoes van InPost was dat het plaatje een extra ‘zekering’ was; een bewijs dat niemand de envelop heeft opengemaakt. Het had effect, want in 2012 won InPost het proces dat Poczta Polska tegen het bedrijf had aangespannen.

Sinds begin dit jaar bestaat het brievenmonopolie niet meer, en heel toevallig lijkt ook InPost niet meer overtuigd te zijn van het loden plaatje als zekering. De overtollige plaatjes (meer dan zeventigduizend) zijn volgens Brzoszka gedoneerd aan een gezondheidskliniek.

Gratis hond

De Poolse consument legt zich evenmin neer bij regels. Zo dacht de Poolse regering een manier te hebben gevonden om de malafide handel in huisdieren een halt toe te roepen door een verbod uit te vaardigen op verkoop zonder stamboom. Het aantal onlineaanbiedingen van honden en katten nam dan ook direct af. Eindelijk een succesje voor de wetgever? Niet in Polen, want in plaats daarvan verschenen online-aanbiedingen voor halsbanden en hondenlijnen, voor tientallen tot soms honderden euro’s. De hond krijg je er gratis bij.

Elke keer als de Poolse overheid een gat dicht, ontstaan er twee nieuwe. Dat de staat werk maakt van het dichtmetselen van wetgeving is voor sigarettendienstverlener Baczek dan ook geen reden tot zorg. ‘Ze hebben het al geprobeerd door begin dit jaar de accijns ook te laten gelden voor gedroogde tabak. Sindsdien verkopen we alleen natte tabak. In onze machines hebben we een tabaksdroger ingebouwd.’

De politiek in Polen werkt volgens hem zo traag, dat Baczek zijn bedrijfsvoering probleemloos kan aanpassen.

Hij pakt een dikke sigarenkoker uit de kast. ‘Als ze volgend jaar bijvoorbeeld besluiten om ook natte tabak onder de accijns te laten vallen, dan doen we iets wat budgetgevoelige Poolse rokers al heel lang doen’, zegt hij met een grijns. ‘Dan halen we de tabak uit deze sigaren. We hebben onze machines al aangepast om dat automatisch te kunnen doen.’ In elke sigaar, die minder dan 75 eurocent kost, zit genoeg tabak voor tien sigaretten.

Baczek is ook al druk bezig met Europese uitbreiding. ‘We zijn in gesprek met partijen in het buitenland, onder meer in Italië en Groot-Brittannië’, zegt de ondernemer, en met een brede glimlach: ‘Zou een leuke markt zijn!’

MICHIEL VAN BLOMMESTEIN IN LODZ (POLEN) – © Elsevier

Elke keer als de Poolse overheid een gat dicht, ontstaan er twee nieuwe.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content