Vorige week zette nationaal CD&V-voorzitster Marianne Thyssen de volledige Gentse afdeling uit de partij. Mieke Van den Berghe, die de afdeling leidde, verweert zich. ‘Ze hebben het hele huis afgebrand om van mij af te raken’, zegt ze.

mij af te raken’, zegt ze.

Twee jaar geleden werd Mieke Van den Berghe, de voormalige cheffin van de Federale Voorlichtingsdienst, met veel gejuich in de Gentse afdeling binnengehaald. Zij leek de aangewezen persoon om de Gentse CD&V, die al twee decennia lang in de oppositie zit, weer uit het diepe dal te helpen klauteren. Het liep evenwel anders. De tweespalt nam nog toe, de gemeenteraadsfractie verloor zich in achterklap en functioneerde steeds slechter. Vorige week trok CD&V-voorzitster Marianne Thyssen persoonlijk naar Gent om er de hele afdeling uit de partij te zetten. ‘Ze heeft met een kanon op een mug geschoten’, aldus Van den Berghe. ‘En de problemen zijn daarmee nog altijd niet opgelost. Integendeel. Nu trekken we in gespreide Gentse slagorde naar de Vlaamse verkiezingen.’

Mieke Van den Berghe: ‘Toen ik voorzitster werd, geloofde ik echt dat ik een brug zou kunnen slaan tussen de twee kampen in de Gentse CD&V. De groep rond de Sint-Bavohumaniora, met onder anderen oud-directrice en Vlaams Parlementslid Monica Van Kerrebroeck, senator Tony Van Parys en gemeenteraadslid Anne Martens, hadden het constant aan de stok met mensen van het ACW. Het was die Sint-Bavogroep die me vroeg om de afdeling te leiden en korte metten te maken met die tweespalt. En ik dacht dat ik dat kon. Als woordvoerster had ik immers altijd voor ACW-ministers gewerkt en ik kende de beweging zeer goed.’

Maar het bleek moeilijker dan verwacht?

MIEKE VAN DEN BERGHE: Al snel merkte ik dat het een en ander niet klopte. De Sint-Bavogroep belde me constant met klachten over ACW’ers. Als ik dan contact opnam met het ACW, bleek daar maar de helft van waar te zijn. Ik begon te beseffen dat het helemaal de bedoeling van de Sint-Bavogroep niet was om vrede te sluiten met het ACW. Ze wilden veeleer dat ik de beweging helemaal aan de kant zou schuiven. Zodra ze merkten dat ik dat niet zag zitten, wilden ze weer van me af. Achteraf heb ik vernomen dat ze al na vier maanden mijn ontslag zijn gaan vragen in Brussel.

Insiders beweren dat het definitieve schisma er is gekomen naar aanleiding van het hoofddoekendebat in de Gentse gemeenteraad.

VAN DEN BERGHE: Dat is ook zo. Eigenlijk vond ik dat wij ons daarbuiten moesten houden en ons beter konden onthouden bij de stemming. In mijn ogen is het burgemeester Daniël Termont (SP.A) die als ceo van de nv Gent moet beslissen of het stadspersoneel al dan niet een hoofddoek mag dragen. Maar dat pleit heb ik dus verloren. Tony Van Parys vond het onze plicht als christelijke partij om een standpunt in te nemen. Ons partijbestuur besloot daarop unaniem dat de Gentse CD&V voor een hoofddoekenverbod was, zowel achter het loket als in de backoffice. Monica Van Kerrebroeck was het daar aanvankelijk mee eens, maar ging achteraf in Brussel klagen. Plots riep ze ‘haar geweten’ in. En wat zei toenmalig partijvoorzitter Etienne Schouppe, die amper wist hoe de situatie hier in elkaar zat? Dat ze haar geweten mocht volgen! Toen was het hek natuurlijk helemaal van de dam, want toen wisten de ‘Brusselse Gentenaars’ dat ze bij de nationale partijleiding hun gram konden halen.

Hebt u dan geen enkel begrip voor hun kritiek op uw aanpak en stijl?

VAN DEN BERGHE: Ze hebben in elk geval hun best gedaan om het mij moeilijk te maken. De Gentse parlementsleden en kabinetsmedewerkers bleven in Brussel urban legends rondstrooien over mij en de werking van de Gentse afdeling. Die gingen op den duur natuurlijk een eigen leven leiden. Veel kon ik daar niet aan doen, want ík had geen toegang tot hun Gents-Brusselse partijcenakels. Ik had daar trouwens ook geen tijd voor. Het was toen al overduidelijk dat de partijtop vooral naar die Brusselse Gentenaars luistert en niet naar de mensen die voltijds in Gent werken. Dat is natuurlijk ook frustrerend voor de twee gemeenteraadsleden, Matthieu Dierckx en Isabelle De Clercq, die een voltijdse baan hebben en geen tijd hebben om in Brussel rond te lopen. In mijn hart kan ik dan ook begrijpen dat zij een paar weken geleden met Gent met Visie een eigen beweging binnen de Gentse CD&V hebben opgericht, maar erg verstandig was dat toch niet.

Aanvankelijk dacht u in Anne Martens, de dochter van oud-premier Wilfried Martens, een toekomstig Gents boegbeeld gevonden te hebben. Wat heeft u van gedachten doen veranderen?

VAN DEN BERGHE: Ik geloof niet dat ze over de nodige capaciteiten beschikt. Ze wordt ook niet door het partijbestuur gedragen, en het zag er dan ook niet naar uit dat CD&V Gent haar kandidatuur voor een plaats op de lijst voor de Vlaamse verkiezingen zou hebben gesteund. Toen het nieuws bekend raakte dat Wilfried Martens met Miet Smet was getrouwd, zag ik de bui ook al hangen. Ik ken Miet Smet nogal goed en had eigenlijk verwacht dat ze bij me zou aankloppen om de zaak van haar stiefdochter te bepleiten. Toen ik niets van haar hoorde, begon ik nattigheid te voelen. Miet, die in Sint-Niklaas woont, doet zelf niet meer mee bij de Vlaamse verkiezingen, maar haar steun aan de campagne is voor CD&V Oost-Vlaanderen van het grootste belang. Het zou me dan ook niet verbazen als ze die steun heeft laten afhangen van een lijstplaats voor Anne Martens. Vergeet ook niet dat Wilfried Martens zelf onze partij onlangs een grote dienst heeft bewezen door als verkenner op te treden na de val van de regering-Leterme. Dat heeft hem weer een groter gewicht gegeven in de partij.

Hebt u nooit uw bevoorrechte contacten in Brussel aangesproken?

VAN DEN BERGHE: Jean-Luc Dehaene bedoelt u? Die ziet me al aankomen. ‘Trek uw plan in Gent’, zou hij zeggen. En gelijk heeft hij.

Eind vorig jaar stuurde de nationale partijleiding twee rapporteurs naar de stad om de situatie te onderzoeken. Hebben zij hun opdracht goed uitgevoerd?

VAN DEN BERGHE: Tot het einde was ik daar gerust op. Ik was ervan overtuigd dat ze me uiteindelijk met de conclusies zouden confronteren en dat ik weerwoord zou kunnen geven. Maar dat is nooit gebeurd. Op de nieuwjaarsreceptie van CD&V heeft Marianne Thyssen mij nog haar woord gegeven dat ze met mij zou praten voor ze maatregelen zou nemen over Gent. Een paar dagen later kreeg ik telefoon dat Marianne Thyssen naar Gent zou komen en me wou spreken. Dat onderhoud heeft uiteindelijk vijf minuten geduurd. Want alles was al beslist. Ze zei me dat ze meteen daarna het provinciale bestuur zou vragen om de erkenning van de Gentse afdeling op te heffen. Ik wist eerlijk waar niet wat me overkwam. Ik moest letterlijk naar adem happen. Ik heb haar nog gevraagd om mij te ontslaan maar van mijn partij, van mijn goede bestuursleden af te blijven. Maar ze wist natuurlijk dat dat bestuur achter mij zou blijven staan. Dus werd de hele afdeling zomaar uit de partij gezet, en daar gaan we nu dus tegen in beroep.

De gemeenteraadsfractie, waar de echte problemen zich afspelen, wordt ondertussen ongemoeid gelaten. Wel eist de patij dat alle fractieleden een nieuwe engagementsverklaring ondertekenen. Maar niet iedereen is dat van plan, want in die tekst staat dat ze ook verantwoordelijk zijn voor de malaise in de fractie. Ik vrees nu dat de gemeenteraadsleden die weigeren te tekenen binnenkort uit de partij zullen worden gezet.

Waarom heeft de nationale partijleiding het zover laten komen?

VAN DEN BERGHE: Het voorbije jaar hadden Marianne Thyssen en haar voorgangers natuurlijk wel iets anders aan hun hoofd met de aanhoudende problemen in de nationale politiek. Daardoor zijn ze blind gebleven voor de Gentse situatie. Had de partijtop de fractieleden één keer tot de orde geroepen, hadden die één keer gevoeld dat de partijtop ook vragen had bij de gang van zaken, dan was de situatie nooit zo geëscaleerd.

Door de drastische ingreep van Marianne Thyssen kan CD&V Gent nu toch met een schone lei herbeginnen?

VAN DEN BERGHE: De klok wordt gewoon twintig jaar teruggedraaid. De oude CVP is in Gent helemaal terug. Dat snap ik niet: dat de partijleiding kiest voor een ploeg die in het verleden al bewezen heeft het níét te kunnen. Al jaren zeg ik dat men Monica Van Kerrebroeck en Tony Van Parys uit de Gentse politiek moet weghouden, maar mijn partij wil hen dat niet afnemen.

U wilt toch niet beweren dat de impasse van de Gentse CD&V louter aan die twee mensen te wijten is?

VAN DEN BERGHE: Absoluut. En nu krijgen net zij en hun paar medestanders weer meer macht in de afdeling. Ik ben er dan ook zeker van dat de champagnekurken vorige week hebben geknald in het stadhuis. Bij mijn aantreden als voorzitster heb ik tegen burgemeester Termont gezegd: over zes jaar leveren wij de burgemeester. Daar zal hij de laatste week al kostelijk om gelachen hebben.

DOOR ANN PEUTEMAN

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content