Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

Enzo Scifo stopt met voetballen, kort voor zijn 35ste. Na een carrière van 18 jaar.

Eigenlijk had dit portret vooraan in dit blad moeten staan, in de rubriek Pro & Contra. Want ‘voor of tegen’, dat is de vervelende rode draad door de lange carrière van Enzo Scifo geweest. Bracht hij de enen in vervoering met zijn Weense-walsenvoetbal, dan joeg hij er anderen mee op de kast.

Neem nu twee voetbalfreaks in hart en nieren: Raymond Goethals, alom bekend, en Guy Roux, de man die al vijfentwintig jaar de plak zwaait in de succesvolle Franse provincieclub AJ Auxerre. Diametraal tegenover elkaar. Goethals moest hem niet hebben, Scifo. Toen Raymond trainer was in Bordeaux zette hij Scifo niet eens in de eerste ploeg. Goethals volgde bij de ‘Girondins’ Aimé Jacquet op, de latere coach van de Franse wereldkampioenen, en die had Enzo ook al naar de B-kern verwezen.

Bij de believers stond Guy Roux, die Enzo na dat pokkenjaar bij Bordeaux zijn zelfvertrouwen teruggaf en weer naar een hoog niveau voerde. Paul Van Himst was ook een Scifo-adept. Bracht als trainer van Anderlecht de jonge Enzo al op zijn zeventiende in het eerste elftal. Rik De Saedeleer kreeg dan weer een allergie van Scifo. Soms in de wolken (‘Danke Enzo’), maar vaker schold hij hem tijdens zijn reportages de huid vol.

DE SNEL-BELG-WET

Enzo Scifo, geboren op 19 februari 1966, is van Siciliaanse afkomst en begon te voetballen bij La Louvière. Al snel werd hij daar weggehaald door de jeugdscouts van Anderlecht, en zoals gezegd was het Paul Van Himst, zelf ooit op zestien in het eerste van Anderlecht, die de ster in spe vroeg een kans gaf. In geen tijd werkte Scifo zich op tot de lieveling van het op verfijnd voetbal verlekkerde Anderlechtpubliek.

Door omstandigheden werd hij ook erg vroeg voor de nationale ploeg geselecteerd. Toen in ’84 het omkoopschandaal rond de wedstrijd Standard-Waterschei aan het licht kwam, was Guy Thijs, kort voor de eindronde van het EK in Frankrijk, in één klap zes Rode Duivels kwijt. En dus was de achttienjarige Scifo meer dan welkom.

Via een spoedprocedure werd hij net op tijd tot Belg genaturaliseerd. Twee jaar vroeger had men hetzelfde willen doen met Juan Lozano, maar daar had de liberale voorman Herman Vanderpoorten een stokje voor gestoken. Tot woede van Anderlechtmanager Michel Verschueren, die tijdens een Lierse-Anderlecht op de eretribune handgemeen raakte met de minister. (Vanderpoorten indertijd over dit merkwaardige incident : ‘Ik vond dat de heer Verschueren een mooie das droeg, en ik wilde eens kijken van welk merk die was.’ Verschueren: ‘Ik zei nog: maar mijnheer de minister, hou uw manieren.’) Geen voorkeursbehandeling voor Lozano, voor Scifo kon het wel. Dat Anderlecht en de Belgische bond daar zwaar voor betaald hebben, werd gefluisterd, maar nooit toegegeven.

Scifo’s eerste interland was een oefenwedstrijd tegen Hongarije (2-2). Daarna volgde de eindronde van het EK ’84. In Lens won België met 2-0 tegen Joegoslavië. Scifo was de ster van de match. Nadien werden de Belgen met 5-0 ingemaakt door Frankrijk, en lieten ze tegen Denemarken een 2-0-voorsprong verloren gaan in een 3-2-nederlaag. Maar ondanks de uitschakeling was de naam Scifo in heel Europa bekend. De Italiaanse bondscoach Enzo Bearzot, met de Squadra Azzurra twee jaar voordien wereldkampioen geworden, voorspelde Enzo een grote toekomst in Italië.

CIS- EN TRANSALPIJNS

Toch duurde het tot in ’87 vooraleer Scifo in zijn moederland aan de slag ging. Intussen was hij een vaste waarde bij Anderlecht, had hij een met de strafschoppen tegen Tottenham verloren Uefacupfinale op zijn erelijst, had hij de Gouden Schoen ’84 gewonnen, was hij zeker van een plaats in de nationale ploeg en was hij een van de helden die op de wereldbeker in Mexico de halve finale bereikten.

In ’87 werd hij over de rode loper bij Inter Milaan ingehaald, maar toen dat niet meteen in grote successen resulteerde, werd hij al even snel weer uitgeleend aan Bordeaux, waar zijn carrière op een gevaarlijk dieptepunt belandde. Guy Roux lapte hem weer op bij Auxerre, en in ’91 verhuisde Enzo opnieuw naar Italië, bij AC Torino. Daarmee won hij de Italiaanse beker, en verloor hij zijn tweede Uefacupfinale, nu tegen Ajax. Nadien ging het weer Frankrijkwaarts, waar hij vier jaar bij de miljonairs van AS Monaco speelde en er zelfs kampioen mee werd.

In de zomer van ’97 kwam hij terug naar Anderlecht, waar hij twee jaar zou vol maken, een beetje in concurrentie met Pär Zetterberg. Midden vorig seizoen werd die samenwerking alweer opgeblazen. Eerst stuurde Enzo aan op een contractverlenging bij Anderlecht. Toen die er tot zijn verontwaardiging niet in zat, ging hij tijdens de winterstop met Standard onderhandelen over een onmiddellijke transfer. Anderlecht was bereid daaraan mee te werken. Zo kon het een transfervergoeding incasseren, en was het van een zware salarispost verlost. Toen iedereen dacht dat de overgang in kannen en kruiken was, kondigde Enzo plots aan dat hij naar Charleroi zou gaan. Maar pas na het lopende seizoen. Tussen Scifo en voorzitter Roger Vanden Stock vielen toen harde woorden, wat Enzo niet belette zijn contract uit te doen en mee de vijfentwintigste landstitel van paars-wit te behalen.

WRIJVINGEN BIJ DE RODE DUIVELS

Scifo nam deel aan vier WK-eindronden. De Mondiale ’90 was zijn beste toernooi, hoewel die voorafgegaan werd door een zwaar conflict met Walter Meeuws. Toen die in een oefeninterland in Griekenland Scifo op de bank wou zetten, weigerde een woedende Enzo te trainen en werd hij, ondanks een verzoeningspoging van Guy Thijs, teruggestuurd naar Auxerre. Voor Meeuws bespoedigde dit incident zijn ontslag als bondscoach. Guy Thijs leidde de nationale ploeg op het WK in Italië, waar Scifo zich definitief opwerkte tot de patron.

Toch liep ook zijn carrière als Rode Duivel erg wrang af, na het WK in Frankrijk ’98. Eigenlijk was Georges Leekens niet van plan hem mee te nemen. Een pingelaar paste niet in zijn spelconcept, en volgens medische tests was Scifo niet fit. Toen hij in een voorbereidingsmatch tegen de VS niet werd opgeroepen, kondigde hij boos zijn afscheid van de nationale ploeg aan. Na zware druk achter de schermen van sponsors, die met Enzo een reclamecampagne hadden opgezet, en van Anderlecht dat zijn bestuurder Jean Dewinne als bemiddelaar uitzond, werd de breuk gelijmd.

Scifo ging mee, zat op de bank tegen Nederland (0-0), was een van de beteren tegen Mexico (2-2), en was zeker niet de minste tegen Zuid-Korea (1-1). Toch verving Leekens hem in die partij door Franky Van der Elst, wat door Enzo als een grove onrechtvaardigheid werd ervaren. Enkele maanden later haalde hij in een autobiografie ( ‘Mijn ware verhaal’) zwaar uit naar Leekens. Dat kwam hem op een scherpe en onverwachte repliek van Franky Van der Elst te staan. Waarna beide gewezen sterkhouders van de nationale ploeg voor eeuwig vijanden werden. Tijdens de daaropvolgende Brugge-Anderlecht kwam het bijna tot een ordinaire vechtpartij.

SPELER-TRAINER-VOORZITTER

Begin dit seizoen ging Enzo dus aan de slag bij Sporting Charleroi, een club die na jaren van interne bestuursruzies zo goed als uiteen was gevallen. Dat zette het politieke boegbeeld van de stad, huidig minister-president van de Waalse regering Jean-Claude Van Cauwenberghe (PS), ertoe aan om in te grijpen, samen met Eric Somme, de man achter de succesvolle basketbalploeg van Charleroi. De komst van Scifo moest het ooit zo grote enthousiasme rond de ‘Zebra’s’ doen herleven.

Scifo kocht zichzelf in de club in, zou één tot twee seizoentjes als speler actief zijn, en daarna voorzitter worden. Een vrij unieke situatie. Die een andere wending nam toen Scifo geconfronteerd werd met de precaire financiële situatie van Sporting. Daarin zijn geld investeren, bleek al te riskant. Als een deus ex machina kwam plotseling frisdrankfabrikant Chaudfontaine opgeborreld, en kocht de meerderheid van de clubaandelen over. Afgevaardigd bestuurder Abbas Bayat werd voorzitter, Scifo vice-voorzitter.

Charleroi, dat vorig seizoen slechts op het nippertje de degradatie ontliep, nestelde zich met Scifo verrassend in de topvier van de rangschikking. Toch werd trainer Manu Ferrera, nochtans een vriend van Scifo, onlangs ontslagen. Ook daarbij vielen weer onprettige woorden. Scifo nam de taak van Ferrera over. Tijdelijk, zo leek het, maar een week later moest hij op advies van de artsen een definitief einde maken aan zijn spelersloopbaan. Heup kapot, hoop kapot. Want de eergierige patron had zo graag nog een tijdje geschitterd waar hij zijn hele leven zo graag heeft geschitterd: op het veld. Enzo maakt dit seizoen vol als trainer, en staat binnenkort voor een moeilijke keuze: trainer blijven of toch voorzitter worden. Twee hondenstielen.

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content