Economisten voorspellen een zwakke economische groei. Maar hun weerberichten hebben veel aan kracht verloren sedert de onaangekondigde crisissen in grote delen van de wereld.

Hoe zit dat nu eigenlijk met die groei van Belgische economie? “Het is erop of eronder”, antwoordt Boudewijn Velghe, directeur economie en conjunctuurspecialist bij het Verbond van Belgische Ondernemingen. Hij ziet twee mogelijkheden. Ofwel groeit de Belgische economie volgend jaar met 2 tot 2,5 procent, wat minder is dan eerder werd gedroomd. Ofwel kabbelt ze met slechts 1 tot 1,5 procent omhoog. In dat laatste geval sukkelen we in een serieuze crisis. Maar België niet alleen; voor heel Europa is de toestand navenant.

“De meesten denken dat het erop zal zijn, maar nog nooit zaten wij met zoveel vraagtekens over de ontwikkeling van de conjunctuur”, bekent Velghe. Hij toont zich minder optimistisch dan de Nationale Bank en dan de prestigieuze instituten als het Internationaal Monetair Fonds, de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling of de Europese Commissie. Voor Velghe pleit alvast dat hij verleden jaar al een groeivertraging voor de tweede helft van 1998 aankondigde, wat toen tegendraads klonk maar dus wel uitkomt.

Peter Praet, de gerespecteerde chief economist van de Generale Bank, geeft het rampenscenario één kans op vier. Dat Amerikaanse investeringsbanken nu zeer pessimistisch doen, en een recessie in de Verenigde Staten en een Europese groei onder het anderhalf procent zien naderen, kan nog belang hebben om de centrale banken tot renteverlaging aan te sporen. Maar het gevaar voor een tragere groei bestaat hoe dan ook.

Praet maakt zich vooral zorgen om de consumenten. De industrie heeft het zo al moeilijk, met overal trage groei en dalende prijzen, en goedkope concurrentie vanuit Azië. Als het vertrouwen van de verbruikers nu weer tuimelt, belandt de economie opnieuw in een vicieuze spiraal. “Ik ben verbaasd over de hevige reacties op de sluitingen van Levi’s, Lee en andere Boëls. Macro-economisch stelt dat niet zoveel voor. Maar de mensen zijn nog getraumatiseerd door de jongste jaren, en vrezen dat het opnieuw begint.”

ETEN TERWIJL DE KEUKEN BRANDT

Wat zijn die economische weerberichten waard? Verleden herfst stortten de gereputeerde economieën van Azië ineen en was het duidelijk dat de tweede wereldmacht Japan niet uit het moeras wegkon. Toch bleef alles wat op economisch en monetair gebied gezag en macht heeft, jubelen dat er in het Westen niets aan de hand was. De meest recente zestig dagen bewezen het tegengestelde. De beurzen kregen zware klappen, de economische prognoses worden dag aan dag naar beneden bijgesteld, de winstwaarschuwingen van grote ondernemingen volgen mekaar in versneld tempo op.

“Ik heb het wél voorspeld”, klopt Peter Praet zich op de borst. En terecht. Als een van de weinige economen hield hij voor dat, als een groot stuk van de wereld op de sukkel geraakt, de rest daar ook last van ondervindt. Merkwaardig. Terwijl de globale economie de wereld beschouwt als een groot dorp, houden de aanhangers van die theorie een jaar lang vol dat als het in de keuken brandt, men best in het salon kan blijven dineren. “De mensen die het economisch beleid uitstippelen, lijden aan myopie”, zegt Praet nu.

“Naar economen wordt niet steeds goed geluisterd”, beweert Wim Moesen, hoogleraar economie aan de KU Leuven en bestuursvoorzitter van de Artesia Bank. Hij doceert dat de economie trends kan voorspellen, maar het moment waarop de trekker wordt overgehaald, blijft onvoorspelbaar. Iedereen wist dat de beurscorrectie al jaren in de lucht hing, maar wat het startsignaal ervoor zou zijn, kon niemand zeker weten. Dat kon zowat alles zijn: Azië, Rusland of Bill Clinton die zijn broek laat zakken. John Maynard Keynes tekende het al op: de economie is onderhevig aan animal spirits.

ZO BETROUWBAAR ALS METEOROLOGEN

“Economische conjunctuurspecialisten zijn als meteorologen. Zij voorspellen dat er een storm komt, maar kunnen niet juist zeggen wanneer noch exact waar”, zegt VBO-man Velghe in alle nederigheid. “Stel dat er nu nog een groot bedrijf sluit, dan stuikt het consumentenvertrouwen ineen. Terwijl de andere economische indicatoren gunstig waren, heeft de sluiting van Renault in Vilvoorde twee, drie maanden consumptiebestedingen gekost. Zulke toestanden vallen niet te voorspellen.”

De grote instituten vrezen bovendien een boodschap te verkondigen die zichzelf waarmaakt – selffulfilling prophecy, weet u wel. Zo bekende Michael Mussa, de toponderzoeker van het IMF, zopas dat de instelling bij zijn economische prognoses rekening houdt met de politieke gevoeligheden in de lidstaten. Econometristen blijken tenslotte hun computermodellen bij te sturen naargelang van de uitslag die zij verwachten. “Ja, conjunctuuranalyses mogen met een korrel zout worden genomen”, vindt Boudewijn Velghe.

Peter Praet kijkt ook naast zijn tabellen en grafieken: als de groeivertraging echt serieus is, dan zit Europa met ernstige maatschappelijke problemen. De werkloosheid zal dan significant stijgen, het begrotingstekort in Duitsland, Frankrijk en wellicht ook in Italië klimt in dat geval boven de drie procent. Maar vooral, de bevolking zal reageren. “Jarenlang werden de bevolking inspanningen opgelegd met de belofte dat er meer economische groei en meer werkgelegenheid komt als de overheidstekorten verlagen en de macro-economische evenwichten zich herstellen. Daarom zal de bevolking een nieuwe crisis niet begrijpen – zonder de euro zou die nog erger zijn, maar dat doet niet terzake. De mensen gaan dan een nieuw beleid eisen. De Duitse sociaal-democraten, bijvoorbeeld, komen dan onder sterke druk om iets te doen dat verschilt van de jongste jaren.”

EUTHANASIE VOOR DE RENTENIERS

De chief economist ziet het volgende scenario. De regeringen zullen op een meer autoritaire manier de arbeidsherverdeling opleggen, de 35-urenweek à la Française. Waarschijnlijk herwinnen de vakbonden macht. Voor het dempen van het overheidstekort zullen geen besparingen in de sociale zekerheid meer aanvaardbaar zijn. De actieve bevolking, de middenklasse zal geen belastingverhoging accepteren. Praet hoort dat nu al: “Wij hebben genoeg ingeleverd, ons deel van het contract is uitgevoerd. Het gaat trouwens om een financiële crisis, de schuld van de speculanten.” Kortom, de renteniers moeten betalen, via nieuwe maatregelen zoals een spaar- en vermogensbelasting. De “euthanasie van de renteniers”, zoals Keynes al in de jaren twintig schreef.

Het Internationaal Monetair Fonds heeft aan de crisissen in Azië, Rusland en Latijns-Amerika veel krediet verloren. De instelling doorworstelt nu een hervormingsproces. De monetaire problemen en de economische verzwakking kosten de centrale banken prestige. Dat ze zich blind staren op een niet meer bestaande inflatie – wat economische groei kost – maakt nogal wat politici zenuwachtig. Er gaan stemmen op dat Europa te veel macht aan zijn Europese Centrale Bank heeft gegeven. Ten bewijze: de jongste Europese top sprak zich onofficieel uit voor een de economie steunende renteverlaging en de nieuwe Duitse kanselier Gerhard Schröder spaarde zijn lof voor de Amerikaanse centrale bankier Alan Greenspan niet. Dat kon zijn eigen, strenge Hans Tietmeyer op zijn hoed steken.

Guido Despiegelaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content