Profligavoorzitter Ivan De Witte, tevens preses van AA Gent, staat honderd procent achter de competitiehervorming. Zelfs als zijn eigen club er het slachtoffer van zou worden. ‘Ik heb dat moeten leren, denken aan het algemeen belang.’

Volgend seizoen ondergaat de Belgische eerste klasse een ware gedaanteverwisseling. Er is natuurlijk de afslanking van achttien naar zestien clubs, waarvan dit seizoen al werk wordt gemaakt. Maar dat is pas het vertrekpunt voor de hervorming. In augustus start een eerste, reguliere competitie van dertig wedstrijden waarin de overgebleven zestien clubs elkaar twee keer treffen. De beste zes ploegen spelen vervolgens een nacompetitie van tien wedstrijden. Hierbij staan de landstitel, een tweede Champions Leagueticket en één startbewijs voor de UEFA Cup op het spel. Een bijkomende eigenaardigheid is dat de punten uit de eerste competitiehelft, de eerste dertig matchen dus, nog steeds meetellen in die nacompetitie, zij het dan gehalveerd en afgerond naar boven.

De nummers 7 tot 14 van de reguliere competitie worden over twee poules van vier ploegen verdeeld, al is de precieze formule daarvoor nog niet beslist. De winnaars van de twee poules nemen het in ieder geval tegen elkaar op in een alles-of-niets-match, met als inzet een wedstrijd tegen de vierde van de nacompetitie van de beste zes. Wie die match wint, heeft recht op het tweede UEFA Cup-ticket, het derde is voor de bekerwinnaar. Degradatie is er voor de zestiende van de reguliere competitie, de vijftiende speelt een eindronde met drie tweedeklassers. Dat is in een notendop de aangekondigde hervorming.

Het wordt er in ieder geval niet simpeler op. Denkt u dat de voetbalfan zal kunnen volgen?

IVAN DE WITTE: Ik zie niet in waarom niet. Eigenlijk is het vrij eenvoudig: de eerste dertig matchen worden een strijd om bij de eerste zes, en zeker niet bij de laatste twee, te eindigen. Wie tussen die twee uitersten valt, maakt aan het eind van de rit nog altijd kans op Europees voetbal, toch een erg mooie troostprijs. De kers op de taart komt met die laatste tien matchen van de beste zes, een bundeling van spanning en inzet. Dat wordt een spektakelstuk zoals we in België nog nooit hebben gezien.

AA Gent zal moeten knokken om bij de eerste zes te raken. Hoe moeilijk is het om een beslissing te verkopen die potentieel nadelig is voor uw eigen club?

DE WITTE: Dat is niet vanzelfsprekend, nee. De grote drie lijken min of meer zeker van de nacompetitie, Gent plaats ik bij een groepje met onder andere Germinal Beerschot, Charleroi, Westerlo en Lokeren: clubs die in een goed jaar bij de eerste zes kunnen eindigen, maar evengoed ook niet. Dat wil dus zeggen dat je het ene jaar de vruchten plukt van de hervorming en het andere jaar niet.

Als Profligavoorzitter mag ik enkel naar het bredere belang kijken en dan moet ik deze hervorming wel verdedigen, ook al kan het mijn eigen club pijn doen. Dat is een gespleten situatie die niet makkelijk vol te houden valt. Mijn mandaat loopt af in oktober. En dan zal ik eens goed nadenken over mijn verdere functioneren bij de Profliga.

U stopt dus.

DE WITTE: Dat is nog niet zeker. Ik ben met iets gestart, dan is het logisch dat ik dat wil afmaken. Maar tegelijk is er die dubbelzinnige positie waarbij je onvermijdelijk met jezelf in conflict komt. Het vergt enorm veel zelfdiscipline om daarmee om te gaan. Ik heb dat ook echt moeten leren, denken aan het algemeen belang. Nee, ik ben er zelf nog niet uit of ik doorga als voorzitter. Het enige wat vaststaat, is dat ik AA Gent onder geen beding zal verlaten.

Hoe fair is de hervorming? De best presterende club kan in die tien matchen nog makkelijk naast alle prijzen grijpen.

DE WITTE: Tja, men weet op voorhand dat er een nacompetitie volgt. De punten uit de eerste competitiehelft zijn hoe dan ook niet helemaal verloren. De kampioen van dat deel start met een bonus aan de beslissende fase.

De grote clubs hebben de kleintjes van de hervorming overtuigd, vooral via een groter aandeel in de televisiegelden. Maar nu lijken zij terug te krabbelen: Standard twijfelt openlijk en Club Brugge verklaart zelfs onomwonden dat de hervorming niet hoeft.

DE WITTE: Een verandering gaat altijd gepaard met een beetje weerstand. En de hervorming zal zeker niet perfect zijn, maar ik zie toch veel positieve elementen. Bijvoorbeeld het afslanken tot zestien clubs, wat gewoon een noodzakelijke, economische beslissing was. Een land met tien miljoen inwoners heeft te weinig potentieel voor achttien eersteklassers.

En voor zestien is er wel plaats?

DE WITTE: Waar leg je de lat anders? Met veertien zou de competitie te klein zijn. Je hebt een zekere kritische massa nodig om een voldoende gevarieerd wedstrijdschema op te stellen. Men kan veel kritiek geven op de hervorming en ik zal niet eens beweren dat die volledig onterecht is. Maar als ik moet kiezen tussen niets doen en iets doen met het risico dat je het later weer moet omgooien, dan heb ik het liever geprobeerd dan niet. Na twee seizoenen kunnen we zo nodig bijsturen. Dan loopt het televisiecontract af.

Veel financiële ontsporingen van de laatste jaren zijn veroorzaakt door de heilige schrik van de clubs om te degraderen. Is eraan gedacht om een gesloten competitie zonder degradatie in te stellen, zoals in de Amerikaanse NBA?

DE WITTE: Daar is over nagedacht, maar we hebben dat zogoed als direct verworpen. Een competitie is maar een competitie zolang er een sportieve uitdaging blijft bestaan. We hebben de clubs wel tegen zichzelf beschermd door een forse premie in te stellen voor de dalers, die moet helpen bij het betalen van de grote contracten die men uit eerste klasse meeneemt. Daar is een behoorlijke som voor uitgetrokken.

Deze week valt het verdict in de rechtszaak die tweede klasse tegen de competitiehervorming heeft ingespannen. Begrijpt u dat de tweedeklassers zich gepakt voelen door deze hervorming?

DE WITTE: Eerlijk gezegd niet, er was voldoende tijd en ruimte voor overleg. Maar met de mensen van tweede viel nauwelijks te onderhandelen. In ieder geval was het niet nodig om naar de rechter te stappen. Ik vrees ook dat dit sporen zal nalaten in de relatie tussen de twee afdelingen.

Dertig plus tien matchen, plus een beker en mogelijk een Europese campagne: er zullen grotere spelerskernen nodig zijn. Gaat AA Gent zijn spelersgroep uitbreiden?

DE WITTE: Je kunt dat op twee manieren oplossen: met een grote kern van allemaal volwaardige eersteklassers of door de jeugd meer kansen te geven. AA Gent kiest voor de tweede optie. Maar ik geef toe: wij zijn geen club die kampioen moet worden. We zullen onszelf de druk opleggen om bij de eerste zes te eindigen, en er daarna zoveel mogelijk uit te halen. Met welke wapens de andere clubs hun doelstellingen proberen te halen, moeten zij weten.

Kerstvoetbal is een andere nieuwigheid voor volgend seizoen. Kunnen onze velden dat aan?

DE WITTE: Op dit moment niet. En ik ben het ermee eens dat niemand iets heeft aan schaatspartijen zoals in die bekermatch tussen Club Brugge en Roeselare. Maar verhef die uitzondering niet tot de regel; de extreme winterprik van dit jaar is zelden gezien. Voor mij gaat deze discussie trouwens niet alleen over de winter. In eerste klasse zijn er velden die al in september niet meer goed bespeelbaar zijn. Nochtans kost een mooi speelveld maar een kleine 300.000 euro, het equivalent van één speler. Dat moet iedere eersteklasseclub aankunnen. Bekijk het als een investering, want je zult mooier voetbal zien en minder blessures.

AA Gent heeft ook geen verwarmd veld.

DE WITTE: Akkoord, maar wij wachten op ons nieuwe stadion. Ik begrijp dat niet alle clubs zich kunnen spiegelen aan de verwarmde velden van Genk en Standard, want dat zijn clubs met budgetten waar de rest maar van kan dromen. Maar als Westerlo het kan, moet de rest toch kunnen volgen? Je merkt aan de spelers trouwens dat ze graag afreizen naar Genk, Westerlo of Standard, dat het daar aangenaam voetballen is.

Diezelfde spelers zijn absoluut niet gewonnen voor kerstvoetbal. Telt hun stem?

DE WITTE: Natuurlijk. De spelers willen ook eens thuis kunnen zijn in die periode, wat menselijk is maar daar bestaan oplossingen voor. Doe zoals in Nederland: daar stopt men op 30 december voor één week vrij en één week stage met de club. Dat is toch leefbaar? Voor de clubs wordt kerstvoetbal sowieso een succes: de supporters hebben tijd en de televisie snakt naar boeiend beeldmateriaal.

Dit seizoen viel de winterstop nog gewoon vóór kerst. AA Gent stond toen tiende. Dat is onder de verwachtingen.

DE WITTE: En toch is er weinig fundamentele onvrede bij het bestuur. We zien dat de spelersgroep zeer hard en gedisciplineerd werkt. Dat moet vroeg of laat lonen: als het niet dit jaar is, dan volgend jaar. Wellicht is dit gewoon een groeiperiode waar we door moeten. Bovendien hebben we pech gehad dat belangrijke spelers zich blesseerden: Dario Smoje, Bernd Thijs, Adekanmi Olufade… En daar komt nog bij dat we behoorlijk veel scheidsrechterlijke beslissingen tegen ons hebben gekregen, wat aardig wat punten heeft gekost. Ik herinner me alleen al uit de match tegen Standard twee, drie matchbepalende fases.

Dus die tiende plaats was onterecht?

DE WITTE: Daar hoorden we niet thuis, nee. Maar tegelijk geef ik toe dat we nog niet het voetbal spelen dat de trainersstaf en het bestuur voor ogen hebben. Ik geloof dat onze wintertransfers dat voor een deel zullen oplossen, want er is in iedere linie gevoelige versterking bijgekomen, met Stef Wils van Westerlo, Tim Smolders van Charleroi en Adnan Custovic van Moeskroen. Dat, en het feit dat spelers en trainers stilaan meer op elkaar ingespeeld raken, doet mij hopen op een betere terugronde. De beker kan bovendien nog veel goedmaken.

We wisten op voorhand dat dit een seizoen om te bouwen zou worden. Al maakt dat het niet altijd makkelijker om het geduld te bewaren. ( lacht) Gelukkig straalt Michel Preud’homme veel rust uit. Tijdens de matchen zeker niet, maar tussen de wedstrijden in des te meer. ( lacht) Preud’homme weet erg goed waar hij mee bezig is, dat merk je aan alles.

Vorig jaar werd hij met Standard kampioen, nu werkt hij in de grijze middenmoot. Hoe gaat hij daar zelf mee om?

DE WITTE: Ik denk dat hij het daar erg lastig mee heeft. Zoals het ook voor mij moeilijk is om kalm te blijven, terwijl ik weet dat de ploeg beter kan. Soms voelde ik me zelfs schuldig tegenover Preud’homme, een kampioenentrainer, ooit verkozen tot beste keeper van de wereld. Ik heb hem al gevraagd: ‘Michel, ben je niet te ontgoocheld met wat je allemaal meemaakt hier bij AA Gent?’ Maar hij antwoordde: ‘Voorzitter, ben je niet te ontgoocheld in wat Preud’homme jouw club bijbrengt?’ En tot op vandaag vind ik nog altijd dat zijn aanstelling een bijzonder wijze beslissing was.

Toch is niemands krediet onbeperkt. Stel dat u aan het eind van het seizoen dertiende eindigt, dan staat Preud’homme allicht op straat.

DE WITTE: Dat zouden we dan moeten zien. Het is oprecht mijn intentie om met Preud’homme iets op te bouwen. Zo’n scenario lijkt me niet erg realistisch.

Preud’homme zal geen slechtere trainer geworden zijn sinds vorig jaar. Moet de conclusie niet zijn dat de impact van een trainer in feite erg beperkt is?

DE WITTE: Ik ben ervan overtuigd dat Preud’homme net een heel grote impact heeft gehad: de spelers zijn professioneler geworden, ze kunnen meer trainingsarbeid aan, er wordt gewerkt aan de mentaliteit… Vroeg of laat zul je dat ook zien in de resultaten. Het echte werk van Michel Preud’homme verdient sowieso meer dan de tiende plaats.

Ondertussen is Bryan Ruiz, uw goudklomp, gevoelig in waarde aan het dalen.

DE WITTE: Hij komt minder spectaculair naar voren dan vorig jaar, maar is volgens mij wel een betere voetballer aan het worden. In het systeem van Preud’homme moet hij verdedigend meer werk opknappen, meer lopen ook. Dat is modern voetbal, zoals het ook in Spanje, het land waar Ruiz van droomt, gespeeld wordt. Ruiz zal, als hij ooit ginder voetbalt, nog heel dankbaar zijn dat hij dit heeft meegemaakt.

U klaagde net over de arbitrage. Nochtans was dat een van de zaken die u als voorzitter van de Profliga dringend wilde aanpakken.

DE WITTE: Er beweegt daar nochtans wat. Met Alex Ponnet is er een bemiddelaar aangesteld tussen de scheidsrechters en de clubs. Dat neemt al veel frustratie weg. Want dat is eigenlijk de kern van de zaak: ik zie een scheidsrechter als een dienstverlener, die tot taak heeft ervoor te zorgen dat zijn klanten, de clubs dus, tevreden zijn over zijn prestatie. Dat is nog iets anders, en eigenlijk ook meer, dan louter de reglementen toepassen. Een arbiter kan gerust twee, drie fouten maken; als hij de match goed beheert, wordt hem veel vergeven.

Een andere verbetering zijn de oortjes, die in principe de zaken vergemakkelijken, maar af en toe ook tot gevolg hebben dat de lijnrechters te veel hooi op hun vork nemen. Dat nieuwe aandachtspunt hebben we al aan de Centrale Scheidsrechterscommissie gemeld, wat op zichzelf al positief is, want vroeger kon je met zulke klachten nergens terecht. Om samen te vatten: met de arbitrage zijn we zeker nog niet waar we willen zijn, maar het betert wel. En als ik Robert Jeurissen mag geloven, komen er nog een paar jonge arbiters van uitzonderlijke kwaliteit aan.

Hoe staat het met het nieuwe stadion van AA Gent? Wanneer verhuizen jullie?

DE WITTE: Op 1 juli 2010. De vergunningen zijn in orde en alles ligt op schema, zowel financieel als bouwtechnisch. We wachten wel nog op fondsen van de Vlaamse regering, maar dat komt normaal gezien in orde.

De laatste grote infrastructuurwerken hebben uw club destijds diep in de schulden gestoken. Zal de geschiedenis zich herhalen?

DE WITTE: Nee, voorzorgen om dat te vermijden zijn genomen. AA Gent engageert zich voor dit stadion, maar niet tot in het absurde. De afbetalingsverplichtingen van onze lening, overigens gewaarborgd door de stad, blijven makkelijk beheersbaar. Nee, AA Gent gaat dat geen tweede keer meemaken. Nooit.

Tot slot: vandaag, woensdag, wordt de Gouden Schoen uitgereikt. Wie verdient volgens u de trofee?

DE WITTE: Half Standard is kandidaat, maar de speler die op mij de grootste indruk nalaat, is Milan Jovanovic. Qua talent staat hij op een niveau dat we in België zelden zien.

DOOR JEF VAN BAELEN

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content