In 2010 mag Istanbul de titel van Culturele Hoofdstad van Europa dragen. De eeuwenoude megapolis op de grens tussen Europa en Azië wil zich voor die gelegenheid van zijn meest moderne, kosmopolitische kant tonen.

Een avond in Istanbul. Een restaurant, zoals er zoveel zijn, met een adembenemend uitzicht op de Bosporus. Typisch Turkse gerechten? Vergeet het maar. Bezwerende Turkse muziek, oosterse charme? Nee hoor. Het Turkse personeel spreekt beleefd Engels, de menukaart oogt behoorlijk kosmopolitisch en door de muziekinstallatie golft Sinatra, een streepje Franse muziek, en vooral: opvallend weinig Turkse klanken. Waren de Turken geen gesloten, nationalistisch volk? In hippe cafés en discotheken hetzelfde verhaal. De plaatselijke jeunesse dorée danst op Europese en Amerikaanse muziek, met slechts af en toe een oriëntaalse ondertoon. Jongeren van achttien lopen gekleed zoals jongeren in Antwerpen of Brussel gekleed gaan. Of beter: zoals chic volk in New York gekleed moet gaan. Van strenge religiositeit of traditionele waarden geen spoor. Deze jonge Turken zijn westerlingen, misschien wel nadrukkelijker dan westerlingen zelf.

Istanbul, dat zich opmaakt om in 2010 een jaar lang de Culturele Hoofdstad van Europa te zijn, is altijd de meest Europese stad van Turkije geweest. Ook de organisatoren van Istanbul 2010 willen benadrukken dat de stad aan de Bosporus, op de grens tussen Europa en Azië, in de eerste plaats een multiculturele metropool is, waar Oost en West elkaar bevruchten. Het programma voor 2010 besteedt ruim aandacht aan die rol. Muziek, beeldende kunst, film, literatuur, hedendaagse dans: voor elk domein zijn er tentoonstellingen of concerten die het bewijs moeten leveren van de wederzijdse beïnvloeding – of die nu honderden jaren geleden plaatsvond of nu.

De eeuwenoude moskeeën, sultanpaleizen en Atatürkmusea krijgen voor de gelegenheid weliswaar een nieuw likje verf, maar het zwaartepunt ligt bij het hedendaagse, de moderniteit, de toekomst. Istanbul 2010 wil ook een project zijn voor de mensen in eigen stad. En laat nu bijna de helft van de zowat 12 miljoen inwoners van Istanbul jonger dan 25 zijn.

Tot slot: dat de titel van Culturele hoofdstad van Europa naar een stad in een niet-EU-lidstaat gaat, lijkt misschien opmerkelijk. Uniek is het echter niet. In 1999 werd het programma, dat sinds 1985 bestond, opengesteld voor steden buiten de EU. Sindsdien gingen al meerdere steden uit Noord- en Oost-Europa op die uitnodiging in. Vanaf het jaar 2000, toen onder meer Brussel de titel droeg, gaat het ook niet meer noodzakelijk om één stad. Daardoor kunnen het Hongaarse Pécs en het Duitse Essen zich in 2010 eveneens in een feestelijk kleedje steken. Pécs en Essen werken overigens nauw met Istanbul samen voor enkele afzonderlijke evenementen. Kruisbestuiving, inderdaad.

DOOR GERRY MEEUWSSEN

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content