In Centraal-Europa wordt een uniek natuurgebied herboren. Om de middenloop van de Donau herstellen de Auen zich langzaam : een waterwoud dat het Marchfeld afzoomt, het oude slagveld bij Wenen.

Een natuurpark is rendabeler dan een elektrische centrale. Met die conclusie schoten Oostenrijkse econometristen het voornemen af om in Hainburg een waterkrachtcentrale te bouwen. Hainburg ligt aan de Donau, veertig kilometer ten oosten van Wenen. In de jaren tachtig werden er tientallen kilometers stuwen gepland. Een dam zou voldoende water ophouden om een honderdste van de nationale energieproductie aan te leveren. De waterkering zou echter de biotoop hebben vernietigd van de Donau-Auen, het enige overgebleven waterwoud in Centraal-Europa. Dus ageerden milieubeschermers de ziel uit hun lijf. In het gezicht van de spaarzame jaren negentig vonden ze het doorslaggevende argument om zo’n aanslag te voorkomen. Een centrale zou 60 tot 75 miljard frank hebben gekost. En de opbrengst van die investering woog niet op tegen de baten van het natuurpark dat nu, een paar maanden geleden, officieel is erkend.

Ingenieur Robert Brunner coördineert in Wenen de ontwikkeling van het Nationalpark Donau-Auen en legt uit waarom. ?Door te kiezen voor lagere oevers van de Donau, in de plaats van voor hun ophoging voor de waterkrachtcentrale , graaft de rivier zich niet meer dieper in de bodem. Dat heeft belangrijke gevolgen. We moeten geen kapitaal blijven spenderen om de diepte-erosie van de Donau tegen te gaan. Het verzekeren van de scheepvaart kost minder. En we houden het grondwater op peil, dat bijzonder zuurstofrijk is en van betere drinkkwaliteit dan het Alpenwater. Want het vertoont minder sporen van vervuilde neerslag dan het water uit de bergen. We vermijden dus toekomstige investeringen op velerlei gebieden. Als een onbeperkte hoeveelheid geld beschikbaar is, kan een waterkrachtcentrale, op deze plek en op lange termijn, misschien financieel renderen. Maar als het geld niet aan de bomen groeit, biedt natuurbehoud een betere uitkomst. De centrale zou trouwens onvoldoende verzekerde stroom hebben opgewekt. Haar vermogen zou gepiekt hebben bij hoogwaterstand, in het midden van het jaar, net wanneer de vraag naar elektriciteit het laagst is. Terwijl haar capaciteit het zwakst zou zijn geweest in de wintermaanden, bij een veel grotere vraag naar energie.?

VISSEN VAN 150 KILOGRAM, GEVANGEN IN DE DONAU

In Zwentendorf, veertig kilometer ten westen van Wenen, staat een nooit gebruikte kerncentrale. Een referendum beschikte in 1978 over haar lot. Sindsdiens leerden overheden en planners aandachtiger te luisteren naar de stem van het volk. Waardoor een vijfde van de Donauloop in Oostenrijk nu vrij blijft van kanalisering. Bij beschermingsbesluit kan het waterwoud tussen Wenen en de Slovaakse grens dus regenereren. Een gebied van 115 vierkante kilometer, vijftig kilometer lang, omheen rivierarmen die zich in de vlakte verliezen. Er gedijen honderden landschapseigen planten- en diersoorten.

?Tweehonderd jaar geleden waren op de markt in Wenen vissen van 150 kilogram te koop,? verhaalt Brunner. ?Ze kwamen stroomopwaarts gezwommen, vanuit de Donaudelta in Roemenië. Nu geraken ze niet meer tot hier, vanwege de stuwen en dammen. Die van de IJzeren Poort op Joegoslavisch-Roemeense grens vormen, bijvoorbeeld, een gigantische hindernis. In de Auen komen nog een zestigtal vissoorten voor, waaronder steur. De kanalisering van de grootste stroom van Europa verstoorde veel ecosystemen. Van de bronnen tot de Slovaakse hoofdstad Bratislava tellen we nu 95 waterkrachtcentrales, waarvan negen in Oostenrijk.? (Zie infografiek.)

Zeventig jaar geleden vroor de Donau van Roemenië tot Wenen nog dicht. ?De Auen vormden toen een buffer tussen boven- en benedenloop. Tot Wenen gedraagt de Donau zich als een bergrivier, vanwege een verval van 40 centimeter per kilometer. Hij baant zich vervolgens tussen twee heuvels een weg naar de vlakte. Daar, in het Auengebied, sleurt hij jaarlijks 300.000 kubieke meter bodem weg, tot en met stenen van vijf centimeter doorsnee. Vroeger was dat geen probleem, omdat hij tegelijk grover materiaal afzette, afkomstig van zijrivieren uit de Alpen. Maar door de dammenbouw van de jongste veertig jaar raakte gestaag veel minder sedimentgruis aangevoerd. Bijgevolg groef de Donau zijn dalzool uit. Over een periode van tachtig jaar berekend, kwam hij jaarlijks gemiddeld anderhalve centimeter dieper te liggen. De oevers van de hoofdstroom werden geleidelijk te hoog om beemden te laten overstromen ; oude rivierarmen kregen minder vers water. Het storten van stenen op de dalzool kon het erosievraagstuk wel oplossen. Met een nieuwe waterkrachtcentrale in de buurt hadden het exemplaren moeten zijn met een kaliber van vijf à tien centimeter. Nu, met een natuurpark, volstaan we met twee à acht centimeter doorsnee.?

De Donau heeft hier een hoogwaterdebiet van 5.200 kubieke meter per seconde en in uitzonderlijke omstandigheden zelfs van 9.000 kubieke meter. Met die capaciteit dient rekening gehouden in verband met erosie, en niet met het jaargemiddelde van 2.000 kubieke meter per seconde.

DE DONAU-AUEN VERDRAGEN ALLEEN ZACHT TOERISME

Na de dalzoolverhoging van de hoofdstroom, krijgen verlaten meanders ( Altarme) weer water. De Auen vormen dan sassen die mee helpen de erosie tegen te gaan. Robert Brunner : ?Als het waterpeil van de Donau een meter stijgt ten opzichte van de oever, krijgen we vijf overstromingen per jaar : in januari, april, juni, augustus en september. Er zal dan 220 dagen per jaar water in de Altarme stromen, tegen 40 tot 70 dagen per jaar nu. De begroeiing in het waterwoud zal dan veranderen. Op een natuurlijke manier, want geen mens kan uitkienen hoe de passende flora er over jaren zal uitzien. Bomen aanplanten heeft geen zin ; wie weet dewelke op een bepaalde plek de beste levenskansen hebben ? Het ecosysteem functioneert nog, het zal zichzelf herstellen. Snelgroeiende en snelkiemende planten zullen in ieder geval vlotter gedijen dan trage soorten. Want telkens het hoogtij eraan komt, spoelen zaad en zaailingen weg. De jungle zal zelf het onaangepaste uitschakelen, ten voordele van het aangepaste.?

Er broeien al honderd vogelsoorten, sommige komen jagen omdat de stroom niet bevriest, de zeearend keert terug. De natuurtoerist trekt al zijn laarzen aan. Er worden kanotochten op de Auen georganiseerd. ?We moeten intelligent omspringen met de ontsluiting. We laten geen bezoekers toe over de hele oppervlakte van het natuurpark. Alle activiteit wordt gebundeld rond informatiecentra. We leggen een wandelweg aan op de ene oever en de overkant is voor de vogels. Liefhebbers van fotografie en fauna en flora kunnen met gidsen van het informatiecentrum op stap. Het waterwoud verdraagt alleen zacht toerisme, met het oog op ontspanning en opvoeding. In de buurt van een stad met anderhalf miljoen inwoners, die bovendien veel internationaal bezoek aantrekt, is vooruitziendheid geboden. Ons hoofddoel blijft : de voorwaarden scheppen opdat een uniek natuurgebied zich zou kunnen ontwikkelen zonder tussenkomst van de mens.?

De omwonenden hadden het aanvankelijk niet begrepen op de erkenning van de Donau-Auen als nationaal natuurpark en op de openstelling ervan voor het publiek. ?Ze stonden wantrouwig. Voor 1989 leefden ze in relatieve afgezondering in hun uithoek, want ten oosten van het Marchfeld hing het IJzeren Gordijn. Toen Tsjechoslovakije en Hongarije hun grenzen openden, bevonden ze zich plotseling weer in een doorgangsgebied. Nog meer mensen, horden toeristen, konden ze missen. En zou dat park niet teveel kosten ? Langzaamaan begrepen ze dat zacht toerisme hun streek niet zou schaden, maar veeleer ten goede zou komen. Onder meer op het stuk van werkgelegenheid, horeca. Anderen moesten ervan worden overtuigd dat natuur beschermen niet neerkomt op mensen bannen. We wezen erop dat milieubewuste bezoekers toch welkom zijn in de andere nationale parken : de Hoge Tauern, het Nockengebergte in Kärnten en de Neusiedlersee in Burgenland, die door de Unesco de cultuurorganisatie van de Verenigde Naties als universeel erfgoed is beschermd. Overigens voldoen de Donau-Auen eveneens aan de criteria van de Wereldnatuurbeschermingsunie om erkend te worden als wereldpatrimonium.?

IN HET VOORMALIGE JACHTGEBIED VAN DE KEIZERS

Zoals langs alle grote rivieren, beweegt het grondwater mee met de stroom. Het daalt en stijgt met het Donaupeil en vloeit mee stroomafwaarts. Een verhoging van het grondwaterniveau, als gevolg van het Auenproject, reikt Wenen dus een groeiende drinkwaterbel aan. Brunner : ?We betrekken grond- en oppervlaktewater uit het Donaureservoir. Maar het grootste volume drinkwater komt uit het kalkgebergte, honderd kilometer van de stad. Vooral na de kernramp in het Oekraïense Tsjernobyl, tien jaar geleden, bleek het verstandig uit verschillende vaten te tappen. De radioactieve neerslag uit de Tsjernobylwolk traumatiseerde Oostenrijk trouwens zodanig dat het ging ijveren voor de sluiting van kerncentrales in buurlanden. De zwellende drinkwaterbel onder de hoofdstedelijke regio, biedt dus inderdaad verhoogde winningsmogelijkheden. De Auen zuiveren zich vanzelf, de vegetatie is daarop ingesteld.?

De groenen blikken nog graag terug op hun overwinning en laten dat blijken tot op het Internet. In 1984 begon de rooi voor de centrale van Hainburg. Duizend betogers bezetten de Auen. Spectaculair en aangehouden protest hield de druk op de ketel. In 1990 ging de overheid overstag. Vijf jaar later lag het natuurparkplan klaar. Zelfs met de boeren uit de omgeving is een overeenkomst bereikt. Ze gebruiken geen schadelijke chemicaliën meer. In het voormalige jachtgebied van Kaiser und König, waarin ook nazi-veldmaarschalk Hermann Göring graag het wapen hanteerde, krijgt het natuurlijk evenwicht een revalidatiekans.

Waarschijnlijk herstelt het landschap zich ongeveer in de staat zoals het is beschreven in een verslag van eind de achttiende eeuw. Omstreeks 1780 vielen de vele moerasgronden te paard niet te trotseren. Zelden konden ruiters op uitgedroogde beddingen rijden, tussen kleine en grote waterpartijen, over eilanden bezaaid met omliggende bomen. Voortdurend probeerden mensen zich in de buurt van de Auen te vestigen. Vele gehuchten dienden opgegeven, omdat de grillige Donau zijn takken almaar verlegde.

Kruiend ijs en zomers smeltwater veroorzaakten regelmatig rampspoed. In 1793 ontstonden bij Hainburg ijstorens van vijftien meter hoog. Toen de ijsmuur brak, overstroomde het land. Na een verwoestende vloed in 1862, werd de grote Donauregulierung uitgetekend. De rivier werd ingesnoerd, hoogwaterdijken hielden ze in de pas. Ter hoogte van het waterwoud krijgt ze nu weer meer vrije loop. Een stuk akkerland wordt ze geofferd. Maar ondertussen verdwenen tientallen vissoorten door kanalisering, overbevissing en waterverontreiniging. Biologen zijn er echter van overtuigd dat de wedergeboorte van de biotoop verrassende comebacks kan afleveren in de Midden-Europese planten- en dierenwereld.

HET MARCHFELD WAS EEN SLAGVELD EN EEN GRAANSCHUUR

In de driehoek tussen Donau en March, het Marchfeld (zie kaart), jaagden tienduizend jaar geleden al mensen. De eerste nederzettingen kwamen er vijfduizend jaar later. In de voorhistorie dwarste een barnsteenroute de Donau bij Stopfenreuth. De Romeinen bouwden er vlakbij, op hun noordelijke rijksgrens, de vesting Carnuntum, waarvan de ruïnes nog te bezichtigen zijn. Tijdens de volksverhuizingen van oost naar west versmolten in het Marchfeld verscheidene stammen. Een schat van een Germaanse prinses uit de vijfde eeuw refereert naar die periode (honderden stukken, uit goud en ander waardevol materiaal).

Het gebied sluit aan bij de Hongaarse vlakte en dat scherpte de blik van strategen. Niet toevallig had er een van de belangrijkste veldslagen uit de riddertijd plaats. Op 12 augustus 1278 versloeg keizer Rudolf von Habsburg van het ?Heilig Roomse Rijk?, in Dürnkrut en Jedenspeigen, namelijk koning Ottokar Premysl van Bohemen. Waarmee hij de expansie inluidde van de Donaurijk, dat meer dan zes eeuwen de lotgevallen van Centraal-Europa mee zou bepalen. Een gedenksteen op het middeleeuwse slagveld gedenkt Rudolf als stichter van de Habsburgdynastie, van het Haus Österreich.

De graanschuur van Wenen, het Marchfeld, kreeg nog tal van houwdegens over zich heen. Toen de Turken in 1683 naar de hoofdstad van het christelijke imperium oprukten, vermoordden ze nagenoeg alle achtduizend bewoners van de streek om Hainburg. In mei 1809 meldde zich de Franse veroveraar Napoleon Bonaparte met 90.000 soldaten. Hij sloeg zijn hoofdkwartier op in het Auengebied, bij hoogwater. Een flater. Zijn manoeuvre stokte en de bevoorrading van zijn troepen liep in de soep. De Habsburgse aartshertog Karl smeerde hem de eerste nederlaag uit zijn militaire carrière aan in Aspern. Twee weken later echter zette Napoleon dat de Oostenrijkers betaald, in de slag van (Deutsch-)Wagram. Keizer Franz I moest een wapenstilstand aanvaarden, omdat zijn reserveleger uit Pressburg (Bratislava) niet bij machte bleek bijtijds de vijftig kilometer naar het andere end van het Marchfeld te overbruggen.

Tot het einde van de Eerste Wereldoorlog beheerde de keizerlijke familie het erfgoed. De kastelen liggen er breed uitgemeten. Vanuit het paleis van Eckartsau vertrok de laatste monarch ( Karl) op 23 maart 1919 in ballingschap. Interessanter zijn echter de barokpaleizen van Niederweiden en Schlosshof. Niederweiden werd opgetrokken voor Rüdinger von Starhemberg, de opperbevelhebber die succesvol Wenen verdedigde bij het Turkse beleg van 1683. Schlosshof werd begin achttiende eeuw besteld door Prinz Eugen van Savoy, de eminentste generaal van het Oostenrijks-Hongaarse rijk.

Per jaar worden meer dan een miljoen ton olie en een miljard kubieke meter gas gewonnen uit de ondergrond van het Marchfeld. Vandaar de grote raffinaderij van Schwechat, bij de luchthaven van Wenen. Met de huidige technologie kan de olie- en gasvoorraad nog meer dan vijftien jaar worden ontgonnen. Een geruststellend gegeven in verband met de werkgelegenheid. Want van natuurparken alleen kan een mens natuurlijk niet leven.

Frans Vuga

Het waterwoud gedraagt zich zoals de jungle in een tropisch regenwoud. De meest aangepaste soorten overwoekeren de minder aangepaste.

Door het Donaupeil een meter te laten stijgen ten opzichte van de oevers zal het Auengebied vijf keer per jaar overstromen. De rivierarmen krijgen dan vaker vers water dan nu het geval is.

De bever (beeld) is present en de zeearend keert terug.

De kikvors en de roos, een compositie die om mensengeduld vraagt.

De fotograaf heeft de ijsvogel in het vizier, maar de ijsvogel houdt even aandachtig de fotograaf in het oog.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content