Natuurlijk zullen de Lambermont-akkoorden en hun Brusselse zusje nooit een schoonheidsprijs winnen. Zuivere schoonheid is ook niet wat de democratie beoogt. Ze streeft wel naar billijkheid. Ze overlegt, geeft en neemt, sluit een compromis en hoopt dat iedereen min of meer tevreden naar huis kan. Maar helemáál gelukkig kan natuurlijk nooit, dat weten ze zelfs in de poëzie.

De zelfbenoemde ‘radicale’ Vlaamse beweging, die Brussel het liefst vanuit de achteruitkijkspiegel bekijkt, prijst zichzelf niettemin graag voor haar zuivere schoonheidsverlangen. Dat zelfs de Vlaamse Brusselaars naar eigen zeggen best met ‘Lambermont’ kunnen leven, vindt ze niet eens een punt. Ze zal hen tegen hun zin gelukkig maken, want zij beseffen niet wat goed voor hen is.

Zelfs de democratische nationalisten van de Volksunie dwalen, zo weet VU-dissident Geert Bourgeois. Zelf schoot hij de Brusselse akkoorden al af nog vóór ze, letterlijk, op papier stonden. Van de leden van de VU-partijraad, die pas vijf dagen later hun oordeel velden en hem ongelijk gaven, meent hij evenwel dat ze niet genoeg tijd hadden om deze moeilijke teksten te bestuderen. Kortom, het modale VU-partijraadslid is een domoor, aldus Bourgeois.

Slechte verliezer Bourgeois krijgt bijstand van ‘ideologen’ als Matthias Storme en Eric Defoort. Die twee beweren nu dat het nodig is tegen het Lambermont-compromis te keer te gaan om een democratisch Vlaams-nationalisme in stand te houden en alzo te beletten dat de Vlaamse radicaliteit het monopolie van het Vlaams Blok zou worden. Ook CVP-voorzitter Stefaan De Clerck vindt dat.

Ontroerend, die zorg om de democratie. Maar dan gaat het wel om een nationalisme waarvan de verdienste is dat het niet tot democratisch overleg bereid is, alleen njet zegt en dus niets realiseert. Bovendien mag aan de oprechtheid van het argument worden getwijfeld, toch bij Storme. Als hij het Blok zo verfoeit, waarom nodigde hij het dan uit op de betoging die hij vorige zondag mee organiseerde in Gent? Zoals oppositiezucht volstond opdat De Clerck en zijn partijgenoten hand in hand met het Blok door Gent marcheerden, zo koestert Storme omwille van de Vlaamse zaak al evenmin enig bezwaar tegen extreem-rechts.

Het is volstrekt legitiem om Lambermont een draak te vinden, ertegen te betogen of ertegen te stemmen. Maar daarbij ook nog eens het gezelschap en het applaus van het Blok voor lief nemen, wijst erop dat hier alweer een bedenkelijk stuk psychodrama aan de gang is.

Er bestaat immers niet één flamingantische standaard waaraan af te meten valt wie, qua Vlaams, een zuivere radicaal is en wie een lauwe of een verrader. Er bestaan talloos veel vormen van Vlaamse radicaliteit en die van het Blok is er maar één van, de extreem-rechtse variant meer bepaald. Men wéét trouwens wat het Blok voor Brussel in petto heeft: omsingelen en uithongeren. Zo is het gezegd, letterlijk. Te gauw wordt vergeten dat er een direct verband bestaat tussen de Blok-versie van het nationalisme en de rest van het autoritaire, xenofobe en reactionaire partijprogramma.

Met hun bewering dat hun verzet tegen Lambermont moet beletten dat het Blok het Vlaams-nationalisme zou monopoliseren, bereiken Storme, Defoort of De Clerck dus net het omgekeerde van wat ze beweren. Door het Blok als referentie te nemen en de partij voor de Gentse betoging uit te nodigen of te dulden, bevestigen en legitimeren ze namelijk de extreem-rechtse aanspraken op dat Vlaamse radicalisme.

En tot slot, die arrogantie! De radicale nationalisten schromen zich niet om te pochen dat alleen zijzelf oog hebben voor de ware belangen van de Vlaamse gemeenschap, terwijl alle anderen, ook zij die zorgen voor fietspaden, pensioenen, drinkwater of scholen, slechts slappelingen en volksverraders zouden zijn.

Marc Reynebeau

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content