Het ware gelaat van Albert II

ALBERT II Achter het cliché van de goedhartige vader bleek een opa met een eigen willetje te schuilen. © Reporters

Een jaar geleden kondigde Albert II zijn troonsafstand aan. Wat blijft er over van zijn populariteit en zijn imago van goeiige koning? ‘Ik ben licht ontvlambaar, zoals de Luikenaars.’

Begin juli vorig jaar. Als een opgeblonken stuk zilverwerk vindt de monarchie haar glans terug. De aankondiging van de troonsafstand van Albert II, gepland voor de nationale feestdag, lijkt een nieuwe wind door het land te jagen. Weg is het fin de règne-sfeertje van de vorige maanden. Weg, de uitglijers van de koninklijke familie – Fabiola die een stichting opricht zonder medeweten van het paleis, de onhandige reacties van Astrid en Laurent over hun dotaties. Weg, het gebrek aan communicatie tussen de hofhoudingen. Aan de kant geschoven ook, voorlopig, het debat over de controle op de koninklijke en prinselijke uitgaven. Weldra uitgewist, de twijfels van de politieke wereld of zoon Filip wel de capaciteiten heeft om na de verkiezingen zijn politieke rol te spelen.

‘De regeerperiode van Albert II werd unaniem geloofd door de politieke klasse, al werden de laatste maanden voor de troonsafstand ontsierd door communicatieblunders’, zegt Vincent Dujardin, historicus aan de UCL. De opvolger van Boudewijn wordt, tot in republikeinse kringen toe, beschouwd als de beste koning die België ooit heeft gehad. Daarbij wordt vaak verwezen naar zijn rol tijdens de politieke crisis van 2010-2011, en naar het goed ingespeelde duo dat hij vormde met premier Elio Di Rupo (PS).

Op 21 juli, wanneer zijn oudste zoon, 53 jaar oud, de zevende koning der Belgen wordt, stuurt Albert een ‘dikke kus’ aan Paola. Velen zien er een teken in van ’s mans eenvoud.

‘Meegaan met zijn tijd’

Na twintig jaar dienst staat de populaire vorst zijn troon af. ‘Het koningshuis moet meegaan met zijn tijd’, geeft Albert II toe in zijn toespraak van 3 juli 2013, waarin hij zijn troonsafstand aankondigt. Misschien dacht hij wel aan de afschaffing van de goedkeuring en de afkondiging van wetten door de koning. ‘Men moet heel wat papieren tekenen’, zal Albert vertellen tijdens het onaangekondigde tv-interview op RTL-TVi van 9 en 10 juni 2014. ‘Ik heb schrijfkramp, en af en toe bleef ik steken in het midden van mijn handtekening. Je ondertekent 10.000 à 12.000 besluiten per jaar.’

De N-VA wil op korte termijn een wijziging van de koninklijke bevoegdheden, nog voor de verkiezingen van mei 2014. Maar de politieke formaties in de federale regering, zelfs de Vlaamse partijen die pleiten voor de invoering van een protocollaire monarchie, vinden dat de hervorming kan wachten. Op het eind van de regeerperiode, wanneer een compromis wordt bereikt over de artikelen van de grondwet die voor herziening vatbaar zijn, staat op de lijst geen enkel onderwerp dat te maken heeft met de koninklijke functie of de bevoegdheden. Frans Van Daele, de kabinetschef van Filip, die bijzonder invloedrijk is in het politieke milieu, waakt. ‘Hij heeft zich gedragen als een goede dienaar van de monarchie’, zegt een parlementslid.

Een andere pre-electorale meevaller, deels te danken aan de handigheid van Van Daele, is dat de koninklijke overgang zonder haperen verloopt. Gesterkt door een toenemende populariteit doet Filip de kritiek in minder dan honderd dagen verstommen. Hij opende geregeld de deuren van zijn bureau voor de ministers-presidenten. Hij betrok zijn zus en zijn broer bij zijn officiële activiteiten: Astrid vertegenwoordigt hem aan het hoofd van de buitenlandse economische zendingen en Laurent – aan het eind van de regeerperiode van Albert II op een zijspoor gezet – krijgt een internationale missie toevertrouwd door de FAO, verkregen met de hulp van het paleis. Filip wil ook dat de hele communicatie van de familie via zijn persdienst verloopt, ‘zoals in elke onderneming’. Precies om valse noten te vermijden, zoals die maar al te vaak te horen waren tijdens de vorige regeerperiode. Koning Filip wil het onbetwiste hoofd van de familie zijn.

Opa Brompot

Maar het mag duidelijk zijn: Albert, die beloofd had om vanaf zijn troonsafstand discreet te blijven, heeft moeite om de door Filip doorgevoerde veranderingen en het verlies van sommige privileges te aanvaarden. Terwijl de Nederlandse koningin Beatrix zich in discretie hult sinds ze haar troon overliet aan haar zoon Willem-Alexander, gaan Albert en zijn entourage over de tong. Opgemerkte afwezigheden, via omwegen toch nog contacten met de politieke wereld, dovemansgesprekken met koning Filip: bij herhaling nam het gewezen staatshoofd de voorbije maanden het paleis tegenvoets. Achter het cliché van de goedhartige en hartelijke vader bleek een opa Brompot met een eigen willetje te schuilen. Ondanks de consignes van het nieuwe hoofd van de familie brengt Albert zijn opvolger niet op de hoogte van zijn projecten en vraagt hij niet om zijn toestemming. Dat is zijn recht. Maar het verstoort wel zijn imago.

‘De koninklijke familie moet overal en altijd het voorbeeld geven’, oordeelde Albert II in januari 2013, tijdens zijn laatste nieuwjaarstoespraak voor de overheden. Een toespeling op de affaires waarmee zijn familie toen te maken kreeg. Maar de persoonlijkheid van de voormalige vorst is complexer dan ze lijkt. In het beruchte interview met Pascal Vrebos voor RTL-TVi zou Albert zelf toegeven dat hij lichtgeraakt, op het kolerieke af is: ‘Ik ben licht ontvlambaar, zoals de Luikenaars.’ Europarlementslid Louis Michel, die hem al jaren kent, bevestigt die dubbele persoonlijkheid: ‘Uiterlijk vriendelijk, amicaal, liefhebbend, maar in zijn diepste binnenste een koppigaard.’ Door mensen uit zijn omgeving wordt Albert ‘een zorgelijk man’ genoemd – hij zou toegeven dat hij zich soms afvroeg of hij ‘de laatste koning der Belgen’ zou zijn. ‘Af en toe ben ik een onverdraaglijke pessimist’, vertelde hij in het interview, ‘en dan geeft Paola me een por in mijn ribben.’ Hij signaleerde terloops dat hij tijdens zijn regeerperiode alleen zijn kabinetschef Jacques van Ypersele en Paola in vertrouwen nam. En zijn zoon en erfgenaam dan? Die werd niet vermeld.

‘Zoals elke gepensioneerde’

Terwijl Beatrix na haar troonsafstand een gewone prinses werd, bekent Albert dat hij nog altijd graag de titel van koning draagt, en dat hij het ‘niet noodzakelijk’ gewaardeerd zou hebben om opnieuw prins te worden. Zijn Spaanse collega Juan Carlos denkt er net zo over: enkele dagen voor de troonsbestijging van zijn zoon Felipe op 19 juni 2014 verkreeg hij van de Spaanse regering het recht om de eretitel van koning ‘voor het leven’ te dragen. Overigens geeft Albert grif toe dat hij zich moest ‘aanpassen’ aan zijn nieuwe situatie, ‘zoals iedereen die met pensioen gaat’.

Historicus Vincent Dujardin bevestigt dat: ‘Sinds hij ontheven is van zijn taak duurt de aanpassingsperiode langer dan verwacht. Als u of uw kabinetschef de gewoonte heeft om twintig jaar lang het gsm-nummer te vormen van de premier en zijn ministers, is het niet makkelijk om van de ene dag op de andere via de entourage van de nieuwe koning te moeten gaan en te overleggen. Formeel is Albert niet verplicht om daarvoor toelating te vragen aan het paleis, maar in de Belgische monarchie, waarin representatie een belangrijke rol speelt, is goede interne communicatie geboden. Alle leden van de koninklijke familie, en dan vooral degenen die een dotatie krijgen, moeten de representatieve taak van het staatshoofd vergemakkelijken.’

Sinds september 2013 wordt de uitstraling van Albert aangetast. In een televisie-interview schilderde zijn vroegere maîtresse Sybille de Selys Longchamps hem af als een man van ‘een enorme lafheid’ die, onder religieuze invloed, zijn onwettige dochter Delphine Boël verloochende, op een ogenblik waarop zij aan anorexie leed. Recenter nog zorgde het gebrek aan empathie dat Albert aan de dag leek te leggen tegenover prins Laurent voor onbegrip en kritiek: Laurent belandde in maart in het ziekenhuis met een longontsteking en werd in een kunstmatige coma gebracht, maar kreeg pas na tien dagen zijn ouders op bezoek – ze hadden ‘verplichtingen’ in Frankrijk, klonk het. Filip, Mathilde en Astrid waren wel meermaals bij het ziekbed van Laurent verschenen. Albert zou heel kort in de kamer gebleven zijn, of zou gewoon in de gang gewacht hebben. Neemt hij het Laurent kwalijk dat hij steun had verleend aan de zaak van Delphine, die via een rechtbank wil laten erkennen dat Albert haar biologische vader is? Of verwijt hij zijn jongste zoon nog altijd diens controversiële trip naar Afrika, die leidde tot de invoering van een gedragscode voor iedereen met een dotatie die naar het buitenland gaat?

En dan waren er natuurlijk de recente tv-interviews, zonder dat Albert op tijd het paleis op de hoogte had gebracht. Eerst op RTL-TVi, uitsluitend in het Frans, daarna op VTM in het Nederlands – nog altijd zonder eerst koning Filip in te lichten. ‘Het paleis reageerde daar openlijk op om het hof te behoeden voor de mogelijke kwalijke gevolgen van het eerste interview’, zegt een verkozene. ‘Dat het eerste alleen in het Frans verliep, zorgde in Vlaanderen voor negatieve reacties.’ En dat op een moment dat Filip zijn raadplegingen begon voor de vorming van een federale regering. ‘Het zijn delicate tijden voor de monarchie’, zegt onze bron. ‘Het was het paleis geraden dat het de politieke wereld liet weten dat Filip niets te maken had met de mediaoperatie van Albert.’

‘Ik ben niet arm’

De episode die het imago van de gepensioneerde vorst het meest heeft geschaad, is Alberts klacht over zijn dotatie. Hij zou de regering discreet hebben laten weten dat de enveloppe die hem werd toegekend bij zijn troonsafstand (923.000 euro per jaar, waarvan 174.000 als ‘salaris’ en tien voltijdse medewerkers te zijner beschikking) onvoldoende is. Albert zou hebben gewild dat de staat de onderhouds- en energiekosten van kasteel Belvédère voor haar rekening nam. Premier Di Rupo reageerde ferm: er zou in geen geval een herziening van de hervorming van de koninklijke dotaties komen. Dat zou werken als een rode lap op de Vlaamse partijen, de N-VA op kop.

Een ingewijde wijst op de radicale veranderingen door de hervorming van het dotatiesysteem: ‘Twintig jaar lang was Albert II aan niemand rekenschap verschuldigd. Nu moet hij zijn onkosten verantwoorden, toch voor een deel van de dotatie. Er zijn bovendien plichten verbonden aan de toekenning van deze enveloppe. Elk jaar moet hij een rapport voorleggen over het gebruik van het budget dat hem ter beschikking is gesteld. Hij moet uitleggen in hoeverre zijn uitgaven koning Filip of de regering geholpen hebben in hun representatieve taken. Dat rapport zal worden voorgelegd aan het parlement, dat jaarlijks de dotatie opnieuw moet goedkeuren. Het dotatiesysteem staat niet in de grondwet, het is een juridisch grijze zone met één verdienste: je kunt de dotatie verhogen, verlagen en zelfs schrappen.’

Tijdens het televisie-interview ontweek koning Albert de geruchten over zijn fortuin: hij is geen miljardair, verzekerde hij, maar hij is ‘ook niet arm’. Aan het eind van zijn regeerperiode erkende het paleis dat hij 2,5 miljoen euro bezat, zonder zijn jacht mee te tellen, zijn buitenverblijf in het Franse Châteauneuf-de-Grasse en twee appartementen in Oostende. Alberts verzekering dat hij geen miljardair is, pareert de aantijgingen van N-VA-parlementslid Theo Franken, kampioen van de interpellaties over de monarchie, als zou het vermogen van koning Albert 400 miljoen à 1 miljard euro bedragen.

Twee hofhoudingen

De krachtmeting onder de hofhoudingen heeft het imago van de voormalige vorst evenmin goed gedaan. Het hoofd van de hofhouding van Albert II, generaal Vincent Pardoen, werd afgezet door koning Filip omdat hij, tegen het advies van het paleis in, een brief van koningin Paola had verspreid waarin zij een gebrek aan respect van Filip voor zijn broer insinueert (‘Zodra hij het ziekenhuis verlaat, moet Laurent een waardige toekomst kunnen vinden’, schrijft ze). Filip was woedend, stuurde Pardoen de laan uit en drong zijn vader meteen een nieuwe kabinetschef op: Peter Degraer. Maar die kon zijn functie niet naar behoren uitvoeren: officieus had Pardoen zijn baan bij Albert gewoon behouden. Volgens RTL-journalist Pascal Vrebos was de gepensioneerde koning de instorting nabij toen hij de uitwijzing van zijn rentmeester vernam: ‘Hij was gegriefd, en ik vreesde voor zijn gezondheid’, zegt hij. ‘Hij vond het onrechtvaardig dat men zijn rechterhand buiten de deur zet vanwege een communiqué dat niet in de smaak was gevallen.’

Historicus Vincent Dujardin wijst op de consequenties van het ongewone communiqué, dat was opgesteld in de eerste persoon: ‘Op die manier een tekst verspreiden over een lid van de koninklijke familie, betekent dat je het risico legitimeert dat de media zich mengen in het privéleven van de familie – en niet alleen de sensatiepers.’ Maar ook over de grond van de zaak is de brief van Paola problematisch: prins Laurent leek tevreden met de verandering van ploeg op het paleis, en hij had de centralisatie van de communicatie van de hele koninklijke familie aanvaard. In elk geval beschouwde het paleis de brief als contraproductief en heeft het gevraagd om hem niet te verspreiden. Tevergeefs. Het was niet de eerste zijsprong van Pardoen: hij had ook Alberts demarche in verband met zijn dotatie aanvaard. ‘De reactie van Filip was logisch’, vindt een ingewijde bij het paleis. ‘Hij moet de politieke wereld verzekeren dat hij in staat is om de sereniteit en de orde te handhaven binnen de koninklijke familie.’

Toen bleek dat Albert generaal Pardoen officieus zijn job had teruggegeven, gooide zijn nieuwe kabinetschef, die was benoemd door Filip, snel de handdoek in de ring. Doet de vader maar wat hem het best bevalt? Dat verdient enige nuance. ‘Vincent Pardoen heeft vijftien jaar bij Boudewijn en meer dan twintig jaar aan de zijde van Albert II gewerkt als intendant van de civiele lijst. Hij kent de inhoud van alle koninklijke lades uit het hoofd’, merkt een politicus fijntjes op. ‘Op zijn tachtigste wilde hij zijn vertrouwensman niet kwijt. Dat Albert hem nu uit zijn eigen zak betaalt, is zijn zaak.’

Weinig bijgebracht

Alberts tv-interview, bombastisch een ‘getuigenis voor de geschiedenisboeken’ genoemd, was vooral bedoeld om zijn blazoen op te poetsen. ‘De koning is een goede verteller met een gevoel voor humor dat zijn doel niet mist’, vindt Vincent Dujardin. De uitzending ter gelegenheid van zijn 80e verjaardag bood hem de gelegenheid om herinneringen op te halen, wat zijn imago ten goede kwam. Het interview had helemaal het gewenste effect kunnen hebben, als er tenminste overleg was geweest met het paleis. En dan bedoel ik niet controle op de uitlatingen van koning Albert, maar een gesprek over de algemene toon van het interview, over het geschikte moment om het uit te zenden, en over de talen die zouden worden gebruikt.’

Albert en Filip zijn er nooit in geslaagd om met elkaar overeen te komen. Hun huidige relaties worden in grote mate bepaald door hun verleden: Albert werd getekend door de tragedies in zijn jeugd, terwijl Filip lange tijd geleden heeft onder de afwezigheid van zijn vader, en later onder het statuut van eeuwige opvolger. De koning heeft zijn zonen weinig bijgebracht.

Valt de verhouding tussen Albert en Filip te vergelijken met de relatie die Leopold III en zijn zoon Boudewijn onderhielden na de troonsafstand van 1951? ‘Bij de overdracht van de macht, een jaar eerder, was Boudewijn amper 19 jaar’, zegt Dujardin. ‘Leopold III raakte op zijn 48e elke politieke rol kwijt. De vader oefende een grote invloed uit op de nieuwe koning, temeer omdat een deel van de entourage van Leopold aanbleef in het begin van de regeerperiode van de zoon. Boudewijn kende zijn land slecht en luisterde naar de adviezen van zijn vader. Tot aan zijn huwelijk met Fabiola kun je spreken van een tweemanschap aan het hoofd van de staat. Dat is vandaag allemaal niet het geval.’

© Le Vif/L’Express

DOOR OLIVIER ROGEAU – © Le Vif/L’Express

Afwezigheden, politieke contacten, dovemans-gesprekken met Filip: Albert nam het paleis het voorbije jaar meermaals tegenvoets.

‘Het zijn delicate tijden voor de monarchie. Het paleis móést de politieke wereld laten weten dat Filip niets te maken had met de interviews van Albert.’

‘Het dotatiesysteem staat niet in de grondwet, het is een juridisch grijze zone met één verdienste: je kunt de dotatie verhogen, verlagen en zelfs schrappen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content