Hubert van Humbeeck

Na afloop, buiten voor het gerechtsgebouw, blonk de verbazing nog in hun ogen. Verbouwereerde koppen ’s avonds in het televisiejournaal. Johan Leman van het Centrum voor Racismebestrijding en Paul Pataer van de Liga voor Mensenrechten hadden net gehoord dat rechter Jean-Félix Vernimmen zich onbevoegd verklaarde om hun klacht tegen drie vzw’s van het Vlaams Blok te behandelen. ‘Een politiek proces moet voor het assisenhof worden gevoerd,’ argumenteerde de rechter, ‘en dit is een politiek proces want Paul Pataer heeft het in Knack zelf gezegd.’

Het duo toonde zich zeer verongelijkt, en dat was niet helemaal terecht. Omdat politieke partijen niet zelf kunnen worden gedagvaard – ze hebben simpelweg geen rechtspersoonlijkheid – dienden de organisaties van Leman en Pataer een klacht in tegen drie vzw’s die dicht bij het Blok aanleunen: ze zouden zich schuldig hebben gemaakt aan racisme. Als ze werden veroordeeld, zou de partij zo goed als zeker haar parlementaire werkingstoelage verliezen en daarmee tegelijk ook haar slagkracht.

Als het daarom te doen is, oordeelde rechter Vernimmen – en dat werd eigenlijk door niemand betwist – dan hebben we met een politiek proces te maken en dat moet volgens de wet voor een volksjury worden gevoerd. Voor het oog van de natie, en niet alleen in de beslotenheid van een magistratenkamer. Dat nobele streven heeft zijn wortels diep in de negentiende eeuw, maar de procedure wordt sinds de jaren dertig niet meer gehanteerd: de herinnering aan de processen die toen tegen het extreem-rechtse Rex van Léon Degrelle werden ingeleid, smaakt nog altijd bitter. Rex buitte de ruchtbaarheid, die een assisenproces altijd krijgt, namelijk maximaal uit.

De Belgische wet op dat vlak is zo op dit moment nauwelijks meer dan een interessant stukje geschiedenis. Precies daarom werd enkele jaren geleden uitgerekend voor inbreuken op de racismewet een uitzondering gemaakt: daarvoor werd de gewone strafrechtbank bevoegd. De wetgever moet misschien maar eens orde scheppen in de chaos: die bood rechter Vernimmen nu een uitweg uit een voor hem moeilijke situatie. Het is ook sneu om van een rechter een juridische oplossing te vragen voor een bij uitstek politiek probleem.

Een ‘goede’ uitspraak was daarom niet mogelijk. Als de rechter de vzw’s veroordeelde, had het Blok sowieso het geraamte van een nieuwe partij klaar om met een licht gewijzigd programma zo’n beetje een nieuwe start te nemen. Als de vzw’s niet werden veroordeeld, zou het Blok in die uitspraak het bewijs zien dat het een partij is als alle andere. Die conclusie heeft voorzitter Frank Vanhecke ondertussen inderdaad getrokken.

Overigens: de strategie van Johan Leman en Paul Pataer kon ook niet slagen omdat het juridische dispuut de kiezers van het Blok toch niet raakt. Er zijn nog altijd mensen die blijven vergeten dat het per slot van rekening om die kiezers te doen is.

Het gesprek met minister van Begroting Johan Vande Lanotte vorige week in Knack kreeg enige weerklank omdat de vice-premier in enkele passages uithaalde naar de groene coalitiepartner Agalev. Dat soort match is altijd lekker. Er was minder aandacht voor wat Vande Lanotte vertelde over de merkwaardige vaststelling dat de werkloosheid onder allochtonen ook in tijden van hoogconjunctuur niet vermindert. In tegendeel: dat cijfer is tussen 1995 en 2000 verdubbeld. ‘De keiharde werkelijkheid,’ zei Vande Lanotte, ‘is dat men die mensen niet moet hebben.’ Dat die vaststelling klopt, bleek niet zolang geleden ook uit de klantenfiches van een groot uitzendbureau.

Twee dagen na het verschijnen van dat gesprek, pleitte het Verbond van Belgische Ondernemingen voor een versoepeling van de immigratiestop voor zogenaamde knelpuntberoepen. Dat zijn beroepen waarvoor te weinig kandidaten worden gevonden, zoals bijvoorbeeld lassers, bouwvakkers, vrachtwagenchauffeurs of verplegend personeel. Er is, weet het VBO, vooral een nijpend tekort bij lager geschoolden en die zouden bedrijven gemakkelijker in het buitenland moeten kunnen rekruteren.

Het VBO is zich bewust van de contradictie en ziet het probleem. Het vraagt zijn leden tegelijk ook om allochtonen gelijke kansen te geven. ‘Mensen voor die specifieke jobs opleiden, is geen optie,’ zei een woordvoerder, ‘want dat duurt te lang.’

Als daar vandaag mee wordt begonnen, is dat vast zo. Maar het beroeps- en technisch onderwijs kreunt al jaren onder een gebrek aan middelen en aandacht. Zowel voor de allochtonen als voor de autochtonen die er werken en naar school gaan. Het is voor de gezondheid van het politieke klimaat noodzakelijk dat die mensen het gevoel krijgen dat ze meetellen, dat ze door de beleidsmakers ernstig worden genomen. Het is eigenlijk zelfs eenvoudig: zolang dat niet het geval is, zal het Vlaams Blok een probleem blijven. Daar kunnen alle processen van de wereld geen sikkepit aan veranderen.

Hubert van Humbeeck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content