De Britse regering blijft kritiek slikken in verband met haar aanpak of liever : het gebrek eraan van de dolle-koeienziekte.

HET LAG VOOR de hand dat Douglas Hogg na zijn studies in Eton en Oxford voor een politieke loopbaan koos. Hogg stamt namelijk uit een krakend sjieke Britse familie. Zijn grootvader bracht het tot lid van de regering en Lord Chancellor, voorzitter van het Hogerhuis. Ook zijn vader zat die eerbiedwaardige vergadering voor.

Momenteel beheert de 51-jarige Douglas Hogg de portefeuille van Landbouw in de regering van John Major. Die positie maakte hem een paar weken geleden wereldberoemd. Onder meer omdat de regering hem uitstuurde als toponderhandelaar in het conflict tussen het Europese vasteland en het Verenigd Koninkrijk in verband met de dolle-koeienziekte.

Bij zijn Europese collega’s staat Hogg slecht aangeschreven : in die kringen liet hij zich blijkbaar kennen als een opvliegende maar onbetrouwbare snob. In het Verenigd Koninkrijk zelf wordt de minister uitermate herkenbaar dankzij de uitgesproken breedgerande hoed op zijn hoofd vooral gevreesd voor zijn ?scherpe tong, het gruwelijkste wapen dat ooit tegen mensen werd ingezet?.

Van dat verbale vuurwerk viel in de voorbije weken anders niet veel te merken. Met zachte stem en in een deemoedige houding bracht Hogg het Lagerhuis de verschrikkelijke boodschap : totaal haaks op zijn optimistische voorspellingen hadden de Europese landbouwministers, bijeen op een Europese Top in Luxemburg, niet toegegeven. Het wereldwijde verbod op de export van Brits rundvlees bleef pal overeind staan.

Dat exportverbod dateert van 27 maart, toen de Britse regering schoorvoetend de mogelijke samenhang tussen de runderziekte BSE (bijgenaamd de dolle-koeienziekte) en de voor mensen dodelijke ziekte van Creutzfeld-Jakob moest erkennen. Tot dan had Major ondanks meer dan 150.000 aan BSE gestorven beesten en lijnrecht tegen de waarschuwingen van wetenschappers en artsen in jarenlang elk risico staalhard geloochend. Een letterlijk schuldig verzuim, zo blijkt nu.

Hogg had in Luxemburg aangeboden om binnen de kortste keren zo’n veertigduizend melkkoeien af te slachten ; dieren die uit bijzonder verdachte kudden geselecteerd zouden worden. Daardoor zou het aantal BSE-gevallen op het Britse eiland nog dit jaar met dertig procent verminderen. In ruil kon de Europese Unie dan het exportverbod afzwakken.

Maar die koehandel zinde de Europese ministers niet. Ze stuurden Hogg terug naar af. Ook de geraadpleegde dierenartsen keurden het voorstel vrijwel unaniem af. De éne tegenstem kwam van de Britse expert. Vervolgens herhaalden de Europese ministers ferm hun eis. Te weten : het afslachten en vernietigen van zo’n driehonderdduizend koeien van meer dan dertig maanden oud. Een voorstel waar de Britse regering met alle middelen probeert onderuit te kruipen. Die manifeste eigengereidheid plus het totale gebrek aan medewerking, versterken bij de Europeanen de argwaan. Ze geloven dat Groot-Brittannië niet echt de bereidheid opbrengt om de runderziekte te bestrijden.

VERBRANDINGSOVENS.

Na een van de vele uitputtende nachtelijke vergaderingen, durfde een van de Oostenrijkse onderhandelaars al hardop vermoeden : ?Die Britten hebben er nog altijd niets van begrepen. Ze beseffen nog altijd niet hoe ernstig de hele zaak wel is.?

En sinds de meeting in Luxemburg doen de Britse ambtenaren er ongeveer alles aan om die indruk te bevestigen : een reeks van verkeerde maatregelen, levensgevaarlijke nalatigheden en slordige controles. De vergissingen stapelen zich op.

Onder meer de International Herald Tribune schilderde de totale verwarring. De krant beschreef hoe de Britten hun belofte om op maandag 29 april aan te vangen met de slachting, niet konden nakomen. In de praktijk arriveerden de eerste runderen pas op vrijdag 3 mei in de slachthuizen, en wel omdat het ministerie van Landbouw simpelweg vergeten was de zestig slachthuizen in kwestie te verwittigen. Ook de vaste verzamelplaatsen, waar de getroffen boeren hun vee moesten inleveren, bleken niet op de hoogte gebracht. Wat bij de boze landbouwers de reactie uitlokte dat ?het wel lijkt of alle ministers en ambtenaren besmet zijn met de dolle-koeienziekte.?

In het onwaarschijnlijke geval dat de noodslachting van zoveel runderen toch gerealiseerd wordt, doemt een ander probleem op, door The Financial Times plechtig omschreven als ?een potentiële logistieke nachtmerrie?. Want de kadavers moeten vervolgens verbrand worden, de enige manier om de taaie BSE-bacterie uit te roeien.

Tot vorige week had het ministerie van Landbouw daartoe alles bijeen zo’n negen verbrandingsovens voorzien. Paul Hayward, een woordvoerder van Landbouw, biechtte op dat hun gezamenlijke capaciteit ?tot duizend dieren per maand beperkt blijft.? Iets klaarder voorgesteld : alleen al voor de correcte vernietiging van de veertigduizend runderen, die Hogg tijdens de debatten in Luxemburg beloofde, moet het land zowat drie en een half jaar uittrekken. Hoe de Britten kunnen tegemoet komen aan de bindende EU-verplichting in de drie volgende jaren wekelijks 15.000 melkkoeien slachten en vernietigen is een raadsel. Natuurlijk heeft Groot-Brittannië meer dan negen verbrandingsovens. Maar of de regering die bestaande privé-installaties ook mag inschakelen, moet nog in een beslissing gegoten worden. ?Dat behoort ook niet tot de verantwoordelijkheid van de minister van Landbouw,? zegt Hayward niet zonder opluchting. ?Dat moet u zijn collega van Milieu vragen.?

De toch geslachte koeien zullen ondertussen, op voorschrift van het regeringsplan, in gehuurde koelinstallaties en containers opgeslagen worden. Vanzelfsprekend onder strenge bewaking om te voorkomen dat het vlees toch niet op een of andere manier bij de verbruikers raakt.

DIERLIJK AFVAL.

Begin dit jaar voerden landbouwinspecteurs 1.079 onaangekondigde controles uit in Britse slachthuizen. In 59 gevallen vonden ze dat de runderen bestemd voor menselijke consumptie ondeskundig geslacht waren en een gevaar voor de volksgezondheid betekenden. De ergste ontdekking betrof onvolledig verwijderd ruggenmerg, precies één van de plaatsen waar de BSE-bacteriën floreren. Eén ambtenaar van de vleeskeuring verloor zijn job omdat hij zijn controle in het slachthuis niet uitvoerde, tegen 22 anderen loopt een onderzoek.

Ook bij de Britse veevoederfabrikanten stootten de staatscontroleurs op bijzonder beangstigende praktijken. Nog altijd zo vermelden de rapporten mengen die dierlijk afval in het veevoeder, wat nochtans sinds 1988 verboden is. Want net door het toevoegen van het slachtafval van zieke schapen, kon de ziekte van schapen naar runderen overspringen.

Die fatale voedingsmethode berustte op de ontdekking van enkele winstdriftige veeboeren, die merkten dat koeien beduidend meer melk gaven, als ze met dierlijke eiwitten verrijkt plantaardig voedsel kregen. De regering zal ?eerlang een onderzoek starten? tegen de betrokken veevoederfabrikanten.

Maar in wezen houdt het parlement zich niet intens bezig met al die wetsovertredingen, het ontoereikend toezicht en de slechte coördinatie van de verschillende betrokken diensten. Britse politici gedragen zich bij voorkeur alsof de BSE-epidemie geen zelfgezochte ellende is, maar een door dat Europese continent op hen afgezonden bijbelse plaag. Bijgevolg draaide het parlementaire debat helemaal rond de ?onrechtvaardige en onbegrijpelijke vervolging? (dixit Hogg) van de Britse vleesindustrie. Meerderheid en oppositie eisten sàmen de bevriezing van alle EU-bijdragen als vergelding voor de anti-Britse houding van het continent.

Nogmaals voelt Groot-Brittannië zich door de rest van de wereld en vooral door de Franse frogs en de Duitse krauts verkeerd begrepen. ?Hier zit meer achter,? verklaarde Tory-MP Paul Marland stellig, die overigens achter elke hoek complotten ziet. En sir Ivan Lawrence, nog een nationalistische rechtsbuiten, eiste dat de Britse regering als ?compensatie? de invoer van Duits rundvlees verbood.

ANTI-EUROPEES.

John Major verzocht Jacques Santer, voorzitter van de Europese Commissie, en Romano Prodi, pasverkozen premier van Italië en momenteel voorzitter van de Europese ministerraad, begin vorige week om een extra top van regeringshoofden bij elkaar te roepen. Die top zou nog maar eens een oplossing voor het exportverbod moeten verzinnen. De woordvoerder van de Commissie houdt het op een vaag ?we zijn bezorgd en willen snel de voorwaarden voor een oplossing creëren.? Vertaald naar mensentaal wordt dat : voorlopig verandert er niets.

Tenzij dan in Groot-Brittannië zelf, waar de anti-Europese gevoelens steeds feller oplaaien. Al vertonen zich de eerste barsten in het gemeenschappelijke front. Een paar grote industriëlen waarschuwden de regering al dat ze de bevolking geen zand in de ogen moet strooien door alle schuld naar de Europese partners te schuiven. Hun versie van de feiten liegt er niet om. Groot-Brittannië veroorzaakte de ziekte bewust, bestreed de ziekte bewust niet en moet nu zelf voor de oplossing zorgen.

Een groot aantal Europese landen deelt die mening. Van een opheffing van het exportverbod was tot vorige week alvast nergens sprake.

Dat doet de woede van de Britse politiek tegenover Europa alleen maar stijgen. Maar achter al dat lawaai steekt ook de angst voor een potentiële catastrofe. In het Southern Hospital in het Schotse Glasgow ver van het parlement in Westminster ligt een vijftienjarig meisje te vechten voor haar leven. Ze is het jongste geregistreerde slachtoffer van de ziekte van Creutzfeld-Jakob. Volgens haar ouders at ze graag en veel biefburgers.

Copyright Knack/Der Spiegel

De Engelsen maken slechts een aarzelend begin aan de vernietiging van koeien (hier, de verbrandingsoven van Cambridge) : een logistieke nachtmerrie.

Douglas Hogg : deemoedig.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content