Het Wereldrapport Menselijke Ontwikkeling 1999 klinkt somber. Alleen de rijken profiteren van de mondialisering van de economie.

Sedert 1990 geeft het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties (UNDP) een prestigieuze groep professoren en deskundigen jaarlijks de opdracht een Wereldrapport Menselijke Ontwikkeling te schrijven. Jaar na jaar is dat een deprimerend verslag over geconcentreerde rijkdom en welvaart tegenover wijdverspreide armoede, ongeletterdheid, ziekte en vroege dood. Het Wereldrapport 1999 richt zich vooral op de mondialisering van de economie.

Instellingen als het Internationaal Monetair Fonds, de Wereldhandelsorganisatie of de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling prijzen die mondialisering de hemel in. Niet zo het Wereldrapport. Dat is van mening dat de mondialisering van de economie grote delen van de wereld marginaliseert. De menselijke ontwikkeling gaat er heel algemeen in de wereld op vooruit, maar niet overal in dezelfde mate. De toestand van de mensen in de 85 minst begunstigde landen is op verschillende vlakken slechter dan tien jaar geleden. Van de 174 landen kennen 45 een hoog niveau van menselijke ontwikkeling; de meest prominente industrielanden. 94 andere landen scoren gemiddeld, 35 landen ten slotte, vooral in Afrika, zitten in een zwart gat.

De wereld ziet er voor het Wereldrapport inderdaad anders uit dan voor de gevierde economen, die hoogstens met het bruto binnenlands product van landen rekenen en dan nog niet eens met de verdeling ervan. De deskundigen van het Wereldrapport houden ook met andere dan zuiver economische factoren rekening. Hun statistieken steunen op criteria als levensverwachting, onderwijs, inkomen en koopkracht, gelijkheid tussen mannen en vrouwen, voedselvoorziening en beschikbaarheid van drinkbaar water.

DE WERELD IS KLEINER

Het Wereldrapport Menselijke Ontwikkeling 1999 pleit er dan ook voor om de regels van de economische mondialisering te herschrijven. Die staat nu ten dienste van het profijt, maar ze zou de mensen ten goede moeten komen, want het gaat niet alleen om stromen goederen en geld. De wereld is kleiner geworden, de onderlinge afhankelijkheid van regio’s en landen groter. Dat biedt mogelijkheden om een wereldgemeenschap te scheppen die steunt op collectieve waarden. Maar zo gaat het niet, de markten domineren het mondialiseringsproces. En daarbij ontstaat er een groteske en gevaarlijke polarisatie tussen de landen die van de internationale economie profiteren en de andere die er de vaak negatieve gevolgen van ondergaan. De mondialisering marginaliseert grote delen van de wereld.

Een vijfde van de wereldbevolking uit de rijkste landen vertegenwoordigt 86 procent van de wereldeconomie, 82 procent van de exportmarkten, 68 procent van de directe buitenlandse investeringen en 74 procent van het totale aantal telefoonlijnen. Het vijfde deel van de wereldbevolking onderaan de ladder, in de armste landen, staat voor slechts één procent van al die economische prestaties. De internationale solidariteit is bedreigd, in de mate dat de wereldmarkt steunt op concurrentie. Er is geen tijd, er zijn geen middelen en de motivatie voor hulp en samenwerking ontbreekt. De internationale sociale cohesie verbrokkelt.

Terwijl de wereldeconomie een grote expansie kent, verslapt de strijd tegen de armoede. Het Wereldrapport bespeurt tal van ongunstige ontwikkelingen. De technologische vooruitgang, met Internet voorop, zou de hele wereld ten goede kunnen komen. Nu hebben alleen de goed opgeleide en relatief welgestelde mensen uit de industriële landen er baat van. De informatiesnelweg loopt niet tot in de ontwikkelingslanden. In de biotechnologie is het geld belangrijker dan de behoeften. Het onderzoek en de ontwikkeling geven prioriteit aan schoonheidsproducten en speciale tomaten, niet aan een vaccin tegen malaria of aan gewassen die tegen droogte bestand zijn of op schrale grond gedijen.

De financiële crisis in Oost-Azië kost de hele wereld productieverlies. Met werkloosheid voor miljoenen en besparingen in de sociale dienstverlening tot gevolg. Die crisis is geen geïsoleerd incident, ze maakt deel uit van de werking van de internationale financiële markten. Niet alleen in de ontwikkelingslanden, maar ook in de geïndustrialiseerde wereld neemt de werkonzekerheid toe. De concurrentie in de mondiale economie dwingt de ondernemingen tot besparende herstructureringen.

HOLLYWOOD DOMINEERT DE WERELD

Maar daarmee is volgens het Wereldrapport het leed van de economische mondialisering verre van geleden. Op cultureel vlak voelen vele landen zich bedreigd door het dominerende eenheidsdenken van de Verenigde Staten. De belangrijkste Amerikaanse exportsector is niet de luchtvaart of het autobedrijf maar de vrijetijdsbesteding, met de films en televisieprogramma’s van Hollywood voorop. Delinquenten en criminelen spelen met grote ondernemingsgeest en veel verbeeldingszin op de mondialisering in. De internationale handel in drugs, wapens, arbeidskrachten, goederen en geld voeden de misdaad en het geweld in de wereld. “Het bestaan van concurrerende markten is wellicht de beste waarborg voor economische efficiëntie, maar niet voor de menselijke ontwikkeling”, concludeert het Wereldrapport.

De auteurs van het rapport roepen op tot een hernieuwd beleid voor de 21ste eeuw. Het komt erop aan een versterkt wereldbeheer op te zetten, met een hervorming van de Verenigde Naties en de Wereldhandelsorganisatie. De armere landen, maar ook de privé-sector, de niet-gouvernementele organisaties en zelfs het verenigingsleven moeten de dominantie van de industriële wereld corrigeren.

“De wereld snelt, kop omlaag, naar een verdere integratie, onder druk van de rentabiliteit van de markten en de economische efficiëntie. Wij moeten de menselijke ontwikkeling en de sociale bescherming integreren in die trend”, commentarieert Richard Jolly, van het UNDP encoördinator van het Wereldrapport Menselijke Ontwikkeling 1999.

Rapport mondial sur le développement humain, 1999, Les Editions De Boeck & Larcier, Département De Boeck Université, Parijs/Brussel, 890 frank.

Guido Despiegelaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content