Ariel Sharon, de nieuwe premier van Israël, heeft vorige week de afloop van twee gebeurtenissen afgewacht: zijn bezoek aan president Bush en de Arabische topontmoeting in Amman.

De Amerikaanse president George W. Bush mag dan een neofiet in de internationale politiek zijn, wegens zijn Arabische ‘contacten’ in de oliesector verwachtten velen van hem een grotere openheid voor Arabische verzuchtingen. Ten onrechte, bleek tijdens het bezoek van de Israëlische premier Ariel Sharon aan Washington. Bush bleek helemaal open te staan voor de logica van Israël zoals Sharon die uit de doeken deed. Wel liet hij zijn minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell zeggen dat Israël de extreme afsluiting van de Palestijnse steden moet milderen. Verder stelde hij de Palestijnse Autoriteit (PA) en Yasser Arafat in het openbaar verantwoordelijk voor het geweld in de regio. En Powell kreeg de opdracht om Arafat op te bellen. Die moet zijn volk laten weten dat het uit moet zijn met het geweld. Daarmee sluit Bush naadloos aan bij de stelling van Sharon, die zweert niet naar de onderhandelingen te zullen terugkeren voor het geweld stopt. Het Palestijnse geweld, welteverstaan.

Met die uitspraak op zak was het voor Sharon al makkelijker om te wachten op de afloop van de Arabische topontmoeting in Amman. Dat was meteen het tweede zwaartepunt van de week. Want de verenigde Arabische leiders dragen de Palestijnen dan misschien niet in hun hart, ze staan wel onder druk van hun verontwaardigde bevolkingen. Sharon moest dus hopen dat ze niet tot radicalere stellingnames of zelfs actie zouden overgaan. Maar de top raakte het niet eens over de wederopname van Irak in de Arabische gemeenschap, en beloofde de Palestijnen financiële steun, die eerder toch al was toegezegd en nog steeds niet uitbetaald is. De rest was gebabbel.

Ondertussen was bij de Verenigde Naties in New York een poging om de Veiligheidsraad een resolutie te laten stemmen die VN-waarnemers naar Palestina zou sturen om er de burgerbevolking te beschermen op het veto van de VS gestrand. Colombia, dat voor de resolutie had gestemd, werd achteraf gewaarschuwd dat dat ‘gevolgen zou hebben voor de Colombiaanse betrekkingen met de VS’.

GEGIJZELDE STAAT

Toen konden de bombardementen beginnen. De aanleiding was de ontzetting in Israël over de dood van de kleine Shalhevet Pass. Die baby van tien maanden oud uit de joodse kolonistenenclave in Hebron werd – volgens kolonisten met opzet – door een Palestijnse sluipschutter gedood. En een terrorist liet zichzelf ontploffen tussen een groep schoolkinderen die op de bus wachtten bij Qalqilia op de Westelijke Jordaanoever. Ook elders bepaalden aanslagen en schietpartijen het ritme en de politieke atmosfeer. Al die slachtoffers vielen aan Israëlische kant, waar nooit rekening gehouden wordt met de slachtoffers aan Palestijnse kant: ook baby’s die door settlers worden gedood, of elfjarige jongens die in hun eigen huis worden doodgeschoten.

De kolonistenenclave in Hebron, waar een driehonderdtal extremisten de staat Israël en zijn leger gegijzeld houden, ligt in het oude centrum van de stad, midden in een door tienduizenden Palestijnen bewoonde agglomeratie. Daar is al drie maanden lang een avondklok ingesteld, wat in Palestina wil zeggen dat niemand zijn huis in of uit mag. Abu Sneineh is een Palestijnse wijk (15.000 inwoners) die door de ‘verdeling’ van Hebron in 1997 op de eerste rij van het conflict is beland, recht tegenover de settlers. De kolonisten zelf krijgen permanent versterking uit de kolonie Kiriat Arba, en uiteraard van het massaal aanwezige leger. De afgelopen zes maanden werd er meer wel dan niet heen en weer geschoten tussen kolonisten en Palestijnse sluipschutters. In de regel voeren de kolonisten uit Kiriat Arba dan represailleraids op Palestijnse wijken uit, waarbij ze door het leger worden beschermd.

Dit keer, na de dood van de baby en de kersverse regering-Sharon indachtig, dreigden de kolonisten al te gewelddadig te worden. Ze werden door het leger tegengehouden. De kolonistengemeenschap in Hebron eiste zelfs dat het leger Abu Sneineh zou bezetten, en de ouders van de vermoorde baby weigerden het kind te begraven voor dat gebeurd zou zijn. Het leger ‘beperkte’ er zich toe de woonwijk urenlang met tanks en zware mitrailleurs te beschieten. Vanzelfsprekend vielen daarbij de nodige, genegeerde doden.

In dat klimaat kwam het Israëlische kabinet samen en besliste unaniem – dus mét het akkoord van Nobelprijswinnaar Shimon Peres, en de andere travaillistische ministers – dat het leger de Palestijnse Autoriteit zou aanvallen. Niet als verdediging of reactie, maar als langdurige strategie. Meteen daarna werden in Gaza doelwitten van Arafats elitegroep 17 door gevechtshelikopters gebombardeerd. Groep 17 levert lijfwachten voor Arafat en wordt door Israël als een bron van aanslagen en gewapende acties beschouwd. Zondag nog werden bij een Israëlische raid in Palestina minstens zes leden van de groep opgepakt.

De gevreesde ‘landdag’ van afgelopen vrijdag is relatief kalm gebleven, en het militaire geweld is voorlopig niet meer geëscaleerd. Alles wijst erop dat Ariel Sharon nu zijn echte strategie ontplooit. Die is enerzijds gebaseerd op de dubbele werking van de sluiting en compartimentering van de Palestijnse gebieden, waardoor de economie instort, de administratie niet kan werken, en de Palestijnse Autoriteit als centrale overheid van Arafat niet meer bestaat. En anderzijds de permanente onveiligheid door de militaire hamerslagen die het Palestijnse reactievermogen moeten vernietigen. Als dat werkt, zullen de Palestijnen binnenkort gedwongen worden om op de eisen van Sharon in te gaan en hun geweld stop te zetten. Dan kan Sharon zijn eigen ‘vredesplan’ dicteren, en dat zal neerkomen op zo’n 43 procent van de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook. Een mogelijkheid is de unilaterale terugtrekking en scheiding van de volkeren (zie kader).

Werkt zijn strategie daarentegen niet, dan kan het leger de vernietiging van Palestina voortzetten. Niet langer uitsluitend met bulldozers, maar ook met de gevechtshelikopters die George W. Bush wil betalen. Dan zal de oorlog nog heel lang duren, en wellicht besmettelijk blijken. En Sharon die veiligheid boven vrede verkiest, zal dan geen van beide hebben.

Sus van Elzen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content