Chips die onder de huid van mensen worden ingeplant met gegevens over hun identiteit en hun gezondheid: het is niet langer sciencefiction maar realiteit. Hoe sluipt de wetenschap van morgen in de maatschappij van vandaag?

Het begint altijd met van die onschuldige berichtjes ergens in een krant. Zoals: rijke Brazilianen laten antikidnapchip inplanten, over een firma die een systeem promoot waarbij zakenlui een zender ingebouwd krijgen zodat ze altijd kunnen worden opgespoord mochten ze ontvoerd worden – ontvoeringen zijn niet alleen in Irak, maar ook in een aantal Zuid-Amerikaanse landen een booming business.

Of nog: onderhuidse chip in ruil voor entree. Dat betrof twee discotheken van dezelfde eigenaar, in Rotterdam en in Barcelona, waar de beroemdste klanten, als ze dat wensten, een chip in de arm ingeplant kregen waarmee ze toegang kregen tot een speciale vipruimte én konden betalen. Een ingebouwd entreekaartje en een kredietkaart dus.

Die laatste chip was een variant van de VeriChip van het Amerikaanse beursgenoteerde bedrijf Applied Digital Solutions, baanbreker op het vlak van identificatietechnologie. Volgens de koepelorganisatie Automatic Identification Manufacturers in Brussel is het bedrijf voorlopig ook het enige dat deze toepassing promoot voor gebruik bij mensen.

De techniek borduurt voort op het succes van de chips die sinds kort niet alleen in allerhande producten, maar ook op grote schaal in huisdieren worden ingeplant. Enkele weken geleden leidde dat nog tot de identificatie van een in het Pajottenland gevonden hond die vorig jaar in Frankrijk verloren was gelopen. De chip wordt onderhuids ingeplant, in de schouder, en kan met een eenvoudige scanner afgelezen worden. Er zit een soort barcode op waarmee het dier en zijn eigenaar geïdentificeerd kunnen worden.

Hetzelfde moet de VeriChip voor de mens doen. Het ding is zo groot als een rijstkorrel, een centimeter lang en enkele millimeters breed. Het duurt ongeveer een minuut om hem onder lokale verdoving onder de huid van een arm te schuiven. Als de kleine wonde geheeld is, is er niets van te zien. De chip bevat – momenteel – zes lijnen informatie (met in totaal 128 karaktertekens) die uitgezonden worden op een radiofrequentie van 125 kilohertz en opgepikt worden door een speciale scanner, bijvoorbeeld aangebracht in een draagbare computer. Het is de scanner die, wanneer hij informatie nodig heeft, de chip activeert. Daarom kan het schijfje bijna eindeloos meegaan – zijn levensduur zou meer dan twintig jaar bedragen. De chip is uiteraard volledig ingebed in biologische materialen die geen afweer- reacties van het lichaam uitlokken.

De drie Chipsons

Elke technologische revolutie heeft zijn promotoren nodig, zoals Dennis Tito, de eerste ruimtetoerist, of Kevin Warwick, de eerste cyborg-in-wording, de eerste mensmachine die zich via een schijf in zijn arm draadloos met zijn computer verbond. Mensen die bereid zijn een mediastorm te trotseren om een nieuwigheid in de aandacht te brengen.

Applied Digital Solutions zocht zorgvuldig naar de eerste ‘klanten’ voor zijn chip. Het werd de Amerikaanse familie Jacobs, die ondertussen het koosnaampje Chipsons opgeplakt kreeg. Ze werd geselecteerd uit de duizenden die zich kandidaat hadden gesteld nadat de eerste berichten over het implantaat de wereld waren ingestuurd.

Het was zoon Derek die zich, als twaalfjarige, had ingeschreven: een vroegrijp kind met een fascinatie voor computertechnologie dat zich in zijn wilde dromen als de eerste cyborg zag. Maar het was vader Jeff die bij de beslissing de doorslag gaf, een verstandige kankerpatiënt die nog diverse andere gezondheidsproblemen had, zoals tijdelijke blindheid, en die na een auto-ongeval geconfronteerd was geweest met het feit dat hij in het ziekenhuis niet in staat was zijn medische voorgeschiedenis kenbaar te maken. De chip wordt onder meer aangeprezen als levensredder, omdat hij in alle omstandigheden iemands medisch dossier ter beschikking kan stellen. In de toekomst zal dat automatisch gebeuren, voor alle patiënten die een ziekenhuis worden binnengebracht.

Op 10 mei 2002 kregen vader en zoon Jacobs hun chip ingeplant, een gebeurtenis die live op televisie uitgezonden werd. Het product kostte toen 200 dollar per stuk. Het bevatte alleen enkele telefoonnummers en wat medische gegevens over zijn dragers.

Applied Digital Solutions is zeer voorzichtig wat betreft de mogelijke toepassingsgebieden van de chip. De eerste CEO van het bedrijf, Richard Sullivan, werd snel naar de coulissen verwezen toen hij in een overmoedige bui gesteld had dat hij veel heil zag in de mogelijkheid om alle vreemdelingen die de Verenigde Staten bezoeken op de voet te volgen.

Ondanks het feit dat de naweeën van 11 september 2001 in de VS overal voelbaar zijn, en de mensen veel toleranter maken voor controles en de steeds diepere indringing in hun privacy, vond men deze laatste optie toch te ver gaan.

De angst voor Big Brother-achtige koppelingen – verwijzend naar Orwell, niet naar de domme tv-programma’s die de term kaapten – zit er diep in bij de marketingstrategen achter de VeriChip. De mensen moeten eerst overtuigd worden van het nut van andere toepassingen, waar niemand veel problemen mee kan hebben. Een van de eerste voorbeelden stamde uit de beelden van de aanslagen van 11 september, toen brandweermannen voor ze de brandende torens in New York binnenstormden met fluorescerende markeerstiften hun socialezekerheidsnummer op hun arm schreven. Met een VeriChip zou er geen enkel probleem geweest zijn om de mannen, zelfs na een vuurdood, te identificeren.

Dementerenden en soldaten

Applied Digital Solutions blijft – voorlopig – de nadruk leggen op de vrijwilligheid van het gebruik van de chip: mensen moeten hem willen. Toch wordt al geopperd dat een inplantbare chip de perfecte vervanging zou zijn voor de omslachtige enkelband waarmee voorlopig vrijgelaten gevangenen gevolgd worden.

Hij zou ook ingezet kunnen worden bij de opvang van kwetsbare mensen, dementerende patiënten bijvoorbeeld, die voortdurend verloren lopen, of ondernemende kleine kinderen. Of gebruikt kunnen worden bij soldaten die naar het slagveld moeten, zodat ze eventueel snel opgespoord kunnen worden als men hun spoor bijster raakt. Door in de broeksriem of in een horloge een soort versterker te monteren, kan de chip een signaal sturen naar een satelliet zodat hij als een global positioning systeem (GPS) fungeert, waarmee iemands positie bepaald kan worden.

Er zijn ook al enkele instellingen die de VeriChip gebruiken om optimaler te kunnen functioneren. In een niet nader genoemde Amerikaanse kerncentrale kregen werknemers een chip ingeplant, zodat hun bewegingen in de installatie nauwkeurig gevolgd kunnen worden.

In Mexico leverde Applied Digital Solutions chips aan de minister van Justitie en een aantal andere personen die bezorgd waren om hun eigen veiligheid: zij kunnen nu worden opgespoord als ze zouden ‘verdwijnen’. Een kleine tweehonderd ambtenaren kreeg er een chip ingeplant om hen exclusieve toegang tot een overheidsgebouw met ‘gevoelige’ informatie te garanderen. Een maatregel die op termijn ook corruptie zou moeten indijken, want de chip zou zo geprogrammeerd kunnen worden dat hij registreert wie er wanneer welke informatie in handen krijgt. Duizend patiënten in een Mexicaans ziekenhuis kregen in een proefproject een chip met hun gezondheidsgegevens ingeplant.

Het is geen toeval dat de eerste grootschalige toepassingen gebeuren in landen waar mensen minder bezorgd zijn om hun privacy dan in ons verwende Westen. Maar niemand met enig gezond verstand maakt zich veel illusies: de techniek is beschikbaar en zal langzaam de wereld veroveren. Aanvankelijk nog in redelijk onschuldige toepassingen, later op veel grotere schaal en met veel meer informatie over zijn drager.

De marktprognoses zijn dan ook scherp. Applied Digital Solutions ziet op termijn een markt van 70 miljard dollar per jaar, hoewel daar nu nog maar een fractie van wordt gerealiseerd.

Dat vooral kinderen op de eerste berichten over de VeriChip reageerden, is geen toeval. Kinderen hebben veel minder moeite met elektronica en een digitale wereld dan volwassenen. Kinderen zijn ook vertrouwd met de piercingcultuur, waardoor ze minder mentale weerstand zouden hebben tegen het inplanten van de chip – een ingreep waarbij nog altijd een grote spuit nodig is.

De ondertussen zestienjarige zoon Jacobs loopt nu al bijna drie jaar met de rijstkorrel in zijn arm rond. En hoewel hij er niet echt veel plezier aan beleeft – het aantal toepassingen is uiterst beperkt – promoot hij graag de toekomstige voordelen van het ding. Een van zijn meest gebruikte oneliners is: ‘Stel je voor dat je in staat zult zijn om met je computer te communiceren door alleen maar aan hem te denken.’

Vader Jacobs is realistischer. Hij ziet de chip op termijn niet alleen als een instrumentje met medische informatie, maar ook met de potentie om medische ingrepen te sturen, zoals het opbellen van hulpdiensten als er een probleem is, of het toedienen van medicatie op het ogenblik dat een lichaam signaleert dat het in nood is, zoals bij een snel veranderende hartslag, lichaams-temperatuur of bloedsuikerconcentratie, die met ingebouwde sensoren gevolgd zouden worden.

Een elektronisch spoor

Eind vorig jaar, op 12 oktober, keurde de Amerikaanse Food and Drug Administration het gebruik van de chip voor medische doeleinden goed. Dat deed de beurswaarde van het producerende bedrijf duidelijk deugd. Momenteel wordt er gelobbyd om iets vergelijkbaars te verwezenlijken op de Europese markt, via de Europese Commissie, hoewel de weerstand hier blijkbaar groter is dan in het moederland. Toch onderzoekt bijvoorbeeld het Italiaanse ministerie van Volksgezondheid al of het systeem in zijn ziekenhuizen nuttig kan zijn, voor de identificatie van patiënten en het bepalen van welk medisch personeel toegang krijgt tot welke gegevens.

Moeder Jacobs zit met haar verwachtingen ergens tussen vader en zoon in. Zij verzorgt de als typisch vrouwelijk beschouwde aspecten van het leven in de campagne voor de chip. Dat de voordeur automatisch opent als je met je armen vol zakken uit de supermarkt aankomt, bijvoorbeeld, of dat de chip automatisch betaalt in de winkel – een ingeplante kredietkaart dus, die je niet kunt verliezen of die niet gestolen kan worden.

De ouders Jacobs zorgen ook voor de relativerende en waarschuwende noten om hun optreden niet als een zuivere publiciteitsstunt te laten overkomen. De moeder vreest misbruiken in de consumentenwereld, waarbij winkels automatisch een waarschuwing zullen krijgen als een cliënt niet solvabel is. De vader is bang dat bepaalde mensen misleidende informatie op hun chip zullen laten zetten om instanties te bedonderen, of omgekeerd, dat er veel meer informatie op de chip komt dan de dragers willen.

Daarom hamert de nieuwe baas van Applied Digital Solutions, Keith Bolton, zo sterk op het vrijwillige aspect van het gebruik van de chip. Daarom balanceert hij behendig tussen de voor- en nadelen van het systeem, stelt hij enerzijds dat het nu mogelijk is om iemand overal ter wereld op te sporen als hij dat wil, maar anderzijds dat de chip niet veel meer sporen zal nalaten dan we nu al doen met e-mails, kredietkaarten en mobiele telefoons, omdat hij in principe alleen maar reageert als hij binnen een meter van een scanner komt.

Op termijn moet de chip, volgens Bolton, ook de veiligheid van de bevolking verhogen, en dat niet alleen als wapen in de strijd tegen ontvoeringen en verdwijningen. Zo wordt er gewerkt aan toepassingen waarin een sensor in een geweer wordt ingebouwd die reageert op een chip van de eigenaar, zodat het wapen alleen wordt geactiveerd als zijn eigenaar het hanteert – een initiatief van de in de VS gevestigde producent van handwapens FN Manufacturing.

Andere ideeën kunnen voorlopig van minder krediet genieten. Een voorstel van een van de woordvoerders van Applied Digital Solutions was om alle piloten van grote vliegtuigen een chip in te planten, waarmee gegarandeerd kan worden dat niemand anders de cockpit van een toestel in kan – een duidelijker recuperatie van de 11 september-paranoia is amper denkbaar.

Maar die mogelijkheid stuitte met-een op weerstand. De lancering van dat idee deed de vraag rijzen hoe ver het bedrijf zijn tijd vooruit kan lopen. Nu al komt er scherpe kritiek op het feit dat het te snel gaat, dat de technologie en zijn toepassingen zo drastisch evolueren dat het maatschappelijk debat amper kan volgen – een probleem dat ook in de biomedische en de landbouwsector speelt.

Een digitale ijsbreker

De lobbygroepen die pleiten voor meer privacy wetten de wapens. Ze leggen stilaan de zwakke plekken van de technologie en haar toepassingen bloot. Met voorlopig als voornaamste focus dat we, ondanks de sussende verklaringen van de producent, tóch een veel duidelijker spoor zullen achterlaten dan nu het geval is. Kredietkaartgebruikers zouden nu een tiental sporen per week achterlaten, maar met een chip in het lichaam zouden dat er tien per dag kunnen zijn.

De chip zal de dragers nog meer blootstellen aan het euvel waarmee ze ook op het internet geconfronteerd worden: dat er een automatische analyse gebeurt van wat je waar doet, zodat er een profiel gemaakt kan worden waarmee overheidsinstellingen en commerciële instanties je kunnen bestoken met zogenaamd gerichte informatie die je niet vraagt. Je loopt ook voortdurend met je gezondheidsdossier rond, wat vragen doet rijzen over de medische geheimhouding. Want als de technologie gemeengoed geworden zal zijn, zul je geen controle meer hebben over wie waar en wanneer je gegevens leest.

Een punt van onzekerheid blijft ook de veiligheid van het systeem. Want je sleept je chip wel mee, maar er is vooralsnog geen identificatie aan verbonden: iedereen kan in principe – hoewel dat in dit geval uiteraard moeilijker ligt dan met een niet-ingeplant product – met jouw chip, of een namaak ervan, op pad zonder dat bij gebruik getest wordt of chip en drager aan elkaar gelinkt zijn. Een probleem dat voorkomen zou kunnen worden door het gebruik van de chip te koppelen aan een vingerafdruk of een scan van de iris.

Omdat het om een vrij eenvoudige technologie gaat, lijkt de chip nogal kwetsbaar voor inbrekers die dan met je gegevens aan de haal gaan om een nepkaart te maken – hoewel de producent zich haast om het tegendeel te beweren. Een mooi en onschuldig voorbeeld van hoe het kan mislopen met het gebruik van een chip, stamt uit een internationale technologieconferentie in de herfst van 2003, waarbij alle deelnemers een schijfje aan een halsketting kregen dat persoonlijke informatie over henzelf bevatte. Meer zelfs. Het ding signaleerde wanneer zijn drager in contact kwam met iemand met vergelijkbare interesses. Een soort automatische ijsbreker dus, waarmee je in groot gezelschap vanzelf contact kan leggen met gelijkgezinden.

Maar een ingenieur raakte zo geïrriteerd door de niet-aflatende signalen dat hij een gelijkgezinde tegen het lijf liep – je kon het ding niet afzetten – dat hij als een hacker in het systeem inbrak door de rudimentaire beveiliging te kraken, waarbij hij niet alleen zijn eigen signaal afzette, maar ook de schijfjes die op het zijne reageerden.

Het hoeft ten slotte niet te verbazen dat religieuze drukgroepen zich tegen het concept verzetten, met als voornaamste argument dat de chip wel erg lijkt op het Teken van het Beest uit het bijbelboek Openbaring (13: 16). Een tiran zou iedereen in zijn rijk met een persoonlijk teken opzadelen om zijn onderdanen altijd en overal te kunnen identificeren.

Applied Digital Solutions heeft deze suggestie naar verluidt bestudeerd met bijbeldeskundigen, en is tot de vaststelling gekomen dat de VeriChip niet beantwoordt aan de beschrijving van het Teken, omdat hij onderhuids is ingeplant en dus niet zichtbaar is. Maar toen Openbaring aan het papier werd toevertrouwd, had God natuurlijk de digitale informatieoverdracht nog niet geschapen.

Door Dirk Draulans

Niemand met enig gezond verstand maakt zich veel illusies: de techniek is beschikbaar en zal langzaam de wereld veroveren.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content