Gelijke onderwijskansen, maar dan voor iedereen. Dat is wat we nodig hebben, volgens de leerkrachten buitengewoon onderwijs.

Dominiek Savio in Gits is een begrip. De instelling bestaat in 2008 vijftig jaar, een halve eeuw ervaring in het werken met fysiek gehandicapte kinderen, jongeren en volwassenen. Bovendien is het een van de twee (!) buso-scholen (buso is buitengewoon secundair onderwijs) in Vlaanderen waar technisch onderwijs wordt aangeboden. Waar zoveel ervaring samenzit, kan geoordeeld worden over hoe gelijk ons onderwijs wel (geworden) is.

Vrije schoolkeuze bijvoorbeeld. Dat bestaat niet, zegt de staf van Dominiek Savio stellig. Een kind met een handicap kan naar een gewone school, maar dat mislukt vaak. Omdat de handicap te zwaar is, omdat de bijkomende medische of fysieke zorgen te veel tijd in beslag nemen voor het gewone schoolprogramma of omdat het kind anders is en daardoor gepest wordt. Vaak zijn ze te weinig weerbaar om daarmee om te gaan.

Maar als het van de ouders afhangt, gaat elk kind – hoe zwaar of meervoudig de handicap ook – naar een gewone school. Kinderen moeten immers ‘perfect’ zijn, sportief, muzikaal, sociaal én intellectueel. Het al vaak aangeklaagde misbruik van het geneesmiddel rilatine is daar maar één uitwas van.

Maar, stellen de leraren van Dominiek Savio, diversiteit wil ook zeggen dat niet alle mensen hetzelfde kunnen en doen. Dat het kan dat je moet afhaken omdat het té moeilijk is en dat ook mag zeggen. Dat sommige mensen iets niet kunnen en dat ook leren aanvaarden. ‘Wie hoogtevrees heeft, doet geen bergwandelingen. Wie een zware en meervoudige handicap heeft, kan niet naar het gewoon onderwijs.’

Dankzij de medische vooruitgang blijven kinderen met een meervoudige handicap in leven. Dat is goed, maar de vraag naar zorg is daardoor wel spectaculair toegenomen. Terwijl de maatschappij geen rekening houdt met mensen met een ‘afwijking’.

Een aantal simpele voorbeelden. Parkeermeters zijn in elke gemeente anders. Postkantoren gaan dicht en worden vervangen door automaten. Banken verwachten dat de klant de meeste handelingen zelf uitvoert: van betalen over rekeningbeheer tot het afhalen van geld. En dan hebben we het nog niet over de administratieve taal waarin formulieren zijn opgesteld.

Hetzelfde geldt voor de ontwikkeling in de psychiatrie. De betere psychische begeleiding maakt snellere detectie en behandeling mogelijk. Dat is goed, hoewel veel mensen vragen hebben bij het plotse opduiken van allerlei vormen van autisme. Daar hebben de mensen van Gits een antwoord op. Het oude onderwijs met vaste klassen, een strakke structuur en discipline was perfect voor autisten. In het moderne onderwijs dat creativiteit, flexibiliteit en zelfstudie vereist en veel keuze toelaat, lopen ze verloren.

KNOW WHY

Toch doen ouders er alles aan om hun kind in het gewoon onderwijs te houden. Via thuisbegeleiding tot geïntegreerd onderwijs (gon). In het gon krijgt een kind met een handicap of een leerstoornis extra hulp van mensen uit het buitengewoon onderwijs.

Op zich niets mis mee. Alleen, zo zeggen de leraren van het Dominiek Savio, moet het welzijn van het kind voorop staan. Drie vragen zouden bepalend moeten zijn: kan dat kind in het gewone onderwijs evenveel leren als bij ons? Kan dat kind echt deel uitmaken van de klasgroep of is het niet meer dan een troetelkindje voor de anderen? Kan de ontvangende school dat aan?

Het gewoon onderwijs krijgt immers een aantal taken toegewezen waar de leraren niet voor zijn opgeleid. Via het geïntegreerd onderwijs krijgen de scholen wel enkele uren ondersteuning van het Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB) of vanuit het buitengewoon onderwijs (buo), maar er zijn eenvoudigweg te weinig uren voorzien. Net voldoende om wat ’tips te kunnen geven’, zeggen de gon-begeleiders.

Het succes van zo’n integratie hangt af van de leerling en van de ontvangende school. Maar als een school succes boekt, veroorzaakt dat een toestroom van zorggevallen, waardoor ook enthousiaste leerkrachten overbelast raken en blokkeren.

Maar er is meer. Nu veel kinderen vanuit het buo naar gewone scholen gaan, bestaat het publiek in het buo steeds meer uit kinderen en jongeren met een zeer complexe handicap. Een combinatie bijvoorbeeld van een lichamelijke handicap met gedragsproblemen of van mentale en lichamelijke handicaps. Het stigma dat buitengewoon onderwijs geeft, wordt daardoor nog versterkt.

Dus, vinden de leraars, moeten we maar consequent zijn. Schaf het buo dan af. Laat iedereen naar het gewone onderwijs gaan, verplicht scholen te denken voor en aan iedereen. Geef alle scholen voldoende ondersteuning. En pas ten slotte die mentaliteit in bij de lerarenopleiding.

Want lesgeven aan kinderen met een handicap is iets heel speciaals. ‘Je houdt het niet vol als je het niet met hart en ziel doet.’ ‘Je moet zeer zorgvuldig onderwijs geven omdat het gaat om kinderen met beperkte mogelijkheden.’ ‘Wij bieden een all-informule, waarbij we rekening houden met de handicap, de gezinsproblematiek en de bijkomende therapieën die voor elk kind anders zijn.’

De aandacht voor het onderwerp bestaat nu al in de lerarenopleiding. Ook al blijkt uit een onderzoeksproject aan de Katholieke Hogeschool Sint-Lieven dat het gebrek aan ondersteuning en een prestatiegericht onderwijs in de praktijk sterke hindernissen zijn.

Dat begrijpen de mensen in Gits volkomen. ‘Hier lesgeven is niet alleen knowhow, maar vooral know why.’ Weten dat het soms gewoon niet lukt, hoe hard je ook werkt. Dan moet je kunnen terugvallen op je collega’s, op hun hulp en openheid. Je samen afvragen waarom het met die leerling bij jou niet lukt. Maar als de leerlingen vooruitgaan, ‘geven ze je extra energie. In het gewoon onderwijs nemen leerlingen alleen energie af.’

Zelfs het zo geroemde gon lost dat probleem niet volledig op. De leerlingen krijgen te weinig ondersteuning, er zijn veel vragen over ‘gelijkheid’: hoe volgen dove kinderen taal- en muzieklessen? Wat met gymnastiek? De school moet zorgen voor een aantal voorzieningen: speciale pc’s voor motorisch gehandicapten of slechtzienden, verhoogde of verlaagde tafels, stoelen, aparte wc’s voor rolstoeljongeren, meer ruimte in de klas, hellende vlakken in plaats van trappen.

‘Is het niet wonderlijk’ vragen de buo-specialisten zich af. ‘Iedereen praat over gelijke onderwijskansen. In de praktijk wil dat zeggen dat leerkrachten in het gewone onderwijs overbelast worden, terwijl de gon-leerlingen niet eens een diploma krijgen. Een attest is het hoogste dat ze kunnen behalen, want ze voldoen niet aan de eindtermen. Bij lichamelijke handicaps vergeet iedereen dat die jongeren even intelligent zijn als hun leeftijdgenoten. Alleen zijn ze lichamelijk beperkt. En dus worden gewone scholen op kosten gejaagd om hun lokalen en gebouwen aan te passen. Waarom komen de gewone leerlingen niet naar hier? Het buo kan alle richtingen aanbieden. En hier is alles aangepast. Hier bestaat openheid. Hier bestaat ervaring om met alle mensen om te gaan. Het antwoord is simpel: ondanks alle verklaringen is het gon eenrichtingsverkeer.’

DOOR MISJOE VERLEYEN

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content