‘Het sm-milieu of de Wetstraat: mijn aanpak blijft dezelfde’

PAUL JAMBERS 'Er komt altijd een moment dat degene die ik volg me niet meer als een indringer ziet. Je kunt het vergelijken met een paard dat wordt getemd.'

Maandenlang al volgt Paul Jambers zes prominente politici tijdens de campagne. Het resultaat, Jambers in de politiek, wordt in de week voor de verkiezingen op VTM uitgezonden. ‘Dat zal onvermijdelijk invloed hebben op de campagne’, klinkt het. ‘En dat weten de politici die eraan meewerken maar al te goed.’

‘Dit is het interessantste wat ik in mijn leven al heb gedaan’, zegt Paul Jambers. ‘Een bekroning is misschien een te sterk woord maar het komt toch in de buurt.’ De voorbije maanden volgde de reportagemaker zes Vlaamse toppolitici in de aanloop naar de verkiezingen van 25 mei. De beelden van Bart De Wever, Kris Peeters, Johan Vande Lanotte, Maggie De Block, Wouter Van Besien en Gerolf Annemans brengt hij samen in het programma Jambers in de politiek, dat in de week voor de verkiezingen dagelijks wordt uitgezonden.

In het kantoor van Kris Hoflack, hoofdredacteur van de VTM-nieuwsdienst, kijken we samen naar een ruwe montage van de tweede aflevering. Paul Jambers lijkt wat gespannen: zijn werk is niet af. Hij is nog volop aan het draaien, heeft nog zware dagen voor de boeg. ‘Ik vind het heel belangrijk dat dit programma onder de koepel van de nieuwsdienst wordt uitgezonden’, zegt hij terwijl hij zijn laptop behoedzaam openklapt. ‘Het is ook Kris die de politici heeft gevraagd of ze wilden meewerken. Om te beginnen kwam dat mijn geloofwaardigheid ten goede, en daarnaast hoefde ik hen op die manier niet te zien voor ik daadwerkelijk begon te draaien. Ik vond het heel belangrijk om hen voor het eerst te ontmoeten terwijl de camera liep. Aanvankelijk waren de meesten wat afstandelijk en omzichtig, maar gaandeweg groeide het vertrouwen en veranderde de sfeer.’

Op het laptopscherm zien we ondertussen hoe Kris Peeters uitlegt dat Bart De Wever zijn rivaal niet is, hoe Maggie De Block zich van de ministerraad naar het kapsalon haast, en hoe Johan Vande Lanotte premier Elio Di Rupo als een vedette onthaalt op een verkiezingsmeeting in Oostende. Ondertussen leest Paul Jambers op zijn karakteristieke toon de bescheiden voice-over voor. De beelden moeten zo veel mogelijk voor zichzelf spreken: ‘Via mij kunnen de kijkers zien wat er achter de schermen van de campagne gebeurt. Maar conclusies trekken, dat moeten ze zelf doen.’

Dat VTM net Paul Jambers het paradepaardje van haar verkiezingsuitzendingen in handen heeft gegeven, is best verrassend. Vanwaar die keuze?

KRISHOFLACK: We wilden echt iets anders doen. De voorbije jaren kwamen alle verkiezingsprogramma’s op hetzelfde neer. Er waren ernstige debatten in ernstige programma’s, en luchtiger gesprekken in luchtiger uitzendingen. Dat was het. Met Jambers in de politiek willen we de mensen tonen hoe het er tijdens de campagne echt toegaat in de coulissen van de politiek. Hoe leven politici naar de verkiezingen toe? Hoe wordt zo’n campagne opgebouwd? Hoe bereiden ze zich voor op de grote debatten? Dat krijg je normaal niet te zien.

PAULJAMBERS: Het idee is niet nieuw: meer dan twintig jaar geleden heb ik VTM al voorgesteld om een aantal politieke kopstukken te volgen. Politici hebben me altijd al gefascineerd omdat ze veel te vertellen hebben, overal een mening over hebben en een redelijk hard leven leiden. Dat is me de voorbije maanden opgevallen: die mensen werken van ’s morgens tot ’s avonds keihard.

Er zijn al zo veel programma’s over en met politici. Wat wilt u daar nog aan toevoegen?

JAMBERS: In de eerste plaats wil ik een goed programma maken, waarin ik het persoonlijke leven en de politieke visie van die mensen samenbreng. Ik ga niet op zoek naar de mens achter de politicus. Dit is geen humaninterestprogramma, hè.

Wat is het dan wel?

JAMBERS: Een programma waarin je de politicus leert kennen. Het gaat over de dingen die hem bezighouden, zijn politieke overtuiging, de manier waarop hij de campagne aanpakt ook. Ondertussen leer je hem automatisch ook een beetje kennen op persoonlijk vlak. Maar zijn vrouw en kinderen uitgebreid interviewen, doe ik niet.

U laat ze wel zien.

JAMBERS: Sommigen komen in beeld, ja. Maar dat is nog iets anders dan ze aan het woord laten. Ik heb er ook niet te hard op aangedrongen om de politici thuis te mogen filmen – dan had ik daar een belangrijker punt van gemaakt dan het eigenlijk is. Vaak gebeurt dat gewoon vanzelf, en dat is natuurlijk fijn: als je iemand in zijn thuissituatie kunt interviewen, is de sfeer helemaal anders.

HOFLACK: Hoe iemand woont, zegt ook veel over hem. Zo is het interieur van Gerolf Annemans helemaal anders dan ik had verwacht. Ook door zulke kleine dingen kun je iets over een politicus leren.

JAMBERS: Toch gaat het mij in de eerste plaats over de totaliteit van de mens, van de politicus. Het was mijn bedoeling om een programma te maken dat toegankelijk is voor een heel breed publiek maar toch niet uitsluitend over de relatie tussen Maggie De Block en haar dochter gaat. Nee, ik wou het échte verhaal van de campagne vertellen door die mensen urenlang van nabij te volgen.

Uiteindelijk bepalen ze toch zelf wat ze u laten zien en wat niet?

JAMBERS: Dat probeer ik zo veel mogelijk te vermijden. Daarom heb ik hen ook niet gevraagd wanneer ik hen mocht volgen, want dan had ik hen de regie in handen gegeven. Nee, ik heb hun agenda opgevraagd en dan zelf een aantal dagen uitgekozen. Ze konden die draaidagen dus niet voor mij organiseren.

HOFLACK: Dat is natuurlijk veel gevraagd. Zeker omdat het programma in de week voor de verkiezingen wordt uitgezonden. Het is niet nieuw dat een politicus tijdens de campagne wordt gevolgd, maar wel dat de beelden net voor de verkiezingen op televisie komen. Voor de politici die aan Jambers in de politiek meewerken, staat er dus veel meer op het spel. Toch hebben de meesten – een beetje tot mijn verbazing – relatief snel toegezegd.

Stonden deze zes politici boven aan uw verlanglijstje of zijn sommigen tweede keuze?

HOFLACK: We zijn van bij het begin voor zes absolute toppers gegaan en die hebben ook allemaal meegewerkt. Natuurlijk waren vooral Bart De Wever en Kris Peeters essentieel, en dus hebben we het hardst gewerkt om hen aan boord te krijgen.

JAMBERS: Eigenlijk vond ik zes personages te veel om het verhaal te vertellen, maar vanuit journalistiek oogpunt konden we niet anders: we volgen iemand uit elke partij die in het parlement zit.

Behalve de LDD van Jean-Marie Dedecker dan.

JAMBERS: (denkt na) Dedecker is een heel interessante figuur en ik had hem best willen volgen. Alleen hadden we dan een heel groot forum gegeven aan iemand die enorm mediageniek is en niets meer te verliezen heeft.

HOFLACK: Ja, dat was een beetje buiten proportie geweest, en daarom hebben we het bij de zes grootste spelers gehouden.

De mensen die u hebt gevolgd zijn stuk voor stuk gewend aan camera’s om hen heen. Vergaten ze soms dat ze werden gefilmd?

JAMBERS: Een camera blijft hoe dan ook iets vreemds. Vergeet niet dat we ook de hele tijd meeluisterden, want ze kregen een microfoontje opgeprikt. Al maakten we daar wel altijd duidelijke afspraken over: als ze geen camera zagen, namen we ook geen geluid op. Stonden ze dus buiten met iemand te praten, dan luisterden wij dat gesprek niet af. Het was niet mijn bedoeling om hen ergens op te betrappen, en ik ben ook geen journalist die met allerlei trucjes een reactie probeert uit te lokken. Ik wou alleen registreren hoe zij leven, en daarvoor moesten ze me kunnen vertrouwen.

HOFLACK: Of ze de camera nu vergeten of niet: als je een hele dag wordt gefilmd, kun je je onmogelijk blijven verbergen. Dan word je getoond zoals je bent. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de beelden van Kris Peeters en Bart De Wever die elkaar ontmoeten op een evenement in het Antwerpse stadhuis. Meteen zie je welke persoonlijkheden dat zijn: hoe ze daar binnenstappen, mensen begroeten, speechen. Erg veelzeggend.

JAMBERS: Ik draai altijd heel veel, en op den duur komt er een moment dat de degene die ik volg me niet meer als een jager of een indringer ziet. Pas als iemand zich daarbij neerlegt, wordt het echt interessant. Je kunt het een beetje vergelijken met een paard dat wordt getemd.

Beantwoorden de zes politici in werkelijkheid aan het beeld dat we doorgaans van hen hebben?

JAMBERS: Dat moet de kijker uitmaken. (denkt na) Als ze de politici in mijn programma alleen te zien krijgen zoals ze hen al kennen, hebben we maar een beperkte bijdrage tot de berichtgeving geleverd.

HOFLACK: Ik vind dat je ze ziet evolueren naarmate het programma vordert. In de eerste aflevering zien we ze zoals we ze kennen, maar gaandeweg ontstaat er een ander en vollediger beeld. Dat komt vooral doordat het vertrouwen tussen hen en Paul almaar groter wordt.

JAMBERS: Ze veranderen ook als de campagne echt op gang komt. In de eerste aflevering zijn ze nog gewoon aan het werk en zie je hen dus in hun normale doen. Johan Vande Lanotte, bijvoorbeeld, hebben we op zijn kabinet gefilmd waar hij zich als een echte manager gedroeg. Hij had ook een heel open stijl. In tegenstelling tot sommige anderen, die dan snel de deur dichttrokken, had hij er geen enkel probleem mee dat we bij enkele vergaderingen aanwezig waren. Maar toen begon de campagne, ging hij overal in West-Vlaanderen huisbezoeken afleggen, en veranderde hij plots van een manager in een volksmens. Een prachtige transformatie van Johan – want ondertussen noem ik hem al Johan. (lacht)

Had een ervaren Wetstraatjournalist dit programma evengoed kunnen maken?

HOFLACK: Dat denk ik niet. Echt niet. In mijn ogen heeft Paul de journalistiek in Vlaanderen fundamenteel veranderd, en het was die specifieke benadering die we in dat programma wilden stoppen. Een Wetstraatjournalist staat toch helemaal anders tegenover de politiek en is veel meer bezig met de zogenaamde politique politicienne.

JAMBERS: Ik benader de politici precies zoals ik mijn getuigen in Jambers destijds benaderde: met een soort verwondering. Ik mag dan geen sm-aanhanger zijn, maar als ik een programma maak in het sm-milieu sta ik daar niet vijandig tegenover. Ik observeer, registreer en laat de betrokkenen zichzelf verklaren. Hetzelfde doe ik nu in de politiek. Ik trek geen conclusies en leg geen verbanden. Dat moet de kijker doen. Als we bijvoorbeeld met Wouter Van Besien het hoofdkantoor van Groen binnenstappen en hij begroet een meisje met een hoofddoek dat achter de balie zit, dan registreren we dat. Meer niet. Als ik te lang bij die hoofddoek zou blijven hangen, zou ik bepalen wat de kijker moet denken. En dat wil ik niet.

HOFLACK: En toch leer je het meeste uit die kleine dingen. Neem de manier waarop de medewerkers van Bart De Wever haast bewonderend naar hem luisteren. Die gezichten zeggen heel erg veel. Of het telefoongesprek tussen De Wever en zijn zoon vlak voor hij het podium op moet voor een debat met PS-voorzitter Paul Magnette. ‘Ik moet nu een debatje doen, jongen’, zegt De Wever. ‘Je mag me niet meer terugbellen.’

JAMBERS: Hoewel daar veel journalisten waren, hoorde alleen mijn cameraman dat doordat De Wever ons microfoontje droeg. Natuurlijk weet hij dat wij hem op dat moment kunnen horen. Zegt hij daarom tegen zijn zoon dat hij ‘een debatje’ moet doen? Dat weet ik ook niet.

HOFLACK: Ook mooi zijn de beelden van de voorbereiding van dat debat. Je ziet hoe De Wever op alle mogelijke vragen en reacties anticipeert en hoe de uitspraak ‘Show me the money’ tot stand komt.

JAMBERS: Het is heel boeiend om zo’n voorbereiding in beeld te brengen, maar niet iedereen zag dat zitten. Sommigen mocht ik een paar uur of zelfs een dag voor een belangrijk debat al niet meer storen. Anderen lieten me wel binnen maar praatten dan alleen nog over onbelangrijke dingen. Namen kan ik natuurlijk pas na de uitzending noemen, want anders zou ik de kijkers te veel beïnvloeden. Het is niet mijn bedoeling om me in de campagne te mengen.

Dat doet u toch sowieso?

HOFLACK: Dat zo’n programma invloed heeft, is onvermijdelijk. Als je de verkiezingen kunt winnen of verliezen met een debat, kun je dat met een programma als Jambers in de politiek natuurlijk ook. Dat weten de politici die eraan meewerken maar al te goed.

DOOR ANN PEUTEMAN

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content