In een boekje met ongepubliceerd materiaal van en over Lenin, schildert de Amerikaanse profes- sor Richard Pipes een onderhoudend portret.

K ameraden! De opstand van de vijf koelakken-districten moet genadeloos de kop worden ingedrukt. De belangen van de gehele revolutie vereisen dat, want momenteel is de ‘laatste beslissende slag’ met de koelakken overal aan de gang. Er moet een voorbeeld gesteld worden.”

Wat dan volgt, moet bewijzen dat Vladimir Iljitsj Oeljanov, genaamd Lenin, zijn aanhangers lesgaf in pure terreur. Zijn reactie op de koelakken-opstand in Penza van 11 augustus 1918 eindigt als volgt: “Hang (hang zonder mankeren, zodat de mensen het zien) niet minder dan honderd bekende koelakken, rijkelui, afpersers op (…) Doe het zo dat in een omtrek van honderd werst de mensen zullen zien, beven, weten, schreeuwen.” Ontvangst en uitvoering van het bevel moesten aan hem getelegrafeerd worden.

Dat Lenin geen doetje was, wisten we natuurlijk al langer. Ook het imago van de moreel hoogstaande revolutionaire leider die zijn levenswerk zag instorten toen hij op zijn sterfbed Stalin de macht zag veroveren, was al grondig aangetast. Het beeld dat Richard Pipes, professor emeritus Russische geschiedenis aan Harvard University en auteur van interessante en controversiële werken als “The Russian Revolution” (1990) en “Russia under the Bolshewik Regime” (1994) van Lenin ophangt, bevestigt het beeld van een man die zich te buiten ging aan willekeur en terreur.

Het is waar dat Pipes een indrukwekkende selectie heeft gemaakt uit een groot aantal ongepubliceerde manuscripten van Lenin en instructies die hij soms wel, soms niet ondertekende. Impliciet erkent ook Pipes wel dat er een probleem is, en dat zelfs Lenin tot warme gevoelens in staat was. Toch gaat hij die erkenning weer inperken tot slechts één persoon, Inessa Armand, Lenins maîtresse. Over die relatie weten we niet al te veel, omdat Lenins brieven aan zijn geliefde weggecensureerd waren uit zijn verzamelde werken. Pipes: “In het verzameld werk zijn slechts die brieven aan haar opgenomen die louter partijzaken betroffen: alle intieme berichten, met name als zij duidden op een seksuele relatie, werden weggelaten of gekuist. Het werd blijkbaar ongepast geacht voor de goddelijke leider van de wereldrevolutie om zich te buiten te gaan aan de buitenechtelijke liefde.”

Je merkt meteen dat Pipes graag een hoge toon aanslaat. Uit zijn vroegere werk hebben we dat al van hem leren verwachten. Maar de brieven van Lenin bevatten zoveel boosaardigheid dat ze voor zichzelf spreken. Het zou dus wel kunnen dat Pipes de manuscripten heeft geselecteerd op basis van zijn programmatische titel.

VERNIETIGDE EN VERVALSTE PAPIEREN

Tenslotte is er nog een bijkomend probleem dat door Joeri A. Boeranov, de directeur van het Russisch Centrum voor het Bewaren en Bestuderen van Documenten van de Nieuwste Geschiedenis (het centrum waar de meeste manuscripten worden bewaard) al op de eerste bladzijden wordt opgeworpen: “Het is niet uitgesloten dat een deel van Lenins geschriften ergens in het verleden is vernietigd. Andere geschriften, die hun wezenlijke belang zouden kunnen aantonen, zijn nog niet volledig beschikbaar voor de wetenschap. Het is bovendien niet uitgesloten dat bepaalde geschriften vervalst zijn (zie Yuri Buranov, Lenin’s Will: Falsification and Forbidden).”

Het is nu toch wel merkwaardig dat Pipes aan deze opmerking geen woord vuilmaakt. Vermoedelijk vindt hij ze te onnozel om erop in te gaan. Pipes hamert er juist op dat hij niet kan waarborgen alle in Rusland bewaarde manuscripten van Lenin gezien te hebben, waarmee hij wil zeggen dat er misschien nog wel straffere documenten in de archieven liggen te sluimeren. Daar komt bij dat veel van Lenins brieven de instructie bevatten dat de ontvanger ze meteen moest vernietigen.

Natuurlijk kan je na de lectuur van deze teksten, die een periode van ongeveer vijftien jaar (van 1909 tot 1924, het jaar van zijn dood) bestrijken, besluiten dat Lenin een harteloze cynicus was zonder scrupules, omdat hij ervan uitging dat het slagen van zijn revolutie en later het handhaven van zijn macht, met alle middelen verdedigd mocht worden. Dat Lenin op den duur geen onderscheid meer kon maken tussen zijn eigen macht en het algemeen belang. Maar vooral komt hij naar voren als een man die zich met alles bemoeide, tot en met de maat van de houtblokken die in Siberië gezaagd moesten worden. Lenin liet zijn medestanders gek verklaren als het hem uitkwam. Hij koos Stalin in 1922 zelf uit voor de nieuwe post van secretaris-generaal. Hij bleef onbewogen bij het lot van zijn tegenstanders die in de kampen wegrotten en hij nam nauwelijks notie van de hongersnood die in het begin van de jaren twintig maakte dat mensen in Rusland en Oekraïne elkaar begonnen op te eten. Hij had meer achting voor de Duitsers dan voor de Russen en hij gooide redeloos met geld om zijn doeleinden in het buitenland te bereiken. Op het einde van zijn leven was hij volledig paranoïde en zag hij overal complotten tegen zijn persoon. Hij verbande veel in zijn ogen gevaarlijke intellectuelen en gedroeg zich onafgebroken als een politieagent die ijverig verslag maakte van al wat in zijn ogen misdrijven waren. Pipes: “Lenin heerste over zijn enorme rijk als over een privé-domein.”

Richard Pipes, red.,”De onbekende Lenin – Uit het geheime archief”, Balans/Icarus, 238 blz., 895 fr.

Piet de Moor

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content