Spaanse onderzoeksrechters willen de Chileense ex-dictator Agusto Pinochet voor de rechter slepen. Kan dat zomaar?

Wat hangt de Chileense ex-dictator Agusto Pinochet, 82 jaar en senator voor het leven, boven het hoofd?

Twee Spaanse onderzoeksrechters, Manuel Garcia Castellon en Baltasar Garzon, willen hem ondervragen over het lot van 91 Spaanse burgers gedurende zijn bewind, én over de Operatie Condor, de codenaam voor de operatie waarbij de junta’s van Chili, Argentinië, Uruguay en Paraguay samenwerkten om elke oppositie uit te schakelen. Die ondervraging kan via een gewone rogatoire commissie. De Spaanse onderzoeksrechters gaan in dat geval naar Londen waar Pinochet van een rugoperatie herstelt.

Maar de rechters brachten zwaarder geschut in stelling. Ze vroegen de uitlevering door Groot-Brittannië van de Chileense dictator, omdat hij een van de hoofdverantwoordelijken is voor de systematische politiek van “fysieke eliminatie, kidnapping en verdwijning van mensen, foltering en marteling van duizenden mensen” in Chili zelf en elders.

De verdragen waarop de rechters hun verzoek tot uitlevering steunen, behoren tot het Internationaal Humanitair Recht. Dat ontstond uit afgrijzen voor de gruwel van oorlogen, van concentratie- en uitroeiingskampen, en breidde zich in de loop van de jaren stelselmatig uit. Het Internationaal Humanitair Recht bestreek een steeds langere lijst van misdaden. Wie wil weten wat mensen elkaar allemaal kunnen aandoen, kan het daar in juridisch jargon terugvinden.

Volgens de twee Spaanse onderzoeksrechters heeft Pinochet zich schuldig gemaakt aan “internationale” misdaden. Vandaar hun vraag om hem in voorhechtenis te nemen, een internationaal aanhoudingsmandaat uit te schrijven en – in laatste instantie – hun verzoek aan Londen om Pinochet aan Spanje uit te leveren.

Een uitlevering moet door de Spaanse en Britse rechtbank en de Spaanse en Britse regeringen worden goedgekeurd. In afwachting arresteerde de Britse politie de generaal. Sindsdien dienden organisaties en burgers in Zweden, Zwitserland en Groot-Brittannië zelf officieel klacht in tegen de dictator.

Hoewel zowel de Britse als de Spaanse regering verklaren dat de beslissing in de handen van de rechter ligt, wordt in de politieke coulissen druk uitgeoefend, en dat met diverse argumenten. Spanje heeft niets te maken met mogelijke misdrijven die Pinochet in Chili zou hebben bedreven. De man is oud en ziek. Hij is diplomatiek onschendbaar.

Een ex-staatshoofd geniet politieke immuniteit, besliste alvast het Britse Hoog gerechtshof. Hetzelfde argument riep een Nederlandse rechter al in 1994 in. Maar nu kwam er reactie. De mensenrechtenorganisatie Amnesty International protesteerde prompt en de juridische commissie van het Europese Parlement liet weten de zaak op de voet te volgen.

Snijden de aangehaalde argumenten hout? Arianne Acke, diensthoofd Humanitair Recht van het Rode Kruis-Vlaanderen, wil niets zeggen over het geval-Pinochet zelf. Maar wél over de rechtspositie van onverschillig welke man of vrouw die beschuldigd wordt in de context van de internationale verdragen over genocide, oorlogsmisdaden en misdaden tegen de mensheid.

Arianne Acke: Spanje maakt – en voor mensen die zich met humanitair recht bezighouden, is dat zeer boeiend – gebruik van de instrumenten die er zijn. Het is bij mijn weten de eerste keer dat een land de moed heeft om op basis van de verdragen een vervolging in te stellen. Zelfs als een dergelijk verzoek wordt afgewezen, kan dat alleen door op de feiten zelf in te gaan.

Het verzoek gaat met de tijdsgeest mee. Meer en meer landen maken duidelijk dat mensen die zich aan zo’n misdaden schuldig maakten, niet welkom zijn. Dat is een duidelijk signaal van de internationale gemeenschap. De verontwaardiging over wat gebeurde in Joegoslavië, speelt daarin mee.

Maar wat kan die internationale gemeenschap doen?

Acke: De bestaande verdragen stipuleren dat mensen die zich schuldig maken aan die zware misdaden, kunnen worden berecht in eigen land én in gelijk welk land. Er moeten dus geen burgers van zijn eigen land bij betrokken zijn, om een dictator te vervolgen en voor de rechter te brengen. Dat is een van de pijlers van Internationaal Humanitair Recht: iedereen is bevoegd, het gaat ons allen aan.

Even belangrijk is dat de landen die de verdragen ondertekenden, beloven die verdragen zelf na te leven, maar ze ook te doen naleven. Theoretisch houdt dat de verplichting in om “actief” te vervolgen en bij vervolging te helpen. Maar zoals altijd valt dat in de praktijk anders uit. Het juridische kader is er, de praktische problemen – arrestatie, uitlevering – blijven bestaan.

Zelfs als er een Permanent Internationaal Strafhof zou bestaan, blijven die problemen bestaan.

Acke: Toch verandert er dan iets. Op 17 juli van dit jaar bereikten 160 staten overeenstemming over het zogenaamde Statuut van Rome, de basis voor de oprichting van een Permanent Internationaal Strafhof, dat ook misdaden bij interne conflicten kan beoordelen. En terecht, want die interne conflicten vormen de hoofdmoot van de bestaande oorlogen.

Aan de debatten werd deelgenomen door alle landen, ook door degenen die tégen de oprichting van zo’n hof waren en zijn. Goed, ze waren daar om te verhinderen dat ze later zelf ter verantwoording zouden worden geroepen. Maar ze wàren er en namen de kwestie duidelijk ernstig. Dat blijkt ook uit het feit dat nog geen vier maanden later, bijna zestig landen de tekst tekenden: genoeg om de commissie te installeren die de organisatie van dat hof voorbereidt.

De openbare aanklager van dat hof kan zelfstandig optreden “bij gebrek aan actie” van een land of van de internationale gemeenschap.

“Bij gebrek aan actie”: dat omschrijft wel heel precies waarom veel dictators ongestraft rondlopen.

Acke: Daarom vragen we ook al lang om een Permanent Hof. Dat zal, wat de kritiek op het statuut van Rome ook zegt, steunen op een heldere, geactualiseerde tekst. Verdwijningen zijn nu opgenomen als misdaad tegen de mensheid. Het juridische arsenaal is ruimer geworden en geldt voor internationale en interne conflicten. We kunnen zeggen dat nu scherp is vastgesteld welke misdaden wij als mensen niet meer accepteren en bestraft willen zien.

Er is daar ook duidelijk gemaakt dat schendingen van het Humanitair Recht in de eerste plaats door het eigen land worden bestraft, maar als het land niet kan of wil vervolgen, zal het Internationale Hof dat doen. Dat beperkt de speelruimte voor dictators of ex-dictators.

Meestal gaat het om oude mensen. Staatshoofden en ex-staatshoofden zijn bovendien immuun.

Acke: Dat doet niets ter zake. De rechter kan de leeftijd of de gezondheidstoestand van de beklaagde in aanmerking nemen om de strafmaat te bepalen. Maar ze waarborgen geen straffeloosheid.

Evenmin kan niemand inroepen dat hij of zij staatshoofd was of is om niet terecht te staan voor misdaden tegen mensheid, genocide of oorlogsmisdaden. Niemand kan zich wegstoppen achter een “hoger” bevel of een “hoger” doel.

De achterliggende idee is dat deze misdaden zo zwaar zijn dat ze niet alleen nationaal, maar ook internationaal moeten worden bestraft. En dat gebeurt ook: in Denemarken werden ex-Joegoslaven opgepakt en veroordeeld. Nochtans had dat land niets te maken met het conflict in Joegoslavië. Maar de rechtbanken daar zijn wel bevoegd. Humanitair Recht gaat ervan uit dat het ons allen aangaat.

Er gebeurt alleen zo weinig.

Acke: Toch zien we veranderingen. Het Internationaal Tribunaal voor voormalig Joegoslavië kreeg in het begin veel kritiek, maar ondertussen is er wel vertrouwen gegroeid. Er wordt daar in Den Haag zichtbaar serieus werk geleverd. We zien nu dat gezochte misdadigers zich zelf aangeven omdat ze geloven in Den Haag een eerlijk proces te krijgen.

Wat zal een Permanente Strafhof concreet veranderen?

ACKE: Het hof wordt niet bevoegd voor misdaden uit het verleden. Dat is een van de grote kritieken op het eerste strafhof in Nürnberg: het bestrafte misdaden die niet uitdrukkelijk gecodificeerd waren. De dictators uit het verleden kunnen dus niet voor dat permanente hof komen. Maar de andere verdragen blijven wel gelden: misdaden tegen de mensheid verjaren nooit.

Belangrijk is in elk geval het signaal. De tekst van Rome – die nog niet geldig is – duidt de internationale intentie aan om de humanitaire rechtspraak tanden te geven.

Misjoe Verleyen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content