VN-procureur Detlev Mehlis (56) onderzocht de moord op de Libanese ex-premier Rafik Hariri. Er blijven meer vragen dan antwoorden.

Op 14 februari 2005 ontplofte een bestelbusje in Beiroet. Er vielen 22 doden, onder hen ex-premier Rafik Hariri. Die had ontslag genomen omdat het parlement onder Syrische druk het mandaat van president Emile Lahoud nog maar eens had verlengd, waardoor de Syrische troepen rustig in Libanon konden blijven.

Voor de Hariri-aanhangers was het duidelijk wie de schuldige was: Syrië. De Berlijnse procureur-generaal Mehlis onderzocht in opdracht van de VN de aanslag en overhandigde op 20 oktober zijn rapport aan VN-secretaris-generaal Kofi Annan.

Het was maar een tussentijds rapport, meldde Mehlis, maar de conclusies zijn duidelijk.

Eén: alles wijst op een grootscheeps complot waarbij zowel Libanese als Syrische veiligheidsagenten betrokken waren. Die wilden via de moord op Hariri de terugtrekking van de Syrische troepen uit Libanon verhinderen. Die zijn daar in april van dit jaar vertrokken, juist ten gevolge van het hevige protest na de moord. Ze wilden ook hun invloed op Libanon behouden. Dat is wel gelukt, Lahoud zit nog in het zadel, al zet Mehlis vraagtekens bij zijn rol.

Twee: er moet meer onderzoek komen, want er zijn veel aanwijzingen, maar weinig échte bewijzen. Een van de hoofdgetuigen is immers een patente leugenaar, die ondertussen bekende betrokken te zijn bij de aanslag en in Parijs in de gevangenis zit. Omdat hij zich daar veiliger voelt? Of omdat hij écht betrokken is?

Zeker is dat de toestand in het Midden-Oosten op een keerpunt staat. De druk op Syrië zal toenemen, zware economische sancties zullen, zo hopen de VS, president Bashar Assad tot aftreden dwingen of, net als de Libische leider Moeammar Khaddafi, tot een trouw en volgzaam Amerikaans bondgenoot maken. Volgens Washington is Assad een directe steun voor de terroristen in Irak. Wie hem opvolgt, is een Amerikaans geheim. Weliswaar wordt Syrië gesteund door Rusland, een permanent lid van de Veiligheidsraad, maar verder heeft het land geen vrienden. Syrië blijft ondertussen ontkennen, al verwachten waarnemers wel een ‘zelfmoordepidemie’ bij de door Mehlis aangeduide verdachten. Minister van Binnenlandse Zaken Ghasi Kanaan, een dichte medewerker van Assad en jarenlang de Syrische vertegenwoordiger in Libanon, heeft al zelfmoord gepleegd.

Ook Libanon zal veranderen. De christen Lahoud is dan wel de man van Syrië, maar is er sinds 1998 ook in geslaagd zijn woelige land veilig door alle religieuze en etnische conflicten te sturen. De moord op Hariri heeft zijn imago en zijn macht zwaar beschadigd. In Libanon zijn alleszins al een aantal mensen onder arrest of huisarrest gesteld.

Zoals gezegd: veel aanwijzingen, weinig bewijzen. Mehlis mag alleszins tot 15 december verder werken. Of hij dan wel medewerking krijgt van de Amerikaanse, Franse en Israëlische geheime dienst en de beschikking krijgt over de satellietbeelden waar hij om vroeg, valt af te wachten.

© BBC/Der Spiegel

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content