De doodstraf voor Koerdenleider Öcalan kan Turkije nog verder in brand steken – of een vredesproces inluiden.

Toen het verdict in de rechtszaal van het Turkse gevangeniseiland Imrali was gevallen en PKK-leider Abdullah Öcalan tot de strop was veroordeeld, zorgde de voorzitter van het tribunaal, rechter Okyay, voor een verrassing. Op een vraag van een journalist antwoordde voorzitter Okyay dat hij in principe tegen de doodstraf is. Dat hij Öcalan toch ter dood had veroordeeld had alleen te maken met de wet, die voor het soort misdrijven dat Öcalan heeft gepleegd geen andere ruimte laat dan de galg.

Het Turkse strafrecht is inderdaad ongenadig voor mensen die aanslagen plegen op de integriteit van het grondgebied. Dat is hoogverraad, en dan zijn gedetailleerde bewijzen niet eens nodig. Het verklaart waarom het proces tegen Öcalan, dat in Turkije de zaak van de eeuw was, nauwelijks negen dagen heeft geduurd. Het was Öcalans grootste misdaad dat hij vijftien jaar geleden met de PKK (de Koerdische Arbeiderspartij) de wapens opnam om het Koerdische gebied in Zuidoost-Turkije van het moederland af te scheiden en een Koerdische staat te stichten.

Dat Öcalan een “terrorist” is, daarover zijn de meeste waarnemers het eens. Maar zelfs de conservatieve Frankfurter Allgemeine Zeitung, die je niet van terroristische sympathieën kunt verdenken, merkte op dat er in de wereld heel wat guerrillaleiders en terroristen zijn die het tot staatspresident hebben gebracht. Dat de PKK en Öcalan zelf in al die jaren heel wat doden op hun geweten hebben, staat vast. Daar staat tegenover dat de Turkse staat, geobsedeerd door zijn separatistische trauma’s, geen duimbreed heeft toegegeven aan de redelijke eisen van zijn Koerdische bevolkingsgroep. Zonder de onderdrukking door Ankara zou de PKK er wellicht nooit zijn gekomen. En we mogen niet vergeten dat ook het Turkse leger Koerdische dorpen heeft platgebrand, onschuldige burgers heeft verdreven en mensen willekeurig heeft gearresteerd en gefolterd.

HET WAS EEN SHOWPROCES

Hoe moet het nu met de doodstraf van Öcalan? Verrassend was ze niet. Ze komt tegemoet aan de wens van de vele Turken die onder de aanslagen van het PKK – die 30.000 levens zouden hebben geëist – hebben geleden. Het was een showproces in die zin dat de slachtoffers van de PKK in de rechtszaal wel hun woede mochten ventileren, maar dat er geen getuigen ten gunste van Öcalan werden verhoord en dat ook de verwanten van de 20.000 gedode PKK-strijders geen stem kregen. Daarbij kwam de verklaring van Öcalan dat hij het oorspronkelijke doel van een onafhankelijke Koerdische staat niet langer realistisch achtte, en dat hij de Turkse staat wou helpen om een einde te maken aan een conflict dat Turkije niet alleen veel economische schade berokkent maar dat ook het prestige van het land stelselmatig naar beneden haalt.

Moderne Turken weten dat de uitvoering van het doodvonnis – het is vijftien jaar geleden dat de doodstraf werd voltrokken – het geweld weer zou doen oplaaien én Turkijes kans om lid te worden van de Europese Unie voor lange tijd zou bevriezen. Ankara reageert voorzichtig op het vonnis, waarvan de uitvoering door het Turkse parlement en in laatste instantie door president Suleyman Demirel moet worden bekrachtigd. Het is tekenend dat zelfs Devlet Bahceli, de leider van de extreem-rechtse Nationalistische Actie die deel uitmaakt van de regeringscoalitie van premier Bülent Ecevit, weigert te bevestigen dat hij zal stemmen voor de uitvoering van de doodstraf als het Hof van Cassatie het huidige vonnis bekrachtigt. En Demirel heeft gezegd dat Turkije de uitspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens zal afwachten en waarschijnlijk ook zal aanvaarden. Tenslotte is er in de Turkse zakenwereld een krachtige beweging op gang gekomen om de kring van hervormingsgezinden in het establishment te verruimen, zodat Turkije zich beweegt in de richting van een pluralistische maatschappij waarin ook partijen kunnen werken die het voor de Koerden opnemen.

De zaak Öcalan is dus nog niet van de baan. Nu de publieke opinie haar ongenoegen heeft kunnen luchten, voel je dat de hervormingsgezinde, moderne Turken snakken naar vrede en dat zelfs het leger een overeenkomst niet helemaal ongenegen is. Het liberale dagblad Radikal schreef: “We weten dat er Koerden zijn in de Turkse republiek en dat er onder hen een meerderheid bestaat die in dit land wil leven met haar eigen identiteit, cultuur, taal en tradities. De executie van Öcalan is geen oplossing. Van belang is het een oplossing te vinden, niet om lage vergelding uit te oefenen.”

Piet de Moor

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content