Twee jaar lang hield Knack u bij tijd en wijle op de hoogte van de activiteiten van het jongerenparlement van het Fonds P&V. De actie werd vorige week besloten met de publicatie van een boek: jongeren hebben wel degelijk belangstelling voor de wereld om hen heen, als ze maar ernstig worden genomen.

De verzekeringsmaatschappij P&V heeft haar wortels in de sociale economie en wil daar graag regelmatig aan herinneren. In 1995 tekende het bedrijf een eerste keer voor een initiatief, waarbij dertien projecten in de strijd tegen sociale uitsluiting op hulp konden rekenen. De idee was: kleinschalige projecten onder de aandacht brengen die elders makkelijk navolging kunnen krijgen.

Die projecten werden toen gewikt en gewogen door deskundigen van de Koning Boudewijnstichting. Twee jaar later richtte de verzekeringsmaatschappij een Fonds op in de schoot van de Koning Boudewijnstichting, dat ook door die stichting werd beheerd. De aandacht van P&V verschoof daarbij meer specifiek naar de uitsluiting van jongeren. In het Fonds groeide de idee om zo’n negentig jonge Belgen tussen 17 en 23 jaar twee jaar lang te laten proeven van de politiek. ‘Proeve(n) van politiek’ is ook de titel van het boek van Jessy Siongers en Dimo Kavadias, twee jonge onderzoekers van de VUB-werkgroep TOR, die het initiatief twee jaar lang volgden en evalueerden. Met de publicatie van hun werkstuk wordt de hele actie ook besloten.

Dat ‘jongerenparlement’ was een zo getrouw mogelijke afspiegeling van de hele Belgische samenleving. De groep kwam vier keer bijeen in sessies van twee dagen en vergaderde in het echte pluche van het Vlaamse, het Brusselse en het Waalse parlement. Er waren daarbij ook altijd wel echte parlementsleden aanwezig om de jonge ‘politici’ te vertellen over hoe het daar in werkelijkheid toegaat. Het jongerenparlement kreeg van P&V Verzekeringen de beschikking over een budget van twaalf miljoen frank, te verdelen over projecten die het zou opvragen, beoordelen en begeleiden. De jongeren kozen er tijdens hun eerste bijeenkomst voor om het geld te besteden aan acties in verband met politieke uitsluiting. Het parlement keurde ten slotte elf projecten goed en die werden vorig jaar afgerond.

SITE VOOR BURGERSCHAP

Het initiatief trok snel internationale aandacht. Het jongerenparlement van het Fonds P&V werd na een zorgvuldige evaluatie door de Raad van Europa erkend als een ‘site voor burgerschap’. Dat is opmerkelijk, omdat de Raad van Europa niet meteen kwistig omspringt met die erkenning: er waren in alle lidstaten van de organisatie vorig jaar maar tien projecten die zich site voor burgerschap mochten noemen.

De zorgvuldigheid waarmee het jongerenparlement wetenschappelijk werd begeleid en de herkenbaarheid van het opzet speelden daarbij zeker een rol. De bedoeling was immers om jongeren zelf te laten beslissen in problemen die jongeren aangaan – ze kregen daarbij bovendien een som geld te verdelen die ook echt wel de moeite loonde. Siongers en Kavadias ondervroegen de parlementsleden voor ze aan hun werkzaamheden begonnen, en ook nog een keer achteraf. Ze vergeleken hun bevindingen bovendien met de antwoorden van een controlegroep, samengesteld uit jongeren die zich wel kandidaat hadden gesteld, maar die uiteindelijk niet waren geselecteerd. Het ging erom uit te zoeken of de deelneming aan het parlement als dusdanig een invloed had op de manier waarop ze in de wereld staan.

De onderzoekers beginnen hun verslag met de vaststelling dat ze hoe dan ook te maken hadden met een groep die van het begin af aan een grotere maatschappelijke betrokkenheid toonde dan hun doorsnee leeftijdsgenoten. Dat uitte zich, bijvoorbeeld, in een zeer actieve participatie in het verenigingsleven. Toch bleek hun deelneming aan het jongerenparlement hun houding nog op een aantal vlakken te hebben beïnvloed. Zo voelden ze zich duidelijk politiek minder machteloos dan voorheen. Ze leerden begrip op te brengen voor het werk van politici. Hun engagement in het verenigingsleven is in de loop van de voorbije twee jaar overigens alleen maar groter geworden. Het verbaasde de onderzoekers wel dat de jongeren in vergelijking met twee jaar geleden minder begrip toonden voor crimineel gedrag: ze staan minder negatief tegenover een harde repressie dan voor ze zitting kregen in het parlement. Jessy Siongers en Dimo Kavadias concluderen simpel dat het helpt om jongeren verantwoordelijkheid te geven zelf beslissingen te laten nemen: dat komt hun houding in de samenleving ten goede.

Het Fonds P&V slaat na afloop van deze actie overigens zelf ook nieuwe wegen in. Het wordt omgebouwd tot een Stichting P&V, die zich aansluit bij een pool van Europese stichtingen die allemaal uit de sociale economie werden geboren. Uit die bundeling van krachten ontstaat een nieuw initiatief dat in het verlengde ligt van het Belgische jongerenparlement: Belgische, Franse, Italiaanse en Spaanse partners zullen samen een soort van Europees jongerenparlement opzetten. Dat zal projecten evalueren en vergelijken die de sociale, culturele en economische integratie van allochtone jongeren in de deelnemende landen bevorderen. Of zoals Stichtingvoorzitter Mark Elchardus zegt: ‘Ervoor zorgen dat allochtone en autochtone jongeren elkaar ontmoeten.’ Knack neemt zich voor om ook dit initiatief op de voet te volgen.

Proeve(n) van politiek, Jessy Siongers en Dimo Kavadias, Uitgeverij Labor, 210 blz., Brussel. http://www.labor.be.

H.V.H.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content