Een radioactief reptiel vertolkte de angst voor het atoomtijdperk.

In zijn geboorteland staat hij bekend als “Gojira”, een samentrekking van de Japanse woorden voor gorilla ( Gorira) en walvis ( Kujira). De echte Godzilla werd 44 jaar geleden in Japan geboren, waar hij algauw uitgroeide tot een geliefde volksheld, de ster van tweeëntwintig lowbudget-films geproduceerd door de Toho studios over een periode van vier decennia.

Vanaf zijn eerste filmavontuur, vrij ingenieus geregisseerd door Ishiro Honda, trok Godzilla meer dan tien miljoen toeschouwers. Aan de rudimentaire speciale effecten zal het wel niet gelegen hebben: de technische ploeg was klaarblijkelijk al tevreden dat we de ritssluiting niet zagen van het monsterpak, nauwelijks de acteur van dienst verhullend, en dat het voortsjokkend beest wat met de staart kon kwispelen. Om nog maar te zwijgen van de speelgoedhuizenblokken en zandkastelen die hij mocht verwoesten.

Godzilla was een product van de nucleaire paranoïa van de jaren vijftig: de fallout van de Amerikaanse atoombom op Hiroshima en Nagasaki had genetische mutaties veroorzaakt en die hadden het monster gebaard.

Er was meer: Godzilla weerspiegelde de psyche van Japan, in 1954 nog een arm landje dat zich machteloos voelde tegenover de VS die in de Stille Zuidzee proeven deden met de waterstofbom. De bemanning van vissersboten stond bloot aan de straling en velen stierven aan leukemie. Godzilla was de vleesgeworden atoomdreiging die het Japanse volk bleef terroriseren. Niet toevallig viel hij alleen ’s nachts aan – zoals de Amerikaanse luchtaanvallen die een decennia eerder Tokio hadden verwoest.

Godzilla was gesneden koek voor het Japanse publiek, maar al vrij vroeg wou Hollywood het fenomeen recupereren. Twee jaar later volgde al een Amerikaanse bewerking van het origineel, waar twintig minuten uit verwijderd werden en waaraan scènes toegevoegd werden waarin Raymond Burr de reporter speelt die het Godzilla-verschijnsel onderzoekt. Van relatief serieuze SF was Godzilla meteen gereduceerd tot oosterse camp.

In de talrijke Japanse vervolgen verloor Godzilla zijn sociale relevantie en was het monster niet meer dan een kinderachtig fantasietje. En hoe meer andere muterende gedrochten Godzilla’s suprematie betwistten, hoe armzaliger de bordkartonnen steden leken. Occasioneel bleef Godzilla commentaar leveren op maatschappelijke kwesties. Zoals de aanklacht tegen milieuvervuiling in “Godzilla Versus the Smog Monster”.

Zelfs de laatste Godzilla-prenten bleven nog publiek lokken, hoe moeilijk de scenaristen het ook hadden om nog iets nieuws te bedenken.

Ze lieten Godzilla dan ook doodgaan in zijn voorlopig laatste Japans avontuur: “Godzilla Versus Destroyah” (1995). Maar dat was natuurlijk buiten Hollywood gerekend. (P.D.)

Patrick Duynslaegher

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content