Patrick Martens

‘Het geflikflooi van paars-groen gaat voorbij aan de bekommernissen van de mensen.’ Voor Yves Leterme (CD&V) is betrouwbaarheid de voornaamste vereiste van goed bestuur en een handelsmerk van zijn partij om de meerderheid te breken.

‘Politiek is niet alles. En niet alles is politiek.’ Zo schermt CD&V-kamerfractieleider Yves Leterme zich af voor de bezetenheid die sommige collega’s volgens hem hebben om bijna uitsluitend op grond van populariteitspolls te handelen. ‘Soms relativeer ik mezelf te veel, zoals met die uitspraak dat ik voor het grote publiek mister nobody ben. Ik begrijp best dat je in de politiek een profiel nodig hebt. Maar ik werk daaraan door hard te werken in het parlement.’

Leterme reist momenteel drie weken door de Verenigde Staten om daar het belastingsysteem te bestuderen. Sinds begin 2001 leidt hij de CD&V-fractie in de Kamer. De paars-groene meerderheid begint zijn oppositiewerk goed te kennen, zoals is gebleken in het NMBS-dossier. Net voor het zomerreces liet Leterme ook het stemmen over de nieuwe kieswet uitstellen tot na de vakantie. Hij joeg daarmee zijn VLD-collega Hugo Coveliers behoorlijk op stang. Toch sloot die even later in De Financieel-Economische Tijd een coalitie met de CD&V niet uit, na de parlementsverkiezingen volgend jaar.

In de komende weken brengt de CD&V alles in gereedheid voor de komende campagne. In oktober krijgt Stefaan De Clerck een nieuw mandaat via een voorzittersverkiezing. Dan zullen ook de krachtlijnen van het CD&V-verkiezingsprogramma vastliggen. Yves Leterme: ‘Vier klemtonen zijn cruciaal: zorg, veiligheid, gezin en kinderen, en toekomst maken. Dat laatste komt aan bod op ons sociaal-economisch congres.’

Dat congres vindt plaats op 20 en 21 september, in Antwerpen. In mei werd de ontwerptekst voorgesteld onder de titel ‘Zekerheid door verandering’. Intussen zijn de reacties gebundeld in een 20-tal stellingen.

Yves Leterme: De sociaal-economische thema’s vormen de core business van de politieke praxis van de CD&V. Na een lange periode die noodgedwongen in het teken had gestaan van Maastrichtnormen en een kwantitatief beleid van strenge budgettaire beperkingen, had paars-groen tijdens de economische hoogconjunctuur moeten opteren voor een kwalitatieve aanpak om de economie in de diepte te versterken. Maar de regering heeft dat niet gedaan en heeft zich op randverschijnselen geworpen. Drie jaren zijn verloren gegaan. In de actieve welvaartstaat – het cement tussen Guy Verhofstadt (VLD) en Frank Vandenbroucke (SP.A) – is de werkgelegenheidsgraad nauwelijks toegenomen. In Vlaanderen is de werkloosheid nu groter dan drie jaar geleden en is de jeugdwerkloosheid in één jaar met een kwart gestegen. Er is geknoeid met de overheidsbedrijven. De administratieve vereenvoudiging is blijven steken in grote verklaringen. Aan het promoten van het ondernemerschap is niets gedaan.

In de ontwerptekst voor het sociaal-economisch congres zat niet veel lijn. Het was een samenraapsel van ideeën over ondernemen, sociale zekerheid, onderwijs, huisvesting enzovoort.

Leterme: Dezelfde werkwijze heeft Stefaan De Clerck toegepast voor het congres in Kortrijk, vorig jaar. Ook toen zijn onvolkomen teksten verspreid om discussies uit te lokken. Dat houdt risico’s in, maar het werkt. Van de vele reacties maken we nu de bouwstenen van een programma dat zeven tot tien jaar kan meegaan.

Welke sociaal-economische punten worden daarin opgenomen?

Leterme: We moeten in de eerste plaats meer investeren in onderwijs, vorming en onderzoek. In vergelijking met andere geïndustrialiseerde landen zetten we daarvoor nu twee procent minder van onze welvaart in. Een tweede cluster zijn de omgevingsfactoren voor ondernemingen: het ruimtelijk en milieubeleid, de bereikbaarheid, de papierberg enzovoort. Er veel moet meer aandacht zijn voor de cultuur van het ondernemen. We scoren slecht in internationale vergelijkingen over startende ondernemers.

Een derde bouwsteen is een betrouwbare overheid, die klantvriendelijk is en die het ondernemen mogelijk maakt. Een vierde component is het oranje bruto binnenlands product of de levenskwaliteit. Naast sociale en ecologische correcties, vergt een losgeslagen vrijemarkteconomie ook menselijke correcties. Een sterke sociale zekerheid moet worden aangevuld met instrumenten voor de combinatie van arbeid en gezin. We maken dat concreet met een levensloopverzekering, zodat mensen ook tijd krijgen voor zorg, vorming of andere activiteiten.

In een eerste beoordeling miste de christelijke arbeidersbeweging ACW een visie op de samenleving. De vroegere CVP vatte die samen als ‘een economie in dienst van mens en maatschappij’.

Leterme: Dat motto blijft. In de congresstellingen zit een evenwicht waarin het ACW zich perfect kan herkennen. Investeren in sociale zekerheid en zorg houdt verband met een solidaire samenleving. Investeren in de combinatie van arbeid en gezin, in kinderopvang en het statuut van onthaalouders, dat sluit aan bij een grote bekommernis van het ACW. Investeren in veiligheid – de aanpak van de criminaliteit, maar ook het terugdringen van de verkeersonveiligheid en het opbouwen van de sociale samenhang in buurten – dat raakt de kern van het ACW-discours.

Een andere ACW-kritiek is dat de nadruk te eenzijdig ligt op het verbeteren van de marktmechanismen en op reguliere arbeid.

Leterme: Het belang van niet-reguliere arbeid en de inzet van vrijwilligers neemt toe. Daar hebben we aandacht voor. Maar voor de slagkracht van onze economie zijn dringend meer inspanningen nodig. Een van de congresthema’s is uitgewerkt door CD&V-kamerlid Greta D’Hondt. Met haar vakbondsverleden verdedigt ze in de werkloosheidssector een contract tussen overheid en werkzoekenden. De overheid moet ervoor zorgen dat de weerbaarheid van mensen vergroot. Werklozen moeten, ook financieel, worden aangespoord om aan de slag te gaan. De sociale zekerheid mag geen hangmat worden. Het ACW kan daar moeilijk tegen zijn als de beweging zichzelf ernstig neemt.

In de congresvoorstellen komt de fiscaliteit nauwelijks aan bod.

Leterme: De nieuwe vennootschapsbelasting die paars-groen in de steigers heeft staan, bevat goede aanzetten inzake de reservering van winsten en de kapitaalvorming. Het is ook duidelijk dat we moeten evolueren naar minder lasten op arbeid en naar meer inkomsten uit energieverbruik en uit kapitaal. Maar het is te hoog gegrepen om de fiscaliteit te beschouwen als de motor van de economie. Bovendien heeft een individuele lidstaat van de Europese Unie dit steeds minder zelf in handen.

Een ander aspect is de herverdeling. Wij wilden de financiële marges in deze regeerperiode bij voorrang gebruiken om de fiscale discriminatie tussen gehuwden en ongehuwden weg te werken. Er wordt nu gezegd dat paars-groen dit thema van CD&V heeft gerealiseerd, maar in feite gebeurt er bitter weinig voor gehuwden.

De CD&V is vertrouwd met de cultuur van het compromis. Zal dat niet weer ten koste gaan van duidelijke standpunten?

Leterme: De voorstellen moeten christen-democratisch zijn. Dat klinkt misschien flauw, maar de partij kent sinds enkele jaren een nieuwe vorm van debat. Vroeger werden de discussies bijna onvermijdelijk gedomineerd door de premier en onze ministers. Er waren ook altijd ongelukkige mensen, omdat ze een standpunt van een standenorganisatie hadden moeten slikken. Die tijd is voorbij.

We blijven de diverse invalshoeken bekijken. Dat mondt uit in voorstellen die niet altijd spectaculair zijn, maar die wel appelleren aan de common sense bij de bevolking. Neem de combinatie van arbeid en de kwaliteit van het leven. Ze is belangrijk voor een arbeider, maar ook voor een zelfstandige, een kaderlid en een landbouwer.

De klemtonen van de standen zijn volledig uit de debatten verdwenen?

Leterme: De CD&V werkt op eigen kracht haar sociaal-economische voorstellen uit. Die worden niet meer gedicteerd door een werkgroep met vertegenwoordigers van ACW, Unizo, Boerenbond en VKW. Ook in de CD&V-fractie in de Kamer merk ik die evolutie.

Het ACW trekt zijn ‘bevriende’ mandatarissen in de CD&V niet langer aan de mouw om de teksten bij te schaven?

Leterme: Ikzelf en anderen kennen de beweging en weten wat er in het ACW gedacht wordt. Anders zouden we niet goed bezig zijn als volksvertegenwoordiger. Maar we moeten heus niet wachten op een briefje van de ACW-voorzitter. Hendrik Bogaert, die het congres voorzit en die in Jabbeke actief is als jonge schepen en ondernemer, verneemt ook niet alleen van Unizo wat goed is voor KMO’s.

Bij zijn afscheid als ACW-voorzitter in juni zei Theo Rombouts nochtans dat het sociaal-economisch congres voor zijn beweging een serieuze test wordt.

Leterme: Dat versterkt mijn gevoel van verantwoordelijkheid voor een christen-democratische traditie, die wil dat iedereen in de samenleving zich kan ontplooien en dat de zwakkeren niet vergeten worden. Zo heb ik de boodschap van Rombouts begrepen.

Herman Van Rompuy vindt dat een beweging zoals het ACW zich niet pluralistisch kan opstellen en tegelijk de lakens kan uitdelen bij de CD&V.

Leterme: Tegenover de autonomie van het ACW staat de autonomie van de politiek. In die zin heeft Herman gelijk. Vroeger was er sprake van verticale beïnvloeding. Nu heb je een horizontale dialoog tussen mandatarissen en organisaties die actief zijn rond werknemersbelangen, veilig verkeer, milieuzorg of andere thema’s. Parlementsleden hebben een eigen verantwoordelijkheid. Ze worden door de kiezers afgerekend op concrete politieke acties.

Volgens u moet de CD&V een ‘genereuze centrumkoers’ varen. Wat houdt die koers in?

Leterme: Ik vind al die opdelingen in links en rechts maar niks. Op de materiële as moet de CD&V de schouders zetten onder een sterke economie, met ruimte voor ondernemen en met zorg voor wie niet of minder meekan. Op de niet-materiële as hebben we een discours van samenlevingsopbouw, van rechten en plichten, van actieve betrokkenheid van de mensen en van het maatschappelijk middenveld.

Wilfried Martens zegt dat de CD&V een rechtervleugel nodig heeft, ook als een dam tegen extreem-rechts.

Leterme: Ik vertaal dat anders. Het gaat over het evenwicht tussen rechten en plichten, over de strijd tegen fraude, over het feit dat het niet evident is dat wetten worden overtreden, over de lijn die in een drugsbeleid of in de migratiepolitiek moet zitten, over de hang naar veiligheid, enzovoort. Sommigen zullen dit rechts noemen. Voor mij heeft dat te maken met de inrichting van de samenleving. Niet alles moet met regels worden afdwongen, maar er zijn waarden en normen nodig. In het verleden hebben ook wij soms meegedaan aan nieuwlichterij, terwijl de mensen behoefte hebben aan zekerheid en houvast. Politiek gezien heeft Martens gelijk dat we die ruimte niet mogen laten inpalmen door het Vlaams Blok.

In enkele buurlanden hebben de christen-democraten de wind in de zeilen. In Nederland leiden ze de nieuwe regering en in Duitsland is de kans groot dat de CDU/CSU in september de rood-groene meerderheid van kanselier Gerhard Schröder (SPD) breekt. Kan de CD&V van dat succes een graantje meepikken?

Leterme: Behalve de duidelijke invloed van thema’s zoals veiligheid en zorg, valt bij de jongste verkiezingen in Nederland en Frankrijk het meest op dat de kiezers degenen die aan macht zijn wegsturen. Voor een deel krijgen de socialisten ook daarom klappen. Maar voor de CD&V zou het vermetel zijn om te denken dat het succes van buitenlandse zusterpartijen automatisch overwaait.

In Duitsland doet de CDU/CSU het goed in de peilingen, maar de christen-democratische kanselierskandiaat Edmund Stoiber moet het inzake populariteit afleggen tegen Schröder.

Leterme: Dat is een interessant fenomeen, want dat zou ook de misvatting van paars-groen bij ons kunnen worden. Terwijl een aantal kopstukken misschien goede uitslagen haalt, is er een andere grondstroom bij de kiezers. Het is evident dat ik minder populair ben dan bijvoorbeeld Steve Stevaert (SP.A). Maar daarom slaat zijn partij niet meer aan bij de mensen. Ook Geert Bourgeois kan op zijn eentje de N-VA niet redden.

‘De mensen zijn het paars-groene modernisme beu’, zegt u. Uit de peilingen van onder meer ‘La Libre Belgique’ blijkt dat niet.

Leterme: Na de verkiezingen van 1999 was het lange tijd not done om de CD&V na veertig jaar machtsuitoefening nog sympathiek te vinden. Dat straalt in de peilingen af op VLD, SP.A en Agalev. Maar er is een kentering bezig. De paars-groene belofteregen is opgedroogd. In het begin mochten we geen kritiek leveren, want we hadden lang genoeg de tijd gehad om het zélf te doen. Nu hoor je meer en meer dat het nog niet zo slecht was, toen de CD&V het land bestuurde.

In juli kreeg Verhofstadt 40 op 100 van de CD&V voor zijn sociaal-economisch beleid. Over tien maanden moet u nog toegeven dat hij met de hakken over de sloot geraakt.

Leterme: Een oppositie moet geloofwaardig zijn. Niet alles wat een regering doet is verkeerd. Maar 50 op 100 zal Verhofstadt nooit halen. Hij heeft kansen verkwanseld om het land te wapenen tegen een sputterende economie.

Een perverse oppositiegeest hoopt dat het zeker tot midden 2003 niet beter zal gaan met de conjunctuur.

Leterme: Dat is een dooddoener: wat slecht is voor het land, is goed voor de oppositie. Dat drijft de CD&V niet. Wat telt, zijn de resultaten als de paars-groene wolken om ons hoofd zijn verdwenen. De horeca bijvoorbeeld formuleert ultimatums, omdat de VLD-ministers Rik Daems en Jaak Gabriëls hun beloften niet zijn nagekomen. In andere sectoren zijn er soortgelijke geluiden. De mensen maken zelf de rekening als ze hun onroerende voorheffing moeten betalen, als hun afgestudeerde dochter of zoon geen werk vindt, als een diefstal in de buurt niet wordt opgehelderd, of als ze lang moeten wachten op een vergunning of een antwoord op hun vraag naar zorg.

Voor Herman Van Rompuy is er in een volgende regering geen plaats voor de groenen. Is dat ook volgens u de inzet van de verkiezingen?

Leterme: De echte inzet is het breken van het paars-groene stembusakkoord. De groenen verdienen niet in een volgende regering te zitten. Ze hebben er niets van gebakken. Voedselveiligheid is een cruciaal thema en na drie jaar is het Voedselagentschap nauwelijks operationeel. Er zijn veel vragen bij het functioneren van minister Magda Aelvoet. Ik denk ook aan haar slechte communicatie over het drugsbeleid. Staatssecretaris Olivier Deleuze gaat in Siberië lucht kopen om zijn verhaal over duurzame ontwikkeling overeind te houden. Madame Vogels zegt nu dat de wachtlijsten in de zorgsector haar prioriteit zijn en dat ze extra geld nodig heeft. Waarom heeft ze zo lang gewacht? En over het mobiliteitsbeleid van ma chérie Isabelle Durant en haar strapatsen in het NMBS-dossier zal ik maar zwijgen. Als de kiezers een correct oordeel vellen, dan sturen ze de groenen naar huis.

Volgens Stefaan De Clerck willen die kiezers een regering van christen-democraten en liberalen.

Leterme: Ik heb dat gelezen.

Ook Wilfried Martens zegt dat ‘Vlaanderen snakt naar een centrum-rechtse coalitie’.

Leterme: Laat ons niet pretentieus zijn, maar het zou goed zijn dat wij met een programma rond zorg, veiligheid, gezin en de toekomst weer beleidsverantwoordelijkheid dragen. Met wie we dat programma uitvoeren, zien we na de verkiezingen.

Theo Rombouts waardeerde als afscheid nemende ACW-voorzitter dat veel mensen van Agalev en SP.A ‘een samenlevingsconcept’ verdedigen. Het ACW stuurt eerder aan op een centrum-linkse coalitie van christen-democaten, socialisten en groenen.

Leterme: De voorzitter van een belangrijke sociale beweging mag en kan zo een politieke inschatting maken.

Leterme: Ik ben tegen het huidige beleid en tegen de regeerstijl van paars-groen. Ik wil een coalitie die in de vier genoemde domeinen op een budgettair haalbare manier een perspectief voor de komende jaren biedt. Dat moet gebeuren door een regering die sober communiceert, de mensen niet belazert en die betrouwbaar is. Dat is belangrijker dan de vraag met wie CD&V in een meerderheid stapt.

In een federale coalitie doen ook de Franstaligen mee. PS en Ecolo lijken verder samen te willen optrekken.

Leterme: De socialisten zijn bang om te besturen met de groenen in de oppositie, ook aan Vlaamse kant. Ik wacht de uitslag af. Op dat moment moet PS-voorzitter Elio Di Rupo beslissen of hij verder wil knoeien met Ecoloministers. Dan mag ook VLD-voorzitter Karel De Gucht aan zijn achterban uitleggen dat hij wil voortdoen met de groenen. En dan mag Johan Vande Lanotte in zijn partij verdedigen dat de SP.A met de liberalen delen van de ziekteverzekering zal privatiseren. Maar dat is hun zaak. De CD&V moet nu letten op de eigen winkel.

In oktober wordt De Clerck bevestigd als kopman voor de verkiezingen. Moet hij niet dringend een tandje bijsteken, want nu geven vooral u, Pieter De Crem en de gebroeders Van Rompuy een gezicht aan de CD&V?

Leterme: Wij doen onze job. In de komende maanden zal Stefaan steeds meer op de voorgrond treden. Daarover hoeft niemand zich ongerust te maken.

Eind juni stak er in de partij een kleine storm op over de vernieuwing bij de lijstvorming. Jongeren krijgen een kans, maar alleen in het vaarwater van mensen zoals Stefaan De Clerck, Tony Van Parys, Marc Van Peel, Theo Kelchtermans en Herman Van Rompuy.

Leterme: Een aantal CD&V-mandatarissen heeft een stevige geloofwaardigheid. Hun ervaring koppelen we aan jong talent dat bij de jongste gemeenteraadsverkiezingen een goed resultaat heeft behaald en dat bestuurlijke kwaliteiten op lokaal vlak heeft getoond. Ze zijn niet gemaakt door de media, maar bewijzen dag in dag uit aan de basis dat ze betrouwbaar zijn.

Aan welke jonge mensen denkt u dan?

Leterme: Ik heb minstens 25 namen in mijn hoofd. Hendrik Bogaert heb ik al genoemd, maar ik denk onder meer ook aan de Limburgse gedeputeerde Frank Smeets, aan jonge burgemeesters zoals Jan Verfaillie uit Veurne en Koen Van den Heuvel uit Puurs, aan gemeenteraadsleden zoals Nahima Lanjri uit Antwerpen en Wouter Beke uit Leopoldsburg, of aan Inge Vervotte, die met haar vakbondswerk getuigt van een grote authenticiteit.

We moeten wel realistisch zijn. De huidige CD&V-fractie in de Kamer telt 21 leden. We kunnen dat aantal zeker verhogen naar 23 of 24. Niet alle verkozenen zullen nieuwe gezichten zijn. Maar dat hoeft ook niet.

Patrick Martens

‘Niet alles moet met regels worden afdwongen, maar er zijn waarden en normen nodig.’

‘De sociale zekerheid mag geen hangmat worden.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content