Ewald Pironet

Wij klagen over stijgende voedselprijzen, maar de gevolgen voor de arme landen zijn desastreus: er dreigt hongersnood voor 100 miljoen mensen. De voedselproblematiek staat hoog op de internationale politieke agenda.

De Wereldbank is een wat duffe instelling, maar vorige week was voorzitter Robert Zoellick zeer concreet. Eerst toonde hij een zak rijst van 2 kilo. ‘De prijs van rijst is zo enorm gestegen dat in Bangladesh mensen meer dan de helft van hun dagelijks inkomen kwijt zijn aan zo’n zak’, zei hij. Vervolgens nam hij een brood. ‘De prijs van tarwe is sinds vorig jaar 120 procent gestegen. De prijs van een brood is voor veel mensen meer dan verdubbeld. In Jemen betalen mensen een kwart van hun dagelijks inkomen voor een brood.’ Hij concludeerde: ‘Praten en plannen maken volstaat nu niet meer. Het is tijd voor actie.’

Niet alleen de Wereldbank trekt aan de alarmbel, zowat alle internationale instellingen doen dat, van de Verenigde Naties over het Internationaal Monetair Fonds (IMF) tot de bijeenkomst van de G7, de groep van de rijkste industrielanden. Ze buigen zich allemaal over de huidige voedselcrisis, die vooral in de arme landen dodelijk toeslaat. Want de prijzen van basisvoedsel als melk, tarwe, maïs en rijst zijn exponentieel gestegen. Zo zullen de armste landen dit jaar bijna 40 miljard dollar uitgeven aan het invoeren van graan. Dat is het dubbele van wat ze er twee jaar geleden voor moesten betalen. Dat leidt tot honger en sociale onrust in verschillende delen van de wereld. In bijvoorbeeld Haïti, Indonesië en Ivoorkust zijn er dagelijks voedselrellen. De vrees bestaat dat die onlusten zich zullen verspreiden naar landen waar meer dan vijftig procent van een inkomen opgaat aan voeding. De meeste landen van sub-Saharaans Afrika en Zuidoost-Azië vallen in deze categorie.

De stijgende voedselprijzen vegen in één klap alle resultaten weg van de wereldwijde armoedebestrijding van de laatste tien jaar. Veel landen in Afrika en Azië moeten één procent of meer van hun groei inleveren door de hoge voedselprijzen. Landen in Europa, Midden-Amerika en delen van Azië leveren tot één procent in. De ‘profiteurs’ van de voedselcrisis zijn de exporterende landen: delen van Zuid-Amerika, Rusland, Noord-Amerika, Australië – zij gaan er allemaal op vooruit. Daarbij dient te worden opgemerkt dat een aantal ontwikkelde landen in de afgelopen twintig jaar netto voedselinvoerders werden, enerzijds omdat de interne consumptie toenam, anderzijds omdat de landbouw afnam. Die ontwikkeling werkt de stijging van de voedselprijzen nog in de hand.

Iedereen is het er vandaag over eens dat de stijging van de voedselprijzen structureel is: de prijzen zullen niet vlug zakken. Volgens berekeningen van specialisten zullen de voedselprijzen ook volgend jaar nog zeer hoog blijven, om pas daarna langzaam weer te beginnen dalen. Maar waarschijnlijk zullen ze tot in 2015 nog boven het niveau van 2004 blijven.

INVESTEREN IN LANDBOUW

De felle stijging van de voedselprijzen is te wijten aan de combinatie van een aantal factoren. De vraag naar voedsel is de laatste jaren enorm gestegen, en dat niet alleen door de toename van de wereldbevolking. Er zijn immers vele rijke consumenten bij gekomen, bijvoorbeeld in China en India, die betere voeding wensen en zich dat nu ook kunnen veroorloven. En iedereen verwacht dat de vraag naar voedsel nog enige tijd scherp zal stijgen, wat natuurlijk zijn effect heeft op de voedselprijs.

Daarnaast staat het voedselaanbod onder druk. Zo worden op steeds meer akkers – en vaak met subsidies – gewassen geteeld voor biobrandstof. Dat gaat ten koste van het telen van voedingsgewassen. En er is ook steeds meer vraag naar vlees, wat op zijn beurt de vraag naar veevoeder doet stijgen, zodat ook langs deze kant het winnen van voedingsgewassen harde concurrentie krijgt.

De opwarming van de aarde speelt eveneens een grote rol. Het zijn vooral de arme landen die hierdoor getroffen worden: ‘Arme landen zullen eerder én harder getroffen worden door klimaatverandering, vanwege hun geografische ligging, hun grotere afhankelijkheid van landbouw en hun beperkte vermogen zich aan te passen. Hun gezondheidszorg en drinkwatervoorziening kunnen onder druk komen te staan door natuurrampen, zoals overstromingen, waardoor de bevolking wegtrekt’, aldus het IMF. De klimaatveranderingen, met droogtes en overstromingen tot gevolg, hebben een zeer grote invloed op de voedselproductie in deze landen.

Tot slot zijn er nog een reeks bijkomende oorzaken voor de stijgende voedselprijzen. Energie en meststoffen werden steeds duurder en dat wordt natuurlijk in de voedselprijzen doorberekend. Een hele reeks landen, zoals Argentinië en Egypte, hanteren een uitvoerverbod op landbouwproducten, wat niet bijdraagt tot een daling van de prijzen. Zoals altijd is er ook vandaag speculatie op de wereldmarkt, die nu de prijs omhoogstuwt. En ten slotte is er de kredietcrisis die zand in de raderen van de wereldeconomie strooit, wat een extra domper is aangezien de economische groei sowieso al afnam.

Steeds meer overheden zijn er zich van bewust dat er iets moet gebeuren. Hier en daar wordt gehoopt dat de wetenschap de landbouw met grote sprongen zal doen vooruitgaan. Sommigen stellen dat men het voorbehoud dat tegenover genetisch gemanipuleerde gewassen bestaat, nu maar moet laten varen. En de druk, vooral op ontwikkelde landen, wordt verhoogd om meer geld in landbouw te investeren, zodat ze meer in de eigen voedselbehoeften zouden kunnen voorzien.

De Britse premier Gordon Brown riep vorige week, net als Wereldbankvoorzitter Zoellick, op tot wereldwijde actie, waarbij de Verenigde Naties, het IMF en de Wereldbank samen de problemen moeten bestrijden. De efficiëntie van de landbouw moet verhogen en er moet een onderzoek komen naar andere vormen van biobrandstoffen, die níét ten koste gaan van de voedselproductie. Brown pleitte ook voor meer gerichte financiële steun aan de allerarmsten om de ergste nood te lenigen. Maar de vrees bestaat dat er ondertussen toch zo’n 100 miljoen mensen in de hongerellende zullen verzeilen.

Ewald Pironet

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content