Naar aanleiding van Gedichtendag reikt Luuk Gruwez oordopjes aan tegen de wollige blabla in het pomo-boudoir.

Onder het motto ‘een invalshoek kan niet origineel genoeg zijn’ liet Paul Bogaert zich een jaar geleden door de Servische winnares van het Eurovisiesongfestival inspireren om het eerste Gedichtendagessay te schrijven. Dit jaar zocht het Vlaams Fonds voor de Letteren Luuk Gruwez aan om een pleidooi voor de poëzie te houden. Pizza Peperkoek & andere geheimen is een miniautobiografie waarin Gruwez zijn dichterschap tegen het licht houdt: over hoe hij geen zanger werd maar dichter, over muzikaliteit en melancholie, over besproken worden en bespreken, en natuurlijk over die voor Luuk Gruwez zo typische haat-liefdeverhouding met het genre.

Gruwez noemt het ideale gedicht ‘een melange van geheim en bekentenis, onthulling en verhulling’. Daar heeft hij volledig gelijk in. Al zal een dichter die van die ideale weg afwijkt, door jury’s en commissies eerder erkenning krijgen indien hij overhelt naar de kant van de verhullende geheimhouding. Gruwez heeft het in zijn essay over het pomo-boudoir (waarbij pomo staat voor postmodernisten), ‘een stelletje literaire zendelingen die van hun hobby een wereldgodsdienst wensten te maken’, die hij destijds met het koosnaampje ‘poëziepolitie’ bedacht. Voor de postmodernisten dient poëzie ‘ontregeld’ te zijn, wat veelal betekent dat de lezer er geen touw aan vast kan knopen. Of om de professoren Jos Joosten en Thomas Vaessens te citeren: ‘De tekst vertoont, ook als hij zich op het eerste gezicht als chaotisch aan de lezer voordoet, op een hoger niveau een innerlijke samenhang.’ Voor de dichters en lezers die zich de voorbije decennia door dat soort van wollige blabla lieten overdonderen, zou Luuk Gruwez de perfecte voorman van de ‘waarachtige’ poëzie kunnen zijn, Gerrit Komrijs Vlaamse neefje.

De bespreking van Gruwez’ laatste bundel Lagerwal in Knack van 20 februari 2008 besloot ik met de expressie van een onvervulde wens: ‘Toen Herman de Coninck stierf, kwam er een postje vrij in het “dagelijks bestuur” van de Nederlandse poëzie. Gruwez had dat zitje moeten claimen.’ Luuk Gruwez voelt zich echter niet geroepen om een leider te zijn. Daar zit die haat-liefdeverhouding natuurlijk voor veel tussen. Een dichter laat bij zijn dood ongeveer tien centimeter bundelruggen na, en uiteindelijk belandt ook hij onder de zoden of in de oven. Dat zijn troostrijke maar verlammende zekerheden waar een man als Gruwez zich sterk van bewust is.

Pizza Peperkoek & andere geheimen is, ook al doe ik hier mijn best om het wat lawaaiiger voor te stellen dan het is, een braaf essay, maar het is wel doodeerlijk. Maar hoe fraai ook Gruwez’ beschouwingen, in de eerste plaats is en blijft hij een geweldig dichter. Op het moment dat u dit leest, weet u of hij de Herman de Coninckprijs heeft gewonnen of niet. De concurrentie was dit jaar niet min. Winnen of niet, volgend jaar wordt er een Vlaamse Cultuurprijs voor Poëzie uitgereikt, en die komt Luuk Gruwez toe, voor Lagerwal en voor zijn hele oeuvre.

LUUK GRUWEZ, PIZZA PEPERKOEK & ANDERE GEHEIMEN, POËZIECENTRUM, GENT, 40 BLZ., 2,50 EURO. BOEKVOORSTELLING OP 28 januari (20.00 uur) tijdens een poËziEavond in het Geuzenhuis, Kantienberg 9, Gent.

door Philip Hoorne

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content