De nieuwe topman van De Post, Johnny Thijs, kan op heel wat krediet rekenen bij de regeringspartijen. Maar ook hij ziet als grootste struikelblok in het hervormingsproces: de onvoorspelbaarheid van de politiek.

Van De Post-topman Frans Rombouts rolde de kop al meteen bij de eerste aanvaringen. Zijn positie was onhoudbaar geworden, zo heet dat dan in politieke kringen. Zelf hield de ex-baas van De Post zich nochtans ver van de politiek. Hij was een onafhankelijk CEO en dat zouden ze bij De Post – ook bij de vakbonden – geweten hebben. Hij benoemde een kransje van adjuncten en met die ‘hofhouding’ zou hij de zaken wel regelen. Dat de enige aandeelhouder, de overheid, heel nadrukkelijk over zijn schouder zou kunnen komen meekijken, liefst wanneer hij daar niet om vroeg, heeft hem duidelijk verrast.

Rombouts’ ontslag was kennelijk de enige weg om het dossier nog uit het slop te halen. Zijn opvolger Johnny Thijs heeft nu de belofte gekregen dat hij niet onder politieke voogdij zal staan. Maar durft hij daar werkelijk op te rekenen?

Johnny Thijs: Als de overheid als enige aandeelhouder erin slaagt de raad van bestuur goed te laten functioneren, als we de communicatie met alle geledingen van het bedrijf kunnen normaliseren, als ik met andere woorden mijn job correct kan doen en dus resultaten zal behalen, is dat realistisch. Lukt dat niet, dan heb ik een probleem… Misschien ben ik te optimistisch, maar ik ga ervan uit dat je na een tijd krijgt wat je verdient. Ik meen goed te kunnen communiceren en misschien nog beter te kunnen luisteren. Dat zal me helpen om samen met alle betrokkenen oplossingen te vinden voor de uitdagingen bij De Post. En die zijn nog steeds dezelfde, ook na het vertrek van Frans Rombouts.

Rombouts kreeg van de raad van bestuur heel wat bevoegdheden. Hij had te veel macht, luidt de kritiek.

Thijs: Dat is onzin. De macht van Rombouts was theoretisch groot. Toch heeft hij vanaf het begin een flink deel van die macht gedeeld met de raad van bestuur en met de comités.

Maar die zou hij gedeeltelijk zelf hebben ingevuld?

Thijs: Het strategisch en het renumeratiecomité zijn opgericht in het kader van de raad van bestuur, waar hij dossiers voorlegde die werden goedgekeurd of bijgestuurd. Of Rombouts day to day een dictator was, weet ik niet. Maar ik ga ervan uit: a leader is somebody who has followers. Met je directe medewerkers moet je erin slagen tot een consensus te komen. Lukt dat niet, dan moet je beslissingen afdwingen. Maar dan gaat het fout. Een groot bedrijf als De Post kan je niet leiden op een autoritaire manier. Misschien zal je soms wel eens beslissingen moeten opleggen, maar dan nog kan je ze verantwoorden ten aanzien van je ploeg. Daar maak ik me weinig zorgen over.

Wat is uw grootste zorg?

Thijs: De timing. Door de liberalisering van de markt in 2006 staan we onder een zekere druk. Gelukkig is de liberalisering met twee jaar uitgesteld, maar dat betekent niet dat we het proces mogen vertragen. De cultuur en de aanpak van een bedrijf veranderen, vraagt immers tijd. De fusie van Artois en Piedboeuf tot Interbrew bijvoorbeeld heeft tien jaar in beslag genomen. En De Post telt veel meer personeelsleden. Vijf jaar voor dat veranderingsproces is dus niet veel. De productiviteit en de kwaliteit moeten omhoog en dat zo snel mogelijk. Dat betekent dat we het met minder mensen beter zullen moeten doen. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan.

Na het Sabena-debacle en de problemen bij de NMBS, staat u ongetwijfeld onder zware druk. De regering vreesde een nieuw fiasco bij een overheidsbedrijf.

Thijs:Ik sta niet onder druk, het is het bedrijf dat onder druk staat. Mijn leven en werk hangt niet af van deze positie. Als mijn opdracht niet lukt, zal ik er financieel niet onder lijden, maar ik zal er ziek van zijn. Voor veel andere mensen hangt hun boterham er wél van af. Mijn opdracht is alle agenda’s op elkaar af te stemmen. Iedereen moet trouwens beseffen dat een Sabena-scenario niet uitgesloten is als we het slecht zouden doen. De noodzaak om te veranderen, is echt wel reëel. Op een correcte wijze moeten we daarom zoeken naar de juiste oplossingen.

U krijgt daarvoor een mooi loon. Mogelijk verdient u nog meer dan uw collega Rombouts?

Thijs: Ik ben ontgoocheld over de heisa die daarover wordt gemaakt. Pas als ik resultaten boek, krijg ik 850.000 euro per jaar. Aan de basis is het 600.000 euro. In andere bedrijven, bijvoorbeeld in het buitenland, zou ik nog veel veel meer kunnen verdienen. Sta me toe te zeggen dat België niet klaar is voor de publicatie van de salarissen van toplui. 600.000 euro vind ik correct voor deze job, en dat is minder dan Rombouts.

Rombouts maakte een zware communicatiefout. Vierhonderd onrendabele kantoren moesten eerst dicht, uiteindelijk konden ze blijven bestaan.

Thijs: Geen commentaar.

Zijn uitspraak draaide uit op een oorlogsverklaring aan de PS. Rombouts had geen ervaring met de oude overheidsbedrijven, zo luidde het. Hij kende de valkuilen niet…

Thijs: Doet niet ter zake.

… hij was naar eigen zeggen ook nog nooit in een postkantoor geweest. Hij vond dat niet noodzakelijk.

Thijs: Ik kom geregeld in een postkantoor. Ik ben wel geen postier, maar ik denk wel dat ik weet hoe ik een bedrijf kan leiden, en hoe ik een verandering kan teweegbrengen. Ook bij Ter Beke heb ik dat gedaan. Ik heb een strategische herpositionering van het bedrijf opgezet, een bijsturing van het managementteam, een aanpassing van de werkmethode en de klantgerichtheid. We varen de juiste koers.

Vreest u geen problemen met de vakbonden? Vorig jaar werd er gestaakt tegen de herschikking van de sorteercentra. Een herschikking die in een of andere vorm ook deel uitmaakt van het strategisch plan dat u wilt overnemen.

Thijs: Ik heb nooit problemen gehad met de vakbonden. Indertijd bij Interbrew heb ik fabrieken moeten sluiten en dat is telkens gelukt zonder veel kleerscheuren. Je moet wel een aantal regels respecteren. Ten eerste moet je de vakbonden overtuigen van de noodzakelijkheid en de juistheid van de beslissingen die je neemt. In samenspraak met hen moet je ze trachten uit te voeren. Daarnaast moet je ook de implicaties van wat je doet bespreken met de betrokkenen, en er eventueel over gaan onderhandelen.

Met de sorteercentra zat Rombouts op een communautair dossier: Luik en Charleroi, PS-bolwerken, moesten verdwijnen. En vanuit Limburg zou post overgeheveld worden naar Wallonië waardoor Vlaamse jobs zouden worden bedreigd. Gaat u die ‘gevaarlijke’ koers van uw voorganger voortzetten?

Thijs: Ik zal moeten doen wat economisch en sociaal verantwoord is. Het is nog te vroeg om daarover al uitspraken te doen.

Vindt u dat de overheid moet betalen voor de onrendabele postkantoren? Rombouts had daarvoor aan de regering een paar honderd miljoen frank gevraagd.

Thijs: Ik vind van wel. Voor volgend jaar had hij aan de overheid in totaal trouwens 300 miljoen euro gevraagd, in plaats van de 200 miljoen euro uitgetrokken op de begroting. Ik was een voorstander van de 300 miljoen. (lacht)

Rombouts kreeg wel veel kritiek omdat hij te snel en te veel filialen zou hebben overgenomen. Bovendien bleken de financiële stromen van en naar de filialen ondoorzichtig.

Thijs: (zucht) Die kritiek vind ik te zwaar. Geregeld hebben we dat onderwerp besproken op de raad van bestuur. Rombouts heeft vaak heel kleine bedrijfjes overgenomen waarvan je onmogelijk kon verwachten dat de maandelijkse rapportering meteen perfect was. Inmiddels is er tussen de financiële rapportering van een jaar geleden en die van vandaag een wereld van verschil. Ook wat de controle en de opvolging van de filialen betreft, zijn we al een eind op weg. Maar het blijft een van mijn prioriteiten. Toch ben ik er voor dit jaar heel gerust op.

Voor de vakbonden blijft het een zorg dat de filialen te veel aandacht opslorpen. De kerntaken, zoals het bestellen van de post, komen daardoor in het gedrang.

Thijs: Laten we het zo zeggen: op een bepaald moment hebben we de aandacht van Rombouts gevestigd op de kerntaken. We hebben duidelijk gesteld wat onze opdracht was en dat de productiviteit op dat vlak moest verbeteren. Als dat niet zou lukken, was al de rest praat voor de vaak. Ik denk dat Frans vandaag ook die mening is toegedaan.

Een van de kerntaken van De Post is een sociale rol vervullen: een betaalbare financiële dienstverlening, pensioenen uitbetalen aan huis…

Thijs: De financiële dienstverlening is door De Post vastgelegd in het beheerscontract en dus moeten we die zo goed mogelijk uitvoeren. De cash uitbetaling van de pensioenen vormt een groot risico voor het personeel. Ze was de oorzaak van tal van ongelukken. Daar moet dus aan gewerkt worden.

Het contract met Fortis rond de Bank van De Post slorpt miljoenen op. Kan het blijven bestaan? Het eindresultaat werpt een schaduw op de balans van De Post zelf.

Thijs: Over De Bank van De Post kan ik me nog niet uitspreken. Maar de financiële resultaten van De Post zelf zijn voor 2001 beter dan verwacht. De cijfers zoals de voorzitter van de raad van bestuur, Pierre Klees, ze in november had voorspeld, heeft Rombouts wel degelijk gehaald. Ondanks de vrees voor het zogenaamde schaareffect waarbij de inkomsten trager stijgen dan de kosten. Die zorg blijft trouwens ook bestaan voor het budget van 2002.

Veel geld vloeide onder Rombouts weg naar allerlei vormen van consultancy. Zult u het complexe bedrijf De Post kunnen leiden zonder zo’n uitgebreide schare aan adviseurs?

Thijs: Ik ben heel selectief in het gebruik van consulenten. Maar ook Rombouts maakte er minder gebruik van dan in de media is voorgesteld. Hij besteedde de informatica-activiteiten van De Post bijvoorbeeld uit aan een filiaal en ook dat werd in het kostenplaatje opgenomen. Dat geeft een behoorlijke vertekening van het budget.

Onder de vorige topman was een beursgang van het bedrijf gepland voor 2004-2005. Is het ook uw opdracht om het bedrijf beurswaardig te maken?

Thijs: De beursgang is in de raad van bestuur nooit ter sprake gekomen, er is ook nooit een plan voor gemaakt. Het was en is geen punt op de agenda. Onze opdracht is het bedrijf klaar te stomen voor de markt. Dan zal de agenda van de aandeelhouders bepalen of er een al dan niet gedeeltelijke privatisering komt. Ik ben niet noodzakelijk vragende partij, daar ben ik niet voor aangezocht.

Volgens de krant ‘Le Soir’ bent u wel van liberale signatuur?

Thijs: Ik heb geen signatuur. Ik ben ook geen persoonlijke vriend van minister Daems, en Louis Michel heb ik nooit ontmoet. Ik heb hem eens zien voorbijrijden op de fiets voor mijn huis, maar dat is alles. Ik heb geen politieke agenda. Ik zal ook niet aanvaarden dat men mij er een zou opdringen. Doet men dat toch, dan zal ik ermee leren leven. Mijn doelstelling is er voor te zorgen dat niemand redenen heeft om te schieten op De Post.

Ingrid Van Daele

‘België is niet klaar voor de publicatie van de salarissen van toplui.’

‘Een groot bedrijf als De Post kan je niet leiden op een autoritaire manier.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content