De fusiegolf wint nog aan kracht. Het samengaan van America Online en Time Warner in de mediasector en van Glaxo Wellcome en Smithkline Beecham in de farmaceutische industrie verleggen grenzen. Aan de zijlijn kijkt de politiek machteloos toe.

Small is beautiful. Wie dat nog gelooft, leeft op een andere planeet dan die van de globale economie. Het afgelopen jaar was er een van megafusies. Nog groter konden de internationale concerns wel niet meer worden, dacht iedereen. Nauwelijks vijftien dagen had de 21ste eeuw nodig om dat te weerleggen.

America Online (AOL), ’s werelds grootste Internetbedrijf, en Time Warner, het gigantische media-imperium, gaan samen. Bij het huwelijk van AOL Time Warner verschuift 6500 miljard frank; de grootste fusie ooit. De farmabedrijven Glaxo Wellcome en Smithkline Beecham fuseren tot Glaxo Smithkline. Jaaromzet duizend miljard frank, 100.000 werknemers. En in het weekend was nog niet uitgemaakt of de geneesmiddelengroep Pfizer zijn vijandig bod op Warner-Lambert hard kan maken: dat zou een even grote groep als Glaxo Smithkline opleveren. Procter & Gamble van de huishoud- en hygiëneproducten lanceerde de tegenzet. P & G wil tegelijk Warner-Lambert en zijn concurrent American Home Products kopen.

En terwijl de medicijnmakers en digitale tycoons wereldomvattende fusies beramen, houden inheemse politici bladzijdenlange discoursen in de kranten over het economische draagvlak van de kleine en middelgrote ondernemingen of over de brains, die bedrijven in het platte land aan de Noordzee verankeren. Een loonkostenverlaging van 80 miljard frank oogt potsierlijk in vergelijking met de dollarmiljarden waarmee de heren Sykes en Garnier of Case en Levin jongleren.

SOCIALE BEVLOGENHEID

Grote concerns creëren meer geld voor hun aandeelhouders. Hun fusie, aldus de glimmende bazen van AOL Time Warner op het tv-scherm, heeft alles te maken met het welzijn van de mensen, uiteindelijk gaat het erom de consumenten beter te dienen. Het klinkt Amerikaans. Op hun persconferentie hebben ze het na die korte opstoot van sociale bevlogenheid alleen nog over beurskapitalisatie, omzetcijfers, marktbezetting, groei, synergieën en winstverwachtingen. AOL’s Steve Case volgt ondertussen via zijn mobilofoon on line de beurskoersen.

Een superduur huwelijk, dat gemakkelijk te betalen is omdat het om een papieren operatie gaat. Ze ruilen aandelen. Op de beurzen zijn de beleggers zo vriendelijk de koersen omhoog te speculeren, vooral die van technologieaandelen. Nuchtere analisten, die op basis van cijfers en niet van verwachtingen werken, beschrijven AOL als overgewaardeerd, net zoals alle dot.com-bedrijven. Het Internetbedrijf is twee keer zoveel waard als het 76 jaar oude Time Warner, terwijl die laatste vier tot zes keer meer winst maakt.

Levin van Time Warner en Case van AOL worden schatrijk. Zij krijgen honderden miljoen dollars uit hun aandelenopties die in de ruil als uitgeoefend zijn geteld. Ook de topkaderleden van de beide groepen varen er financieel wel bij. De fusie van de twee geneesmiddelenconcerns sleepte twee jaar aan, alleen omdat de twee bazen het niet eens werden over wie van beiden de grote chef van de fusiegroep zou worden. Voor de ‘gewone’ werknemers is de fusie minder goed nieuws. De nieuwe farmareus weet nu al dat 15.000 van de 100.000 personeelsleden weg moeten. Vijftien procent afslanking, van zulke cijfers gaan de beurzen uit de bol.

PRESIDENT VERGETEN

De trage reactie van de politiek op de globalisering is een van de meest beangstigende verschijnselen van deze tijd. Tegenover wereldondernemingen staan nationale staten. Natuurlijk staat geen van die concerns boven de wet – al neemt de maffia-economie zorgwekkende afmetingen aan – maar de vraag is: welke wet van welk land? Nationaliteit heeft nauwelijks nog een economische betekenis. Het nieuwe Glaxo Smithkline is ‘globaal’, zei topman Jean-Pierre Garnier. Prompt verhuist het operationele zenuwcentrum van de twee in Groot-Brittannië groot geworden farmabedrijven naar de Verenigde Staten. Moest wel, omdat wij zo groot zijn, heet het. Maar politiek Londen fluistert dat het om rancune gaat, omdat de regering een potentieel winstgevend geneesmiddel van Glaxo uit de nationale gezondheidsdienst schrapte.

Reuzen als AOL Time Warner beheren meer geld dan veel nationale regeringen. Zelfs president Bill Clinton moet behoedzaam met ze omgaan. De topmanagers behandelen staatslieden als hun gelijken, politici koesteren en verwennen hen. Case en Levin riepen enkele industriële tycoons bijeen om hen privé over de fusie in te lichten. Ze gaven een spectaculaire persconferentie. En realiseerden zich dan dat het Witte Huis nog niet was gebeld. Een diplomatiek schoonheidsfoutje, minimaliseerden ze. Het toont aan waar de prioriteiten liggen. Politici wordt zonodig ook een lesje geleerd. Zoals CNN-tycoon Ted Turner deed. De grootste aandeelhouder van Time Warner schonk met veel poeha een cheque van 40 miljard frank (verspreid over tien jaar) aan secretaris-generaal Kofi Annan, toen Clinton wat lastig deed over de bijdrage van Amerika aan de Verenigde Naties.

De vermenging van de zakelijke en politieke wereld is in de VS bovendien heel gewoon. Carla Hill, de invloedrijke voormalige handelsafgevaardigde van de regering, heeft zitting in de raad van bestuur van Time Warner. Urenlang belden ze haar in China om haar stem voor de fusie te winnen. Onze eigen ex-premier Jean-Luc Dehaene weet het politieke en het zakelijke overigens ook aardig te combineren. Met postjes bij industriële groten als Union Minière en digitale toppers als Lernout & Hauspie en Telindus.

WALL STREET IS ONGEZOND

De geneesmiddelensector is nog maar pas echt goed aan zijn consolidatie begonnen. Er zit een industriële logica achter. Farmabedrijven investeren fortuinen in geduldig labwerk, waarvan niemand op voorhand kan voorspellen of het tot een verkoopbaar product leidt. Om de vijf à tien jaar vinden ze een geneesmiddel dat hen jarenlang welvaart bezorgt. Het eigen Belgische UCB bijvoorbeeld floreert al lang op het anti-allergicum Zyrtec, waarvan het patent naar zijn eind loopt en waarover de beurs zich dus zenuwachtig maakt. Grote groepen kunnen hun onderzoekskosten over grote markten en ruime omzetten afschrijven. Fusiegroep Glaxo Smithkline kan per jaar 150 miljard frank aan onderzoek en ontwikkeling uitgeven. In de labs hoeven ze zich niet snel zenuwachtig te maken als hun brouwsels niet meteen lukken.

In de farmaceutische industrie controleren de tien grootste concerns nu al 40 procent van de wereldmarkt. Die reuzen bestrijken de hele gezondheid of ziekte van de mens. Glaxo Smithkline heeft producten voor astma, chronische darmontstekingen, diabetes, neurologische aandoeningen, misselijkheid, produceert antibiotica en antidepressiva en doet onderzoek op het gebied van het HIV-virus.

Welke overheid kan dan nog een gezondheidsbeleid voeren? Politieke discussies over preventieve of curatieve geneeskunde, over de overconsumptie van medicijnen in het rijke Westen en de onderbevoorrading en onaangepastheid van het geneesmiddelenaanbod in Afrika, verliezen hun kracht. De Wereldgezondheidsorganisatie in Genève is een gezapige academische kliek. Zonder invloed op de globale geneesmiddelenindustrie, die de markt stuurt met winstcijfers en beurskoersen op het kompas. De behoeften en verzuchtingen van Azië of Afrika zullen Wall Street een zorg zijn. De industrie legt verantwoording af aan haar aandeelhouders, ze voelt zich minder verantwoordelijk voor de wereldgezondheid.

INTERNET KRIJGT GEWICHT

De concurrentie verwatert. Bedrijven proberen op allerlei manieren aan de druk van de concurrentie te ontsnappen. Karel Van Miert kan daarover meepraten. De voormalige Europese commissaris voor het Concurrentiebeleid moest een strijd op leven en dood leveren tegen grote Europese machten. Ze loven en prijzen de vrije markt, de liberalisering en de concurrentie, maar streven met kartelafspraken en overnames en fusies naar geconcentreerde macht. De echte vrijemarktverdedigers staan daar argwanend tegenover en de consumenten doen er zelden hun voordeel mee.

Zo kwam een Amerikaanse rechter tot het besluit dat de softwaregigant Microsoft misbruik maakte van zijn monopolie ten nadele van de klanten en de concurrenten. Het nieuwe AOL Time Warner hoeft de anti-kartelautoriteiten niet te vrezen, het verenigt uiteenlopende activiteiten als cyberspace en ouderwets papierwerk. Maar aangezien het vorm – het net – en inhoud – de media – gaat verenigingen, leidt het wel tot monopolieachtige toestanden, over heel de wereld.

The Internet Century, a Digital Revolution, roept de groep. Maar er is ook bezorgdheid. America Online vreest dat het met zijn http’s en www’s zichzelf onvoldoende toekomst kan bieden. E-mail is revolutionair en e-commerce beloftevol, maar Internet blijft te ‘licht’. Internetfortuinen komen voort uit beursspeculatie en het naarstige infrastructuurwerk van computerbouwers en softwareschrijvers. De substantie ontbreekt. Daar was Steve Case de jongste jaren voortdurend naar op zoek. Hij onderhandelde met Rupert Murdochs NewsCorp en had contacten met de Duitse uitgeversgigant Bertelsman. In een wat paniekerig moment overwoog hij zelfs een vijandig overnamebod op zijn huidige partner Time Warner.

De editor-in-chief en de managing editor van het invloedrijke Time Warner-magazine Time vonden het nodig in hun jongste nummer een commentaar te schrijven waarin zij hun lezers melden dat journalistieke onafhankelijkheid deel blijft uitmaken van het DNA van het blad. Daar was als gevolg van de fusie in de States grote ongerustheid over ontstaan. Een ander gevaar blijft bestaan. De fusiegroep overkoepelt 120 miljoen lezers, gespreid over 32 titels en een enorm aantal kijkers van de televisiezender CNN. Ooit waarschuwde een mediadeskundige dat hoe minder ondernemingen de media-omgeving domineren, hoe dichter de vrije ondernemingsvariant van een ministerie van Cultuur nabij komt.

DE KABEL IS GOUD

Dat Internetbedrijf AOL de kabel binnenrijft, wordt algemeen als een sluwe zet beschouwd. Aan Time Warners kabel hangen dertien miljoen woningen. Amerika belijdt zijn geloof in de breedbandkabel, die een honderd keer snellere toegang tot Internet biedt dan de klassieke telefoonlijn. Ook Wall Street deelt in die kabelfurore en begon te vrezen dat een America Online zonder kabel zijn winstverwachtingen niet kan waarmaken. Niets is gevaarlijker voor de koers van een aandeel dan een dergelijk soort sluipende vrees.

Met die Amerikaanse ervaring hoeft het niet te verwonderen dat buitenlandse investeerders zitten te gluren naar de kabelnetten van de Vlaamse intercommunales van steden en gemeenten, die meer dan twee miljoen gezinnen bedienen. Telenet, dat er telefonie en Internet op aanbiedt, is een uitgelezen overnamedoelwit, zoals uit de politieke discussie van de voorbije weken blijkt. Bovenop de andere kandidaat-kopers bracht de Amerikaanse kabel- en telecomgroep NTL zopas een bod uit van meer dan 200 miljard frank voor de volledige controle van Telenet.

De geschiedenis moet niet herschreven worden. Dat Internetters hun net vergelijken met Gutenbergs uitvinding van de drukpers in de vijftiende eeuw, klinkt bombastisch, maar ze zouden weleens gelijk kunnen krijgen. Een macht als AOL Time Warner kan het net de culturele en politieke inhoud geven die het nu nog mist. Dat kan leiden tot meer vrijheid, democratie en emancipatie. De geneesmiddelenindustrie heeft er niet weinig toe bijgedragen dat de levensverwachting in de pas afgesloten eeuw klom van 49 tot 77 jaar (in de westerse wereld). De gefuseerde macht kan nieuwe sprongen veroorzaken. Grote concerns hebben trouwens good citizenship bovenaan in hun charters staan. Niet dat hun macht tot het kwaad leidt, maar ze zijn zo groot en sterk dat als kwaad geschiedt niets of niemand daar nog tegenop kan.

Guido Despiegelaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content