Het Vlaams Blok vreest voor zijn centen. Vandaag spreekt de Kamer zich uit over een wetsvoorstel dat de partij op termijn haar dotatie van 52 miljoen kan kosten.

Sinds de wet van 1989 op de partijfinanciering worden de politieke partijen betoelaagd. Maar voor wat hoort wat. De partijen moeten zich nu aan regels houden. De verkiezingsuitgaven zijn beperkt, de giften gereglementeerd en de bepalingen van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) moeten worden nageleefd. De Kamer wil de vage bepaling van 1989 nu met een concrete procedure aanvullen. Het Vlaams Blok voelt zich geviseerd en spreekt over een “politieke moord”. Dat er voor het Blok redenen tot onrust zijn, staat vast. Nogal wat punten uit het programma van de partij, zeker van het 70-puntenplan, lijken strijdig met het EVRM. In een gesprek beweert Filip Dewinter het tegendeel, maar veel van zijn uitspraken dreigen het dossier van zijn partij vooral te verzwaren.

In Duitsland kwamen de nazi’s in de jaren dertig door middel van verkiezingen aan de macht. Dat zet democraten er sindsdien toe aan om waakzaam en vooral niet naïef te zijn. Is dat, volgens u, een juiste houding?

FILIP DEWINTER: (aarzelend) Ja. Ongeacht de beoordeling van Hitler en zijn partij…

Wat bedoelt u daarmee?

DEWINTER: Niets bijzonders. Ik veroordeel het nationaal-socialisme en herhaal dat het Vlaams Blok er geen enkele affiniteit mee heeft. Hitler en de zijnen hebben er trouwens nooit een geheim van gemaakt dat ze de democratie omver wilden werpen en een totalitair systeem wilden. Het stond allemaal in Mein Kampf te lezen.

Als u het zegt, zal het wel zo zijn.

DEWINTER: Als politicus moet je alles lezen. Ook het rode boekje van Mao en Das Kapital. Je moet weten waarover de tegenstanders het hebben. In Mein Kampf werd niets verhuld. Iedereen wist waar het nationaal-socialisme naartoe wou. Bijgevolg rijst de vraag wat er aan de democratie schortte…

…en hoe ze zich kan verdedigen?

DEWINTER: Ja, maar de middelen moeten wel democratisch zijn. De vrijheid van vergadering en meningsuiting moet voor iedereen gewaarborgd blijven.

Ongeacht de inhoud van die meningen?

DEWINTER:(denkt na) Nee, geen enkele vrijheid is absoluut. Kindermoord, bijvoorbeeld, kan niet. Een democratie heeft spelregels die vastgelegd zijn in wetten en die moet je naleven. Wij houden ons daaraan, maar we worden gepakt omdat het establishment onze opinies niet deelt.

Zelf heeft uw partij wel lak aan vrije meningsuiting. Gewezen voorzitter Karel Dillen schreef ooit dat er op de IJzerbedevaart geen plaats is voor “Mandela-aanbidders, pacifisten en lieden die België boven Vlaanderen verkiezen”.

DEWINTER: Een organisatie heeft het recht om alleen diegenen toe te laten die haar programma onderschrijven. Karel Dillen kan dus stellen dat mensen met een ander gedachtengoed niet thuishoren op de IJzerbedevaart.

En anders kunnen ze klappen krijgen.

DEWINTER: U verwijst naar een uit de hand gelopen protest, we betreuren wat daar gebeurde. Het heeft onze zaak geen goed gedaan.

Ook in de Vlaamse beweging sluit u mensen uit. Volgens senator Wim Verreycken moeten “rode mollen, linkselaars en nivelleerders buitengehoond worden”.

DEWINTER: Het is toch logisch dat een politieke beweging krijtlijnen trekt.

Is de Vlaamse beweging dan uw bezit?

DEWINTER: Nee, maar ze is evenmin vrijblijvende spielerei en wij hebben het recht om terzake onze opinie te formuleren. U moet dat juist interpreteren.

Democratie is al evenmin spielerei, ze moet bijgevolg nog zorgvuldiger over de krijtlijnen waken.

DEWINTER: U vergelijkt appelen met citroenen. Een democratie is geen manifestatie, partij of beweging. Het is een organisatorisch raamwerk dat door alle partners wordt aanvaard. Meer is het niet. Het is geen ideologie, geen levensbeschouwing en het is fout om er veel principes in te stoppen. Als wij ons aan de regels houden, zoals one man, one vote, hebben onze standpunten geen belang. Als je aanvaardt dat democratie tegen racisme is, moet je morgen misschien slikken dat een democraat ook rooms-katholiek moet zijn.

U wil ouders een bijkomende stem per minderjarig kind geven. Daarmee zet u het algemeen enkelvoudig stemrecht, een van de spelregels, op de helling.

DEWINTER: Integendeel, wij breiden het verder uit. Kinderen hebben recht op een stem. Moet een ouder met vijf kinderen niet zwaarder in het debat doorwegen dan een individu zonder kinderen?

Kunt u het zich voorstellen dat de democratie de Rote Armee Fraktion zou betoelagen?

DEWINTER: Nee, want die onderschrijven de spelregels niet, ze roepen tot geweld op. De spelregels zijn bekend: organiseer u als een partij, dien u aan bij de kiezer en laat u in het parlement vertegenwoordigen.

Alweer: ongeacht van wat die partij zegt?

DEWINTER: Daar moet de kiezer over oordelen.

Die vergiste zich dus in Duitsland, in 1932.

DEWINTER: Als de kiezer voor een totalitair regime kiest, is de democratie grondig ziek…

…en moeten de ondemocratische partijen tijdig worden drooggelegd.

DEWINTER: Nee, zo werkt het niet. Het is niet door de boodschapper of de ondemocratische partijen uit te schakelen dat men de problemen oplost. Het is niet door het Vlaams Blok monddood te maken dat je het racisme uitroeit.

“Als het Blok het voor het zeggen heeft, krijgen alleen de traditionele Vlaamse jeugdbewegingen nog subsidies en zal de volksvijandige cultuur een stille dood sterven.” Een citaat van senator Jurgen Ceder.

DEWINTER: Er is te weinig aandacht voor het volkseigene. De subsidies gaan bijna uitsluitend naar alternatieve initiatieven en organisaties. Is het de taak van de stad Antwerpen om een huis voor de homobeweging aan te kopen? Is het logisch dat alternatieve initiatieven, het ene al marginaler dan het andere, alles opslokken, terwijl de klassieke jeugdbewegingen kruimels krijgen?

U kondigt de dood van de “volksvijandige” cultuur aan. In Vlaanderen bent u de uitvinder van het opiniedelict.

DEWINTER: U moet daar niets achter zoeken. We willen de balans alleen in evenwicht brengen. Wat voor de hand liggend, normaal en evident is, krijgt nauwelijks middelen.

U distantieert zich dus van Ceder?

DEWINTER: Nee, ik plaats het citaat alleen in de juiste context. Zoek er niets achter, want er is niets. Het stoort ons alleen dat initiatieven die in de multiculturele samenleving passen, bijzonder gul worden bedacht, terwijl de kaartersclub van de bejaarden tevergeefs om steun vraagt.

Was u het niet die een cultuuroorlog aankondigde?

DEWINTER: Dat ging over een politieke strategie, dat is wat anders.

Het sluit er wel naadloos bij aan.

DEWINTER: Misschien wel. Je kan het politieke terrein slechts veroveren als je op het culturele aanwezig bent. De Europese rechterzijde heeft de cultuur te veel aan de politieke tegenstanders overgelaten. Dat betekent echter niet dat we alleen de eigen organisaties zouden betoelagen.

Het gaat in een democratie toch over meer dan spelregels. Een democratische ordening kan niet op een etnische pijler stoelen.

DEWINTER: Die discussie ken ik.

Uiteraard, u verdedigt het tegendeel. In 1990 sprak het Blok zich voor een etnische staat uit. “Het Vlaams Blok”, zo luidde het, “wil een staat die een sterke etnische samenhang vertoont en waarin een etnie op optimale wijze haar belangen kan behartigen.”

DEWINTER: Iedere democratie is binnen bepaalde grenzen georganiseerd en alleen staatsburgers hebben stemrecht.

Voor u is de etnische norm essentieel.

DEWINTER: Dat is misschien zo. Ik ontken niet dat we naar zo homogeen mogelijke staten streven, zowel cultureel als etnisch. Als nationalisten menen we dat een etnie zich in een eigen staat moet kunnen organiseren.

Dat wil dus zeggen: het ras als doorslaggevende factor voor de staatsordening. Dan bent u dus…

DEWINTER: …geen racist. Dat ben je pas als je gelooft dat het ene ras superieur is aan het andere. Wie opkomt voor een zo homogeen mogelijke samenleving, is geen racist. Wel integendeel, veel racisme zou vermeden worden als de samenleving op die basis georganiseerd wordt. Het zijn de vele volkeren binnen één staat die het racisme voeden.

Uw partij trekt altijd nieuwe etnische scheidingslijnen. U pleit voor een “etnisch gefundeerde sociale zekerheid”. De niet-Vlamingen moeten hun eigen stelsel opbouwen.

DEWINTER: Wat is daar racistisch aan? Vlamingen leven op hetzelfde grondgebied, ze hebben dezelfde taal, dezelfde cultuur en een gemeenschappelijke geschiedenis. We zijn een volk en mogen navenant handelen. Ook inzake de sociale zekerheid.

Sinds 1988 wil u het wetboek van de Belgische nationaliteit veranderen. Voor u is nationaliteit een bloedrecht.

DEWINTER: Precies, het ius sanguinis, zoals dat in vele Europese landen bestaat. Na 160 jaar België evolueren we nu naar het ius soli.

Verder wilt u, zo stelt punt 26 van het 70-puntenprogramma, de nationaliteitsverwervingen sinds 1974 herzien.

DEWINTER: Omdat de nationaliteitswetgeving sindsdien telkens opnieuw is versoepeld. Als we de PS volgen, volstaat binnenkort een ondertekende verklaring en wordt het staatsburgerschap tot een formaliteit gedegradeerd. Iets zonder rechten, plichten of loyauteit. Ik aanvaard dat niet.

Omwille van die bloedband.

DEWINTER: Inderdaad, maar ook de band met de cultuur, de geschiedenis, de gemeenschappelijke waarden. Je moet dat respecteren en je lot onverbrekelijk aan dat van onze natie en volk koppelen. Je moet loyaal zijn ten opzichte van onze gemeenschap. Zelfs bij de vogelpikclub word je maar lid als je het huishoudelijk reglement goedkeurt en de pijltjes naar het dartsbord en niet naar het achterwerk van de cafébazin mikt. Nu gooien we de nationaliteit te grabbel. De migranten pakken het erbij omdat ze dan OCMW-steun kunnen genieten. (geïrriteerd) Dat kan toch niet. Ik ben daar zeer door geschokt. We moeten onderzoeken of ze de strengere criteria aanvaarden en loyaal zijn. Vergeet niet dat Marokkanen en Turken allemaal de dubbele nationaliteit hebben. Voor de materiële voordelen werden ze Belg, maar hun loyauteit ligt in hun land van herkomst. Desgevallend moeten we ze de Belgische nationaliteit dan maar afpakken. (geëmotioneerd) Ze moeten kiezen, zoals in de Verenigde Staten. Men kan slechts loyaal zijn aan één volk, één natie en één staat.

U zegt nu, dat we ze desgevallend de Belgische nationaliteit maar moeten afpakken. In 1993 schreef u dat het Blok “onverkort voorstander blijft van het ongedaan maken van alle (sic) naturalisaties sinds 1973”. Wie heeft nu gelijk? De Dewinter uit 1993 of die uit 1998, die voor zijn dotaties vreest?

DEWINTER: Euh, de tekst uit 1993 moet gerelativeerd worden. We willen het statuut van de dubbele nationaliteit herzien. Daarom voorzien we de burgerschapsproef en het onderzoek naar hun integratie.

Zo’n programma heeft een naam: ethnic cleansing.

DEWINTER:(luchthartig) Ik weet dat niet. Trouwens, is er wel een alternatief? Op de duur is iedereen Belg. Hoe kunnen we in hemelsnaam ons programma uitvoeren als iedereen tussen dit en vijf jaar Belg is?

U kunt de wet niet retroactief veranderen.

DEWINTER: Het zou eerder ongewoon zijn, maar het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) laat toe om de bipatriden voor de keuze te stellen. 95 procent van de genaturaliseerden heeft de dubbele nationaliteit.

U refereert nu voortdurend aan het EVRM. Nochtans zei u op 14 juli 1992 dat “het EVRM ondergeschikt is aan het principe van het eigen-volk-eerst”. Wie heeft gelijk? De Dewinter van 1998 of die van 1992?

DEWINTER:(lange stilte) Oh, daar hoort een verhaal en een verklaring bij. Ik weet wat ik toen zei.

Dit was een letterlijk citaat.

DEWINTER: Ja, ja, maar ik heb toen in kranteninterviews verduidelijkt wat ik bedoelde. We onderschrijven het EVRM, maar het stoort ons dat men het EVRM als een nieuwe godsdienst misbruikt. Alsof iedereen er zich onvoorwaardelijk moet aan onderwerpen. Ik behoud me het recht voor om het EVRM te interpreteren en sommige artikelen te betwisten. Voor mij zijn het EVRM en het eigen-volk-eerst niet tegenstrijdig.

In 1992 zei u dat het EVRM ondergeschikt is aan het eigen-volk-eerst. Overigens, internationale wetten hebben de bovenhand op nationale.

DEWINTER: Ik besef dat in de huidige constellatie de internationale wetten prioriteit hebben. Ik leg me daar bij neer, maar ik blijf erbij dat het eigen-volk-eerst daar niet mee in strijd is.

Durft u echt niet zeggen of het EVRM dan wel het eigen volk op de eerste plaats komt?

DEWINTER: Het zijn twee zaken van een andere orde. Het eigen-volk-eerst is het leidmotief van onze partij.

Maakt het 70-puntenprogramma integraal deel uit van het Blok-programma?

DEWINTER: Uiteraard, het is goedgekeurd door de partijraad. Het is de praktische invulling van een van onze belangrijkste programmapunten, namelijk de begeleide terugkeer van de niet-Europese vreemdelingen naar hun land van herkomst.

Vroeger had u het over de verplichte terugkeer.

DEWINTER: Nee, nee, in alle officiële teksten hebben we het over een begeleide terugkeer. We willen niemand verplichten, maar we willen wel een ontradingspolitiek. Zowel inzake sociale zekerheid als tewerkstelling. Wie het staatsburgerschap niet heeft, krijgt minder voordelen. Het is echter niet in zijn totaliteit te nemen of te laten.

Volgens dat plan komen alleen Europeanen nog in aanmerking voor het statuut van politieke vluchteling.

DEWINTER: Ook voormalig vluchtelingencommissaris Marc Bossuyt verdedigde dat. Het is tijd dat het territorialiteitsprincipe in de Conventie van Genève wordt ingeschreven. Elk continent moet zijn eigen vluchtelingen opvangen. Het is de logica zelf. Als we daar toe komen, zal blijken dat 90 procent van de asielzoekers economische vluchtelingen zijn.

Blijft u bij uw voorstel om werkgevers die een vreemdeling in dienst nemen, extra te belasten?

DEWINTER: Ja. We verbieden niet dat vreemdelingen een job krijgen, maar we vragen wel een bijdrage omdat het eigen volk die baan niet krijgt en voor de kosten opdraait. Onlangs heeft de voormalige Franse premier Edouard Balladur ook voor de prioritaire tewerkstelling van het eigen volk gepleit. Hij zei nu wat wij al lang vertellen en niemand beschuldigt hem van racisme. En als Louis Tobback (SP) na de rellen in Lokeren roept dat hij al de herrieschoppers in de Durme wil gooien, kraait er geen haan naar.

Voor u mogen ze ook de Durme in?

DEWINTER: Ik zou het anders formuleren, ik vind het nogal platvloers. Blijkbaar mogen mensen als Tobback, Balladur en een Frits Bolkestein verder gaan dan wij. De intellectuele elite, de media en het establishment hopen immers dat ze ons de wind uit de zeilen nemen. Ze vergissen zich. Ze effenen het pad en maken onze ideeën aanvaardbaar bij de publieke opinie. Ze respectabiliseren ons gedachtegoed.

U misprijst de Belgische staat en zijn zogenaamde vetpotten, maar u bent toch ook niet vies van zijn miljoenendotaties.

DEWINTER: We kunnen het systeem slechts bestrijden, als we niet aan de kant blijven. We weten dat zoiets risico’s inhoudt. Als je van iemand geld aanvaardt, ben je schatplichtig. We gaan echter niet door de knieën, we zijn tot geen toegeving bereid.

Alles wat ooit gezegd en geschreven is, wordt uitgevoerd?

DEWINTER: Voor zover het ons programma betreft, ja.

Ook de zeventig punten?

DEWINTER: Het is niet van a tot z te nemen of te laten. Als we het voor het zeggen hebben, zal dit plan maximaal gerealiseerd worden.

Als lid van het parlement, hebt u trouw gezworen aan de wetten van het land en respect aan de rechterlijke macht. Wat als de magistratuur het 70-puntenplan strijdig met de democratische ordening vindt?

DEWINTER: De rechterlijke macht kan alleen over feiten oordelen, niet over opinies. Daarom ben ik ook tegen de wet op het racisme. Niet de rechter of de politieke tegenstander, alleen de kiezer heeft het recht om zich over politieke programma’s uit te spreken. De volgende stap kondigt zich trouwens al aan: een verbod van het Blok. Dat is niet zonder gevaar. In vele wijken van onze grootsteden zijn we niet ver van kleine burgeroorlogen. Tot dusver bleef de autochtone bevolking zeer waardig, onder meer omdat het Blok als uitlaatklep fungeerde.

“Men kan slechts loyaal zijn aan één volk, één natie, één staat.”

Paul Goossens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content