Het verhaal van Tahmeena Faryal is dat van duizenden andere Afghaanse vrouwen. Alleen heeft zij de moed om te vechten voor de rechten van vrouwen in haar land.

Een paar jaar geleden vluchtte ze dan ook, zoals zovelen, naar buurland Pakistan. Daar kwam ze in contact met de activistes van de Revolutionary Association of the Women of Afghanistan (RAWA). Die organisatie werd in 1977, twee jaar voor de sovjetinvasie, opgericht door linkse intellectuelen die voor vrouwenrechten wilden strijden. Meena, de moeder van de beweging, werd in 1987 vermoord en is ondertussen uitgegroeid tot het uithangbord van RAWA. Sinds haar dood werd geen nieuwe leidster meer aangesteld. Te veel publieke aandacht kan onder het Taliban-regime immers fataal zijn, en ook in Pakistan zijn de RAWA-leden niet veilig voor aanvallen van moslimfundamentalisten.

Vandaag telt RAWA, die zowel in Afghanistan als in Pakistan opereert, ongeveer 2000 leden. In Afghanistan zetten de activistes clandestiene scholen en werkplaatsen voor vrouwen op, in Pakistan helpen ze de honderdduizenden vluchtelingen die in kampen in de buurt van Peshawar leven. Op hun website (www.rawa.org) proberen ze de wereld wakker te schudden met beelden van de wreedheden van het Taliban-regime: een vrouw die in het sportstadion van Kabul wordt geëxecuteerd, Taliban die vrouwen op straat met stokken slaan omdat ze een glimp van hun gezicht hebben opgevangen, en publieke stenigingen van jonge meisjes. De foto’s werden stiekem genomen door vrouwen die kleine camera’s het land binnen smokkelen en onder hun burqa’s verbergen.

Aanvankelijk kreeg Faryal de kans om les te volgen in een Pakistaanse RAWA-school. Dat was een openbaring, want in Afghanistan is het voor meisjes verboden om naar school te gaan. Algauw begon ze met de strijdende vrouwen te sympathiseren en stapte ze zelf in de beweging. Momenteel reist ze de wereld rond om steun te krijgen voor hun strijd. Begin oktober getuigde de Afghaanse nog in het CNN-programma Larry King Live. ‘In Taliban-gebied mogen vrouwen niet werken’, zei ze ferm. ‘Ze mogen niet alleen naar buiten en moeten altijd door een mannelijk familielid vergezeld worden. Ze moeten hun ramen zelfs zwart schilderen zodat voorbijgangers hen niet kunnen zien. Eigenlijk hebben ze niet het recht om te leven. Afghaanse vrouwen zeggen soms dat zelfs dieren meer rechten hebben dan zij.’

STOKSLAGEN VOOR EEN IJSJE

Toen RAWA in 1977 werd opgericht, was de situatie van Afghaanse vrouwen nog niet zo dramatisch. Meisjes gingen gewoon naar school en er waren vrouwelijke advocaten, dokters en leerkrachten. Als ze al een burqa droegen, was dat meestal omdat ze er zelf voor kozen. Toch was er nog een lange weg af te leggen. Want vooral plattelandsvrouwen werden onderdrukt en konden wel een vrouwenbeweging gebruiken.

Nadat sovjettroepen Afghanistan in 1979 binnenvielen om de toenmalige communistische regering te steunen, begonnen de moedjahedien, de voorlopers van de Noordelijke Alliantie, echter een guerrillastrijd. RAWA voerde in die periode zowel actie tegen de Sovjets als tegen de fundamentalistische moedjahedien. Toch hadden vrouwen in die sovjettijd veel vrijheid. In de Afghaanse steden konden meisjes en vrouwen bijvoorbeeld gewoon naar school of naar de universiteit gaan. Ze lieten hun gezicht zien en droegen zelfs westerse kleren en make-up.

Dat veranderde echter in 1992 toen de moedjahedien aan de macht kwamen. ‘Dat waren ook fundamentalisten die de vrijheid van vrouwen wilden beknotten. Maar het werd nog veel erger toen de Taliban de moedjahedien naar het noorden dreven’, aldus Faryal. Het eerste wat de Taliban deden toen ze het in 1996 voor het zeggen kregen, was scholen voor meisjes en vrouwen sluiten. Onder het mom van ‘een strikte interpretatie van de koran’ zijn vrouwen sindsdien al hun rechten verloren. Ze mogen niet alleen niet naar school gaan of werken, ze mogen ook niet zonder begeleiding hun huis verlaten en de burqa, een gewaad dat hen van top tot teen bedekt, is verplicht. Verder mogen vrouwen geen mannelijke arts consulteren. Dat is een dramatische regel, aangezien vrouwen niet mogen werken en er dus amper vrouwelijke artsen zijn.

Als vrouwen toch betrapt worden op inbreuken tegen die regels, of als de Taliban dat nog maar vermoeden, worden ze in het openbaar afgeranseld en vernederd. Zo kreeg een zesjarig meisje onlangs stokslagen omdat ze op straat liep met schoolboeken in haar hand en werd een vrouw in elkaar geslagen omdat ze in het openbaar een ijsje at. Een jongetje en zijn nichtje werden dan weer levend begraven omdat ze op de markt met elkaar stonden te praten.

Mensen zijn bang, of ze nu man of vrouw zijn. Mannen vrezen dat ze gestraft zullen worden als hun vrouw zich niet aan de strikte regels houdt en werken daardoor braafjes mee aan haar totale isolatie. De Taliban doen er dan ook alles aan om de schrik er goed in te houden. Zo worden alle winkels in Kabul op vrijdag gesloten en wordt iedereen, ook vrouwen en kinderen, gedwongen om een stadion binnen te gaan. Daar moeten ze aanzien hoe dieven worden opgeknoopt of hoe hun handen worden afgehakt. Vrouwen die de wet overtreden hebben of een gearrangeerd huwelijk weigeren, worden er door steniging gedood.

RAWA is een belangrijke _ zij het eenzijdige _ informatiebron voor het Westen. Hun getuigenissen kunnen echter amper gecheckt worden, al spreken de beelden natuurlijk voor zich. Vast staat alleszins dat de onderdrukking van duizenden vrouwen schrikbarende resultaten oplevert. Zo kan maar 4 procent van de Afghaanse vrouwen en meisjes lezen en schrijven. Bovendien krijgen vrouwen, vooral in landelijke gebieden, amper informatie uit de buitenwereld omdat ze hun huis haast nooit verlaten. Velen weten niet eens waarom de Verenigde Staten hun land bombarderen, als ze al merken dat er iets aan de hand is.

De jongste jaren is het aantal zelfmoorden onder Afghaanse vrouwen dan ook schrikbarend toegenomen. Uit een rapport uit 1999 van Artsen voor Mensenrechten blijkt dat 97 procent zwaar depressief is, 50 procent lijdt aan posttraumatische stress en 21 procent heeft geregeld zelfmoordgedachten. ‘Ze hebben geen hoop meer, ze zijn hulpeloos, maar ook heel kwaad’, aldus Faryal. ‘Wanneer de positie van de Taliban verzwakt, zullen vrouwen de burqa woedend verbannen.’ Een eventueel vertrek van de Taliban betekent echter niet noodzakelijk beterschap. ‘We willen de Verenigde Staten waarschuwen om goed na te denken voor ze de Noordelijke Alliantie helpen’, zei Faryal tijdens haar bezoek aan de VS. ‘Zij hebben een geschiedenis van wetteloosheid en geweld die in de buurt komt van die van de Taliban. Wij willen een regering die op democratische waarden gebaseerd is. En dat is onmogelijk met fundamentalisten.’

Ann Peuteman

‘Afghaanse vrouwen zeggen dat zelfs dieren meer rechten hebben dan zij.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content