Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

De nationale voetbalploeg begint aan een uitgebreid oefenprogramma, de aanloop naar Euro 2000.

Hoog tijd dat er eens goed nieuws van de Rode Duivels komt, want het laatste moment van euforie ligt inmiddels vijftien maanden achter ons. Dat was op 15 november 1997, toen België zonder veel overschot maar in een feestelijke sfeer, de return van de barragematch tegen Ierland met 2-1 won. En zich voor de vijfde keer op rij kwalificeerde voor de eindronde van de wereldbeker.

Nadien volgde een bevredigende voorbereidingscampagne op die eindronde, die zelf helaas op een fiasco uitdraaide. Een gelijkspel tegen Nederland was op zichzelf wel een opsteker, maar werd overschaduwd door de manier waarop het werd behaald. Die werd zowel door de binnen- als de buitenlandse pers onder genadeloze kritiek versmoord.

Het tweede gelijkspel, tegen Mexico, was gezien de 2-0-voorsprong en de man-meer-situatie die eraan voorafgingen, een halve blamage. En het derde gelijkspel, tegen het zwakke Zuid-Korea, was een volle blamage. Nee, een dubbele.

Daarna kwam België in zeven maanden tijd in welgeteld één wedstrijd uit: nul-nul in Luxemburg! Verkoop dat maar een keer aan de mensen. Een nieuwe vernedering, zonder meer. Ofwel speel je dat soort matchen niet, ofwel win je ze. Het gevolg was alweer striemende kritiek.

Ondertussen hadden zowel bondscoach Georges Leekens als Franky Van der Elst venijnig nagetrapt naar Enzo Scifo. Onder druk van de sponsors en tegen de zin van Leekens in, was Scifo toch in de WK-kern opgenomen, maar in Frankrijk kreeg hij niet de egards die hij zichzelf waard achtte. Hij speelde anderhalve match, zijn vervanging tegen Zuid-Korea was betwistbaar.

Toen dat vuurtje niet geblust maar uitgedoofd was, vertelde bondsdokter Marc Goossens in oktober op een medisch congres in Brugge dat de fysieke conditie van de Rode Duivels vóór het WK desastreus was geweest. Geen uithouding, bloedarmoede, ijzertekort, hematocriet te laag in de plaats van te hoog zoals bij elke zich respecterende coureur, schimmels tussen de tenen, 12 procent vetpercentage… kortom: een veteranenploeg die het niet te nauw nam met de basishygiëne.

Een onthulling die heel wat ophef maakte. En tot een woedende reactie leidde bij Club-Bruggetrainer Eric Gerets, in zijn eer aangetast omdat zijn spelers overtraind werden genoemd. Het kan niet anders of Leekens en bondsvoorzitter Michel D’Hooghe waren vooraf op de hoogte van wat Goossens zou vertellen. Waarom die dat precies deed, is nooit duidelijk verklaard. Leekens boog het in elk geval meesterlijk in zijn voordeel om: “Ik heb er in die hopeloze omstandigheden het beste van proberen te maken.”

DE CENTEN VAN GERMAIN

Er kwam nog meer onrust. In december hield Ariël Jacobs, de vakbekwame maar al te weinig gevolgde jeugdverantwoordelijke, het bij de voetbalbond voor gezien en stapte over naar RWDM. Toen Leekens zijn taak over twee of drie andere – of zei hij: nieuwe? – bondstrainers wilde verdelen, leidde dat tot een woordenwisseling met penningmeester Germain Landsheere. Die liet via de pers weten dat het welletjes was geweest met de geldverslindende fantasietjes van de bondscoach. Waarom hij dat dan niet in de gang, of via de telefoon, aan Leekens zelf zei, ligt besloten in het raadsel van een grote sportfederatie.

“Als hij om Jacobs te vervangen twee nieuwe mensen nodig heeft, dan trekken we die tweede van zijn eigen salaris af”, verklaarde Landsheere fijntjes, en nog steeds in de krant. Gevolg, uiteraard: Leekens verontwaardigd. En verplicht in diezelfde pers zijn weerwoord te laten optekenen. Dat is het voordeel van de journalistiek: wij blijven altijd aan de gang. Vooral de allusie op de vele en te kostelijke scoutingsopdrachten in de aanloop naar la Coupe du Monde, lag de bondscoach zwaar op de lever. Het is namelijk de stok waarmee ook de Franstalige leden van het bondsbestuur zwaaiden, toen ze Leekens na het WK onder vuur namen. Voor Waalse voetballeiders, en ook -journalisten, waren Johan Walem en Enzo Scifo onmisbaar in de nationale ploeg. De eerste nam Leekens niet mee, en de tweede zat meer op de bank dan hij op het veld stond.

Wat voor de ene professionele voorbereiding heet, noemt de andere geldverkwisting. Leekens was zo boos over de uitlatingen van Landsheere, dat hij dreigde met opstappen. Een liedje dat ook al tijdens het WK had weerklonken, toen een overgang naar het Nederlandse Vitesse Arnhem dagenlang de gesprekken rond de nationale ploeg overstemde.

Ook dit dispuut verdronk in het voortschrijden der dagen, maar bevestigde de negatieve sfeer rond de nationale ploeg. Die moet dringend omslaan, al was het maar voor de sponsors, die twee jaar zonder interlands met inzet moeten overbruggen, en graag geassocieerd worden met een positief product, in de plaats van met een bende falende zagemannen.

EEN PROGRAMMA VAN NIVEAU

Uit het voorgaande blijkt het belang van de start van het oefenprogramma van de Rode Duivels, met deze week het toernooi in Cyprus en dinsdag de interland tegen Tsjechië op de Heizel. Dat oefenprogramma heeft gaandeweg grote allure gekregen. Als er geen afzeggingen volgen, staan dit jaar veertien wedstrijden op het menu, waaronder de Kirin Cup in Japan. Die komt een beetje ongelegen op het einde van een zwaar seizoen, maar biedt een uitstekende kans om kennis te maken met de omstandigheden waarin in 2002 de eindronde van de wereldbeker zal worden gespeeld. Er is ook een wedstrijd in en tegen Zuid-Korea, een vrolijk weerzien met de vrienden van het Prinsenpark.

Naast de drie opdrachten van de komende week, spelen de Rode Duivels dit jaar tegen Bulgarije, Egypte, Roemenië, Japan, Peru, Zuid-Korea, Finland, Nederland, Marokko, Engeland en Italië. Geen kleine jongens, een betere voorbereiding is nauwelijks denkbaar. Gedaan met flauwiteiten als Zambia en Gabon, of was het Gambia en Zabon? Geen Luxemburg meer, waartegen je toch niets te winnen maar wel alles te verliezen hebt. Nee, de top.

De steeds grotere verspreiding van de internationals, zowel in binnen- als buitenland, maakt het Leekens wel extra lastig. Vooral omdat de “buitenlanders” vaak competitieverplichtingen hebben, en de meesten het moeilijk hebben om in hun clubelftal een vaste plaats te veroveren. Dus verkiezen ze hun club boven de nationale ploeg. Philippe Albert gaf daarin het voorbeeld. Het Uefareglement verplicht de clubs hun spelers vijf keer per jaar af te staan voor vriendschappelijke interlands. Maar het is evident dat bijvoorbeeld Luis Oliveira, die met Fiorentina op kop staat in de Serie A, een riante Italiaanse wedstrijdpremie en een duel met AC Milan, niet laat liggen voor de “kostenvergoeding” van de Belgische bond en een confrontatie met Cyprus.

Leekens neemt 24 spelers mee naar het Argyris Gavalas toernooi, onder wie merkwaardig genoeg de bij PSV naast de ploeg gevallen Gilles De Bilde. Vier debutanten: doelman Erwin Lemmens van Beveren, Walter Baseggio en Bart Goor van Anderlecht, en Wilfried Delbroek als enige speler van Racing Genk. Na de Kirin Cup in juni, wil de bondstrainer een eerste stand van zaken opmaken in het vooruitzicht van Euro 2000. Na de duels van het najaar – tegen Nederland, Marokko, Engeland en Italië – moet de definitieve kern grotendeels vaststaan.

Op 12 december wordt in Brussel het wedstrijdschema van Euro 2000 uitgeloot. We moeten nu een beetje ernstig blijven. De Rode Duivels spelen drie keer naeen voor eigen volk op de Heizel, en als ze groepswinnaar worden blijven ze ook de tweede ronde in Brussel. Je moet al erg slecht zijn om die troef niet te kunnen benutten.

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content