‘Het lijkt erop dat Poetin zijn handen heeft afgetrokken van de separatisten’

DE VAL VAN SLOVJANSK De Oekraïense Nationale Garde controleert een huis waar pro-Russische separatisten zich hadden verschanst. © Gleb Garanich/Reuters

De strijd tussen het Oekraïense leger en de separatisten in het oosten van het land wordt almaar grimmiger. Toch ziet Rusland-expert Marc Jansen de toekomst minder somber in dan een half jaar geleden. ‘Er zijn tekenen van een groeiend eenheidsgevoel onder de Oekraïners.

De dood van minstens negentien Oekraïense militairen en vier grenswachten in de regio Loegansk afgelopen vrijdag ontlokte een woedende reactie van de nieuwe president Petro Porosjenko. Hij zwoer wraak te nemen op de aanval met Grad-raketten tegen het Oekraïense leger: ‘Voor het leven van iedere soldaat zullen de tegenstanders betalen met honderden van hun eigen strijders.’ De militairen hadden een succesvolle week achter de rug, ze waren erin geslaagd het separatistenbolwerk Slovjansk te heroveren, het zelfvertrouwen groeide. Maar de pro-Russische rebellen sloegen onverwacht hard terug, met tientallen doden aan beide zijden tot gevolg. Intussen zou ook de eerste dode op Russisch grondgebied zijn gevallen, door mortiergranaten die vanuit Oekraïne werden afgevuurd. De overheid ontkent elke betrokkenheid.

Het Oekraïense leger trok ook richting Donetsk waar een paar duizend separatisten zich verschansen sinds hun nederlaag in Slovjansk. De militairen houden zich buiten de stad op, er zijn gevechten aan de gang bij de luchthaven – die tot nu toe onder controle van het leger staat – en aan de randen van Donetsk. Angela Merkel en Vladimir Poetin vragen om een nieuw staakt-het-vuren, de Russische viceminister van Buitenlandse Zaken Grigory Karasin spreekt intussen van een ‘gevaarlijke escalatie’ sinds de beschietingen op Russisch grondgebied.

‘Het Russische ministerie van Buitenlandse Zaken heeft gedreigd met “ernstige gevolgen”. Maar of er echt sprake is van een Oekraïense actie is onduidelijk’, zegt de Nederlandse emeritus hoogleraar Marc Jansen. ‘Hier en daar wordt zelfs gesuggereerd dat het een provocatie zou kunnen zijn, zoals Gleiwitz in 1939 (waarbij Duitse commando’s vermomd als Poolse militairen een lokale radiozender aanvielen in het toen nog Duitse Gleiwitz, als excuus om Polen te kunnen binnenvallen, nvdr.).’

Jansen is historicus en Oost-Europakenner. In maart verscheen zijn boek Grensland – Een geschiedenis van Oekraïne, waarin hij schrijft over de verschillende heersers die de voorbije eeuwen in het huidige Oekraïne woonden, tot en met de Oranjerevolutie in 2004 en de val van president Victor Janoekovitsj begin dit jaar. Verdeeldheid en constant veranderende grenzen lopen als een rode draad door het boek. Er is dus niet veel veranderd, zou je denken. De huidige problemen zijn een onvermijdelijk gevolg van het verleden, waarin het westen van het land bij Europa hoorde en het oosten bij Rusland. Maar zo zwart-wit zit het niet in elkaar. ‘Zeggen dat er twee Oekraïnes zijn, west en oost, is een net zo grove versimpeling als spreken van twee Belgiës, twee Amerika’s (Democraten en Republikeinen), twee Italiës (noord en zuid), twee Frankrijken (Parijs en de rest) en ga zo maar door’, betoogt Jansen in Grensland. ‘Kijk je scherper, dan lopen er allerlei veel fijnere etnische, linguïstische, godsdienstige en regionale scheidslijnen door het land.’

Het Oekraïne van vandaag is hoe dan ook stevig versplinterd, en het ziet er niet naar uit dat er een snelle oplossing komt voor het aanslepende conflict tussen de regering en pro-Russische separatisten. Tegelijk klinken er geluiden dat er door die strijd juist meer samenhorigheid onder de bevolking ontstaat.

Als er zoiets als een Oekraïens eenheidsgevoel bestaat, hoe zou u dat dan omschrijven?

MARCJANSEN: Etnisch gesproken bestaat Oekraïne uit 15 à 20 procent Russen, en ongeveer 80 procent Oekraïners. Die vormen dus samen het Oekraïense volk, al zijn ze verdeeld. Op het vlak van taal liggen de verschillen nog anders. Er zijn Oekraïenstalige Oekraïners, Russischtalige Russen en Russischtalige Oekraïners. Maar er is uiteraard ook tweetaligheid, veel Oekraïners spreken even vlot Oekraïens als Russisch. Volgens een recente peiling beschouwt 56 procent van de bevolking zich als Oekraïens, 11 procent als Russisch en 27 procent als Oekraïens en Russisch. Oekraïne ís een verdeeld land, maar de huidige agressie van Rusland tegenover het land heeft het gevoel van eenheid inderdaad bekrachtigd. In de Donbas-regio is dat gevoel het minst sterk, maar in de rest van het land, ook in het oosten, is het een feit. Ik was in mei in Zaporizja, in het zuidoosten, en daar hoorde ik de mensen overal zeggen dat ze zich Oekraïner voelden en dat ze wilden dat het land moest blijven bestaan zoals het was. En dat in een gebied dat voornamelijk Russischtalig is. Hetzelfde geldt in Dnepropetrovsk, Odessa en ook in sterke mate in Gharkiv, niet ver van de Russische grens. De dictatoriale trekken van het Poetinregime spreken veel mensen in Oekraïne níét aan. In tegenstelling tot in Rusland, waar ze juist trots zijn op de huidige koers.

In Donbas is de invloed van de oligarchen groot. Krijgt zakenman Rinat Achmetov veel mensen mee nu hij eerder de kant van Kiev kiest?

JANSEN: Het probleem met Achmetov is dat hij tot nu toe nooit echt partij heeft gekozen. Waarschijnlijk denkt hij dat zijn belangen op die manier het beste worden bediend. Had hij in het begin luid en duidelijk voor Kiev gekozen, dan was het voor de separatisten veel moeilijker geweest om Donbas te veroveren. Het zou niet zo ver gekomen zijn als nu, de separatisten hadden nooit zo hevig strijd kunnen leveren. Achmetov blijft momenteel zo veel mogelijk buiten de schijnwerpers, hij kijkt de kat uit de boom. De enige boodschap die hij onlangs liet horen is dat hij niet wil dat het Oekraïense leger Donetsk bombardeert, vanwege de burgerslachtoffers.

Wie zijn die separatisten in Donetsk?

JANSEN: Nadat Rusland de lont in Donbas had aangestoken, zagen verschillende mensen hun kans schoon, onder de vlag van de separatisten. Er zit van alles tussen: lokale mensen van wie sommigen vinden dat het oosten van Oekraïne bij Rusland moet horen, terwijl anderen eerder een federale staat willen. Er zijn ook allerlei mensen van buitenaf overgekomen om zich in de strijd te mengen. In de eerste plaats Russen. Bijvoorbeeld de man die twee maanden lang in Slovjansk de lakens uitdeelde en nu met zijn mannen naar Donetsk is getrokken: Girkin, of Igor Strelkov zoals hij ook wordt genoemd. Hij zou een voormalige Russische inlichtingenofficier zijn, al is niet bekend of hij uit eigen beweging naar Oekraïne is gekomen of dat de Russen hem hebben gestuurd. Ze hebben hem in elk geval niet tegengehouden, dat is duidelijk. Er zijn ook Russische kozakken onder de separatisten, en Tsjetsjenen en Ingoesjen. Sommigen zijn uit geldbejag overgekomen, anderen vanwege het avontuur of een ideologie. Het zou om 6000 à 10.000 separatisten gaan. Dat is niet gering, maar ze staan tegenover zo’n 30.000 Oekraïense militairen. Dat betekent dat de separatisten in de verdediging gedrongen zijn, maar ze hebben sterke troeven omdat ze in Donetsk en in Loegansk zitten. Als het Oekraïense leger niet te veel burgerslachtoffers wil maken, kan de strijd best nog een tijd duren.

Het leger kampte met een gebrek aan zelfvertrouwen en motivatie. Is dat verbeterd sinds de overwinning van Slovjansk en Kramatorsk?

JANSEN: In het begin speelde de geringe motivatie onder de manschappen een belangrijke rol. Bovendien zaten ze met een niet zo betrouwbaar officierenkorps. Het leger werd tenslotte gevormd in de tijd van Janoekovitsj, niet iedereen stond loyaal tegenover Kiev. Een aantal mensen liep over, anderen gaven heel snel op. Maar ik heb de indruk dat de motivatie sterk is toegenomen sinds de herovering van Slovjansk en Kramatorsk. Al lijken de separatisten daar niet van onder de indruk te zijn. Ze vechten door tot het einde, beweren ze.

Denis Poesjilin van de Volksrepubliek Donetsk zei vorige week dat hij zich verraden voelde door Poetin.

JANSEN: Poetins houding kan een gevolg zijn van de toenemende internationale druk. Het is moeilijk te voorspellen hoe de situatie zich verder ontwikkelt, maar het lijkt erop dat Poetin zijn handen min of meer heeft afgetrokken van de separatisten. Misschien gaat het om een tactiek. Met de bedoeling de status-quo te stabiliseren, onderhandelingen op te starten en de autonomie van Donbas op te eisen. Zodat de invloed van Rusland daar groter kan worden.

Als reactie op de dode die de Oekraïense granaat op Russische bodem veroorzaakte, waarschuwt viceminister van Buitenlandse Zaken Karasin voor ‘onomkeerbare gevolgen’. Dat klinkt alsof een Russische interventie niet ver weg is. Terwijl Poetin vanuit Rio de Janeiro vraagt om onderhandelingen en een staakt-het-vuren. Hoe moeten we dat plaatsen?

JANSEN: Rusland heeft verklaard ‘gerichte luchtaanvallen’ op Oekraïens grondgebied niet uit te sluiten. Maar dat zou dus nog geen regelrechte interventie heten. En dat is, althans vanuit Russisch perspectief, niet strijdig met Poetins oproep tot een staakt-het-vuren en onderhandelingen. Maar het is ook een tactiek om een rookgordijn te creëren waarachter Rusland rustig zijn gang kan gaan. Voor de rest durf ik niet te voorspellen wat er zou kunnen gebeuren. Er wordt nog altijd gevochten om Loegansk, en de separatisten zouden nog altijd materiële steun uit Rusland krijgen, al valt dat niet hard te maken. Kortom, het is een schemeroorlog, en die kan nog een hele tijd duren. Europa kan niet veel meer dan de economische sancties tegen Rusland vergroten. Een oorlog gaan we zeker niet riskeren, niet om Donbas. Maar de meningen in Europa over Poetin verschillen enorm, dat maakt het er niet makkelijker op.

Mocht de strijd straks aan de onderhandelingstafel worden uitgevochten, wat ziet u dan als een haalbare oplossing?

JANSEN: In ieder geval moet Oekraïne als staat de kans krijgen om te blijven bestaan. Met een sterk centraal bestuur dat de eenheid kan waarborgen. Maar waarin de lokale bevolking haar rechten kan opeisen, onder andere op het vlak van taal. Hoe? Dat zullen ze zelf moeten beslissen. Poetin heeft daar niets mee te maken.

Is Porosjenko de man die het kan waarmaken?

JANSEN: Ik geloof dat hij capabel is. Vraag is of hij het nationale belang voor laat gaan op zijn persoonlijke belangen, zoals dat in het verleden altijd gebeurde. Dat zal hij de komende tijd moeten bewijzen. Met zijn eerste toespraak – in het Oekraïens, Russisch en in het Engels – heeft hij alvast grote indruk gemaakt, zowel bij de eigen bevolking als in het buitenland. Nu hij Oost-Oekraïne wil terugwinnen, zal hij slagvaardig genoeg moeten optreden en tegelijk moeten oppassen dat hij niet te ver gaat. Ik heb er wel vertrouwen in. Wat dat betreft, zie ik de toekomst van Oekraïne minder somber in. Het was goed dat de verkiezingen in één ronde beslecht zijn en dat Porosjenko ook in een groot deel van Oost-Oekraïne een duidelijke meerderheid van de stemmen behaalde. Dat is een gunstig teken. Het lijkt erop dat het eenheidsgevoel van Oekraïne niet verder afbrokkelt, het neemt eerder toe.

Marc Jansen, Grensland. Een geschiedenis van Oekraïne, Van Oorschot, 269 blz., 24,90 euro.

DOOR JOANIE DE RIJKE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content