Op 8 april kiezen de Peruanen een nieuwe president. Het land wil zijn lei schoonvegen.

Vorig jaar zagen de Peruanen op tv hoe Vladimiro Montesinos, adviseur voor veiligheidszaken van toenmalig president Alberto Fujimori, een parlementslid omkocht om naar de partij van de president over te lopen. Sindsdien zijn er nog veel meer wantoestanden aan het licht gekomen. Zo zijn er nog meer videobeelden opgedoken die aantonen hoe een autoritair regime een democratie kan uithollen.

In november vorig jaar maakte president Fujimori van een internationale bijeenkomst in Brunei gebruik om naar zijn land van herkomst, Japan, te vluchten. Daarop bood hij zijn ontslag aan. Zijn situatie was immers onhoudbaar geworden toen Montesinos 22,5 miljard frank (557 miljoen euro) bleek te bezitten op rekeningen in haast alle belastingparadijzen ter wereld. Bovendien was duidelijk geworden dat het regime bij drugshandel en wapensmokkel betrokken was. Even probeerde Fujimori de schone schijn nog op te houden door een aanhoudingsbevel tegen Montesinos uit te vaardigen, en een spectaculaire zoektocht voor te wenden. De ‘opgejaagde’ adviseur maakte van de gelegenheid gebruik om naar Venezuela te vluchten.

Het ontslag van Fujimori werd nooit door het Congres aanvaard. De meerderheid besloot hem immers om morele redenen te ontslaan. Daarop werd parlementsvoorzitter Valentín Paniagua als president ad interim aangesteld. Die liet op zijn beurt voormalig secretaris-generaal van de VN, Javier Perez de Cuellar, een overgangsregering vormen die eerlijke verkiezingen mogelijk moet maken. Verder heeft die regering de mensen van Montesinos uit leger en justitie verwijderd en nam zij de meest dringende economische en sociale maatregelen.

Eens hij in Japan was, bleek Fujimori een dubbele nationaliteit te hebben. Doordat de Japanse overheid hem zo als een onderdaan beschouwt, kan hij niet aan het Peruaanse gerecht worden uitgeleverd. Hij wordt nochtans van uiteenlopende misdaden beticht. Zo wordt hij als president aangeklaagd wegens plichtsverzuim, en persoonlijk verantwoordelijk geacht voor de aankoop van Migs waarbij veertig procent van de aankoopsom naar commissielonen ging. En op grond van het ooggetuigenverslag van een Japanse diplomaat werden de twaalf lijken opgegraven van de gijzelnemers die in 1997 de Japanse ambassade in Lima bezetten. Er wordt nu onderzocht of sommigen geëxecuteerd zijn nádat ze zich hadden overgegeven. Mocht dat blijken te kloppen, dan zal Fujimori daarvoor politiek verantwoordelijk gesteld worden. Dat zou hem in Peru een veroordeling tot levenslange opsluiting kunnen opleveren, en Japan volgens de internationale rechtsregels tot een proces dwingen.

WERKLOOSHEIDSSTEUN

In die door juridische en economische problemen vertroebelde sfeer worden op 8 april verkiezingen gehouden, zowel voor de nieuwe president als voor het parlement. Alejandro Toledo, die bij de vorige frauduleuze verkiezingen het presidentschap werd ontstolen, is opnieuw de voornaamste kanshebber. Zijn programma houdt de klassieke macro-economische recepten in, gecorrigeerd door enkele sociale innovaties voor Peru zoals de invoering van werkloosheidssteun. Er zitten ook nationalistische accenten in het programma zoals de erkenning van het indiaanse Quechua als officiële taal. Toledo’s voornaamste concurrente is Lourdes Flores Nano, die een vergelijkbaar programma promoot. Haar aanhang bestaat vooral uit voormalige christen-democraten. Als zij verkozen wordt, zou ze de eerste vrouwelijke presidente van Peru zijn.

Toledo beweert dat hij hard door zijn rivale wordt aangepakt. Zo werd hij in een tv-interview in pure Jerry-Springerstijl met zijn vermeende dochter geconfronteerd. Hij ontkende meteen dat hij de vader is, maar weigerde nog voor de verkiezingen een DNA-test te laten uitvoeren. Even ontwijkend was zijn houding in verband met een eventueel debat met Lourdes Flores. Haar vader had zich op televisie immers tot onheuse uitspraken over Toledo laten verleiden en die laatste vond dat reden genoeg om het debat te weigeren.

De andere kandidaten zouden uit die controverse munt kunnen slaan. Maar Fernando Olivera van de FIM (Frente Independiente Moralizador), die al jarenlang de corruptie bestrijdt, is niet echt overtuigend. Ook oud-president Alan García is opnieuw opgedoken, maar is waarschijnlijk vrijwel kansloos. Door zijn charisma en de sterkte van zijn partij, de APRA (Alianza Popular Revolucionaria Americana), kan hij de kaarten wel zodanig herschikken dat zijn steun onmisbaar wordt voor de tweede stemronde die wellicht nodig zal zijn om de toekomstige president aan te duiden. Het Peruaanse volk, dat zonder bloedvergieten of wraakacties de zware politieke crisis van vorig jaar wist op te lossen, begint op het moment van de verkiezingen met een schone lei. Hopelijk wordt die historische kans niet door politieke spelletjes onmogelijk gemaakt. Voor zijn herwonnen democratie heeft Peru al voldoende leergeld moeten betalen.

Francis Cromphout

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content