Luc De Bruyckere, de gedelegeerd bestuurder van de vleeswarengroep Ter Beke kon zijn woede nauwelijks bedwingen: “Tal van goede bedrijven werden het slachtoffer van criminele praktijken. De dioxinecrisis kost ons waarschijnlijk 400 miljoen frank, terwijl het probleem volledig vreemd is aan onze groep.” In België komt de verkoop van de voedingsproducten opnieuw op kruissnelheid, de belangrijke Duitse markt is met een kwart teruggevallen en in de Verenigde Staten en Denemarken is Ter Beke niet meer welkom. De groep moet herstructureren en met een kapitaalverhoging zijn verzwakte balans versterken.

De dioxinecrisis maakt inderdaad slachtoffers. Zo rekende eerder al de nieuwe ACV-voorzitter Luc Cortebeeck voor dat de dioxinecrisis aan werkgelegenheid evenveel kost als de dramatische sluiting van de Renault-fabriek. Maar de koele statistieken tonen nu aan dat het leed bijna is geleden, het macro-economisch leed wel te verstaan, de persoonlijke zorgen van landbouwers, ondernemers, winkeliers en werknemers zijn verre van opgelost.

Het Instituut van de Nationale Rekeningen meldt dat de uitvoer van landbouw- en voedingsproducten in juni 23,7 procent lager lag dan in juni van verleden jaar. Van dat exportverlies van vijftien miljard frank komt tien miljard op rekening van de dioxinecrisis. De uitvoer van levende dieren en producten uit het dierenrijk lag ongeveer de helft lager, de voedingsexport kwam er nog het best vanaf met een daling van een kwart. Het INR verwacht dat de negatieve invloed van de dioxinecrisis op de handelsbalans in de tweede jaarhelft geleidelijk wegebt.

In juli veroorzaakte de dioxinecrisis een stijging van het aantal faillissementen. Enigszins onverwacht werden vooral restaurants getroffen, door het wegblijven van hun argwanende klanten. Volgens het adviesbedrijf Graydon België zette die faillissementswip zich in augustus niet door.

Het Nationaal Instituut voor de Statistiek houdt er de moed in. De industrie maakte in juli de helft goed van het productieverlies ten gevolge van de dioxinecrisis. In juli draaide de voedingsindustrie nog slechts vier procent trager dan een jaar eerder. De vleesindustrie boekte zelfs een licht herstel.

Anderzijds doen sommigen met de dioxinecrisis hun voordeel, weet het NIS. De visverwerking profiteert van het grotere vertrouwen van de consumenten in vis dan in vlees. Ten gevolge van de slachtbeperkingen deden de productie en de verkoop van veevoeder het in juli uitstekend. Het Nationaal Instituut voor de Statistiek is niet bevoegd om dat gênant te vinden.

Guido Despiegelaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content