Valt de afscheidingsbeweging van de Lega Nord van Umberto Bossi ernstig te nemen ? Ze maakte in elk geval in Italië een politiek belangrijk thema van de staatshervorming.

DE TWIJFEL OVER onze Belgische nationaliteit, uitgedrukt in de historische woorden ?Sire, il n’y a pas de belges?, heeft een Italiaanse equivalent in de zinsnede van de Oostenrijkse diplomaat Metternich tijdens het congres van Wenen : ?Italië is slechts een geografische uitdrukking.? Toch heeft het land sinds de eenmaking (1861-1870) zijn eenheid zonder al te veel troebelen bewaard. Een korte autonomie-oprisping dook aan het einde van de Tweede Wereldoorlog op in Sicilië, toen het Zuiden net bevrijd was door de Amerikanen en het Noorden de partizanenoorlog aanging. De geallieerden wilden echter niet weten van een Siciliaanse onafhankelijkheid (waarop rechtse krachten aanstuurden), noch van een federale staat binnen Italië (gepromoot door de linkse partijen).

Maar anderhalf jaar vóór de Italiaanse republikeinse grondwet tot stand kwam, hadden de Siciliaanse intellectuelen al een speciaal statuut met verregaande institutionele, wetgevende en economische autonomie voor hun eiland uitgewerkt en uitgevaardigd gekregen. Om toekomstige separatistische tendensen tegen te gaan, erkende de Italiaanse grondwet van 1948 het speciale karakter van Sicilië. Ze gaf ook een gelijkaardig speciaal statuut aan de territoriaal en/of linguïstisch delicate regio’s Sardinië, Aosta (Franse grens), Trentino-Alto Adige (Oostenrijkse grens) en Fruili-Venetië Julia (?Joegoslavische? grens). Aan de overige vijftien regio’s kende de grondwet minder armslag toe, en beperkte de bevoegdheden grotendeels tot persoonsgebonden materies.

Ten gevolge van politieke tegenstellingen (christen-democratische argwaan tegenover de communisten) en van een centralistische staatsopvatting van de overheersende christen-democratische partij, duurde het echter tot 1970 vooraleer de eerste verkiezingen werden gehouden voor de administratieve overheid in die gewone regio’s.

BEDEVAARTSOORD.

Behalve met enkele terroristische aanslagen in Zuid-Tirol in de jaren zeventig maakte de autonomie-idee weinig kabaal in Italië. In die periode doken in het Noorden wel enkele ?verbonden? ( Lega of Liga) op, waaronder in 1979 de Lega Lombarda. Deze beweging van Umberto Bossi was al voorafgegaan door de Liga Veneta die in eigen streek (Noordoost-Italië) enig succes kende bij lokale verkiezingen. Het is vooralsnog moeilijk uit te maken op welke basis die zelfstandigheidsbeweginkjes hun aanhang rekruteerden. Want de legendarische slogan uit die jaren ?Milano da bere? (Milaan om van te genieten) en de snelle overgang van Noordoost-Italië van quasi-onderontwikkeld landbouwgebied naar welvarende industriële regio waren niet meteen redenen tot ongenoegen.

Bossi haakte zich in 1992 echter vast aan de slogan ?Roma ladrona? (Rome dief) om een nationaal fenomeen te worden. Begin van dat jaar was in Milaan immers het corruptieschandaal Tangentopoli aan het rollen gegaan, dat al snel een meer dan lokaal kwaad bleek te zijn. De argwaan bij het kiespubliek in het Noorden tegenover de traditionele partijen zorgde ervoor dat de Lega bij de parlementsverkiezingen van dat jaar meteen 55 Kamerleden en 25 Senatoren naar Rome kon sturen, tegenover elk één tijdens de voorgaande legislatuur. Ook enkele andere plaatselijke autonomie-bewegingen pikten een graantje mee.

Al was de Lega de vierde grootste fractie geworden, toch speelde ze in het parlement niet veel meer dan een contestatierol. Bossi had overigens geen project klaar in verband met wat zijn partij met Italië wilde aanvangen : opsplitsing, federalisme, afscheiding… ?

Ook bij de vervroegde parlementsverkiezingen van 1994 had de inmiddels tot Lega Nord omgedoopte formatie van Bossi nog altijd geen omlijnd plan tot staatshervorming klaar. Dat thema vormde echter niet meteen een prioriteit in de coalitie waarvan de Lega toen deel uitmaakte : ondernemer Silvio Berlusconi, patroon van Forza Italia, had nationale economische belangen en de neofascistische Aleanza Nazionale van Gianfranco Fini was van nature uit georiënteerd op een sterke eenheidsstaat. Tijdens de korte regeringsperiode van Berlusconi diende de minister voor Institutionele Hervormingen, een Legist, wel een wetsontwerp in om te sleutelen aan het bestuur van de regio’s, maar dat vond niet eens genade bij de eigen parlementaire achterban. Na de breuk met zijn regeringspartners installeerde Bossi nabij de Noord-Italiaanse stad Mantua zijn ?Parlement van het Noorden?, samengesteld uit de nationale verkozenen.

De villa waarin de instelling was gehuisvest werd echter meer een bedevaartsoord voor het Lega-voetvolk dan een plaats voor ernstig politieke discussies. Het orgaan leverde niet eens een platform op dat met enig gezag gebruikt kon worden in de regeringscrisis begin dit jaar. Het krakeel draaide toen nochtans hoofdzakelijk om de toekomstige bestuursvorm van Italië, zij het dan om stabiliteit te geven aan de nationale regering.

MILITAIR OPTREDEN.

De jongste verkiezingen bewerkstelligden een omwenteling in de houding van de Lega, of beter van de Senatur Bossi. Door helemaal alleen op te komen, hoopte de partij de onmisbare spil te worden bij de toekomstige regeringsvorming. De overwinning van de centrum-linkse Olijfboom van Romano Prodi maakte coalitie-onderhandelingen echter overbodig.

Niet meer de grootste partij in Noord-Italië maar toch nog sterk in het parlement met 59 Kamerzetels (76 voordien), en in het vooruitzicht van gedeeltelijke gemeenteraadsverkiezingen op 10 juni, koos Bossi op dat moment kordaat in de aanval. Hij zette opnieuw zijn eigen parlement in het zadel en gaf het zoals tijdens de kiescampagne beloofd grondwetgevende bevoegdheid. Want Noord-Italië zou zich opmaken voor afscheiding en voor de stichting van het zelfstandig Padanië, een naam afgeleid van de geografische Val Padana, Po-vlakte. In het nationale parlement wil de fractie niet meer Lega Nord genoemd worden maar ?Lega voor een onafhankelijk Padanië.? En een laatste formele stap was de vorming van een regering. Niet als een schaduwkabinet dat de officiële regering het vuur aan de schenen wil leggen, maar als heus bestuursorgaan dat al een nummer van zijn eigen staatsblad uitgaf en nog ingrijpender activiteiten in het vooruitzicht stelde.

De media, en niet in het minst de nationale en privé televisie-omroepen, slaan sinds de verkiezingen vaak een denigrerend toontje aan wanneer ze het over de Lega hebben of haar topmensen interviewen. Bossi gooide af en toe nog wat olie op het vuur door zijn partijleden (niet verplicht) een uniform grasgroen hemd te laten aantrekken, of wanneer hij met een ?raus !? de cameramannen van de RAI en van Berlusconi’s Fininvest van een meeting wegjaagde.

Sereen zijn evenmin de reacties in politieke middens op de provocaties van Bossi. Daar vinden ze het nogal aanmatigend dat de Lega, die 20 procent van de Noord-Italiaanse kiezers vertegenwoordigt, pretendeert heel die bevolking achter zich te hebben. Een vooraanstaande, maar tactisch zeker misplaatste tussenkomst was die van de PDS‘er Luciano Violante : in zijn eerste officiële toespraak als nieuwe Kamervoorzitter sloot hij eventueel militair optreden tegen de separatisten niet uit. Maar goed dat andere institutionele figuren het hoofd koeler houden. De nieuwe minister van Binnenlandse Zaken Giorgio Napolitano maande de Lega in diplomatische woorden aan te stoppen met haar doordrammerij. Staatshoofd Oscar Luigi Scalfaro verwierp elk separatisme maar drong aan op hervormingen die tegemoet komen aan de roep naar grotere autonomie. Hij deed die oproep op de vijftigste verjaardag van de Italiaanse republiek een nationale feestdag die echter weinig stimuleert tot eenheidsgevoel, want het is niet eens een vrije dag.

BELASTINGONTDUIKING.

Terwijl Bossi zegt dat een zelfstandig Padanië, met een eigen munt, ook economisch beter af is, heeft niet alleen de directeur van de Italiaanse Nationale Bank, Antonio Fazio, daarover zijn twijfels : ook veel kleine industriëlen die afgestemd zijn op de nationale afzetmarkt en in de voorbije twintig jaar het economische mirakel van het virtuele Padanië realiseerden, vrezen een negatieve weerslag. Er circuleren nog meer tegengestelde meningen. Wanneer, bijvoorbeeld, het Nationaal Instituut voor de Statistiek Instat-cijfers publiceert waaruit blijkt dat de belastingontduiking in het Noorden groter is dan elders, repliceert de Lega dat de realiteit wordt vervormd. Alleen omdat Noord-Italië rijker is dan de rest, lijkt de ontduiking in absolute cijfers groter dan wanneer het fenomeen relatief wordt bekeken.

Het is dus geen gemakkelijk huishouden met Umberto Bossi. De Lega-leider is wel wat kalmer geworden na de recente gemeenteraadsverkiezingen : waar Lega-burgemeesterkandidaten opkwamen, werden die in de eerste stemronde al buitenspel gezet.

Het recente voorstel van Bossi om rond de tafel te gaan zitten, is echter niet alleen een uiting van herwonnen gematigdheid. Door te willen aanhoren wat de regering voorstelt, lijkt hij de indruk te wekken niet in zijn eigen kaarten te laten kijken. Maar heeft hij wel kaarten in de hand ? In een recent interview, waarin hem expliciet werd gevraagd naar wat de Lega wil realiseren, antwoordde de Senator kortweg : ?Dat weet u toch wel.? Aandringen hielp niet.

Het is opmerkelijk dat het thema van de staatshervorming in een tijdsspanne van niet eens vijf jaar tot de politieke voorgrond kon doordringen. Ondanks haar wispelturigheid mag de verdienste van dat proces zeker toegeschreven worden aan de Lega van Bossi. In zijn regeringsverklaring verklaarde premier Prodi zich bereid het onderwerp te willen aanpakken. Het is echter geen eenvoudig probleem. Enerzijds dringt een deel van de politieke wereld aan op ruime autonomie. Een ander deel wil de centrale instellingen dan weer versterken : de Pool van de Vrijheid rond Berlusconi ijvert voor een presidentieel systeem, de Olijfboom wil meer macht voor het parlement.

De eerste-minister wil over enkele weken al een voorstel tot hervorming op tafel leggen. Alle belanghebbenden worden uitgenodigd zich erover uit te spreken. Het is echter een positief teken van de kant van de regering dat zij al begon met verkennende gesprekken met de plaatselijke overheden. Prodi is er zich allicht van bewust dat er veel op het spel staat. Niet alleen de geloofwaardigheid van zijn (en de eerste centrum-linkse) regering. Maar ook de toekomstige samenhang van Italië, iets wat bovendien van niet gering belang is om op Europees en internationaal vlak ernstig te worden genomen.

Marcel Meeus

Aanhangers van de Lega Nord en van Umberto Bossi : het Noorden is alleen beter af.

Umberto Bossi : U weet wat ik wil.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content