Het laatste woord

Euthanasie

De rode draad in de drie interviews met huisartsen is de overdaad aan emoties waarmee ze geconfronteerd zijn (‘Het is altijd weer een berg die ik over moet’, Knack nr. 47). Terwijl oncologen nog omringd zijn door verpleegkundigen en psychologen, staan huisartsen bijna altijd alleen aan het bed. Allemaal hebben ze na die emotionele gebeurtenis in een arts-patiëntrelatie tijd nodig om hun gevoelens te verwerken, zowel van tevoren als achteraf.

In Nederland, waar ik zelf vijftien jaar als huisarts heb gewerkt, zijn Balint-intervisiegroepen voor huisartsen bekend en populair. Tijdens de maandelijkse bijeenkomsten van die groepen kunnen huisartsen in een veilige en vertrouwde omgeving hun gevoelens delen met elkaar. In de groep waaraan ik zelf meerdere jaren heb deelgenomen, was euthanasie vaak het gespreksonderwerp, omdat het zo veel emoties bij de arts veroorzaakt.

Zulke groepen bestaan in Vlaanderen nagenoeg niet, en dat is spijtig. Ze zouden een grote steun kunnen betekenen voor huisartsen. Die zijn tenslotte niet alleen bij euthanasie maar ook in allerlei andere situaties (bijvoorbeeld bij agressie, waarover momenteel een campagne van de overheid loopt) vaak eenzaam en alleen.

Leen Wydooghe, huisarts, Kalmthout

Immo Royal

Er zou inderdaad transparantie moeten komen (‘Hoeveel betaalt u voor het koninklijk vastgoed’, Knack nr. 48). De bijdragen van de overheid aan de Koninklijke Schenking zijn nu ongeveer duidelijk, maar wat met de panden die verhuurd en verpacht worden aan privépersonen? Wat is daarvan de actuele waarde? Wat zijn daarvan de inkomsten? Bovendien zou ik graag willen weten wat de kostprijs is van de bestuurders en het loon van de 102 personeelsleden van de Koninklijke Schenking.

En dan blijft natuurlijk nog de vraag of het in deze tijd nog zin heeft om een patrimonium dat handenvol geld kost aan de belastingbetaler, die er geen of amper genot van heeft, in portefeuille te houden.

Willem Charlier

Pleegzorg

Iets meer dan twee jaar geleden hoorde ik via een collega over een jongetje uit de lagere school dat op zoek was naar weekendopvang. De bedoeling was om fijne activiteiten te doen, omdat hij niemand had. Het was een schrijnende situatie. Mijn partner en ik wilden ons direct kandidaat stellen voor pleegzorg, en ik legde de nodige contacten. Via de directrice van het schooltje kwam ik terecht bij de pleegzorgdienst van Vlaams-Brabant. Ik stelde ons voor en deelde onze kandidatuur mee. We beschikten naar onze eigen mening over een sterk profiel. We hebben onder andere allebei stabiel werk in de sociale sector en ervaring met begeleiding. We waren toen twee maanden samen.

We kregen te horen dat we niet in aanmerking kwamen, blijkbaar ook niet voor andere situaties. De pleegzorgdienst had wat moeite met het feit dat mijn partner en ik nog maar twee maanden samen waren. Een zwak argument, dat ons tot op de dag van vandaag erg boos en teleurgesteld maakt.

Ze hebben ons zelfs niet voorgesteld om opnieuw contact op te nemen wanneer onze relatie wat ‘rijper’ zou zijn. Er was ook geen screening, het is gebleven bij twee telefonische contacten. Als iedereen zo behandeld wordt als wij, is de verklaring voor het tekort aan pleeggezinnen dat in Knack nr. 47 wordt aangekaart niet ver te zoeken.

Joris Van Calster en Annelies Michotte

Taal

Zeer terecht stuk van Peter Casteels over tussentaal op het toneel (‘Chokkedeize’, Knack nr. 48). Ik heb de voorbije jaren veel voorstellingen gezien, en heb mezelf telkens dezelfde bedenking gemaakt: het lijkt erop dat acteurs op de toneelschool geen Nederlands meer leren spreken. De enige voorstelling, het afgelopen jaar, waarin een acteur nog eens deftig Nederlands sprak, was Een jihad van liefde – hulde aan Rashif El Kaoui, die de opleiding woordkunst heeft gevolgd.

Zouden we onze acteurs niet allemaal een opleiding woordkunst moeten laten volgen? Taal is samen met het lichaam het werkinstrument van de toneelspeler. Net zoals acteurs hun lichaam verzorgen, zou het van liefde voor hun vak getuigen als ze hun taal zouden verzorgen. Dat lijkt bij Nederlandse gezelschappen vanzelfsprekend, en in het Duitse taalgebied staat het buiten kijf. Daar is de Bühnensprache de norm voor goed Duits, en spelen Duitstalige acteurs zonder problemen zowel in het Burgtheater in Wenen als bij de Schaubühne in Berlijn. In ons taalgebied is dat onmogelijk: Vlaamse acteurs vergooien hun speelkansen in het noorden door zo slecht Nederlands te spreken.

Carl De Strycker

Pensioenen

Mijn zus is 73 en heeft zoals de meeste vrouwen indertijd weinig of niet gewerkt; ze is wel huisvrouw geweest en heeft voor de kinderen gezorgd (‘Zet meer vrouwen aan het werk en 8 andere pensioenlessen uit het buitenland’, Knack nr. 47). Ze is gescheiden, en met de huidige wetgeving krijgt ze een pensioen van 630 euro per maand. Toen ze nog samenwoonde, moest ze het doen met 450 euro per maand. Ze had schulden bij haar familie omdat ze niet rond kon komen, en ze heeft alles netjes terugbetaald. Je kunt je dus indenken wat er nog overblijft van haar pensioentje – en toch blijft men weigeren om het bedrag op te trekken.

Heeft de minister van Pensioenen dan geen oog voor vrouwen die vroeger huismoeder waren en in zulke situaties terechtkomen? Moeten zij de dupe zijn van onze wetgeving? En ze zijn met veel, heel veel in ons land.

Christine De Vlieghere

Correctie

In ‘Nieuwe voetbaltempel in Tubize?’ (Knack nr. 48) staat dat Marc Snoeck burgemeester is van Tubize. Dat moet Halle zijn. Onze excuses.

De redactie

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content