Het laatste woord

Witte geschiedenis (1)

In een opmerkelijk en goed onderbouwd stuk fileert Knack-journalist Walter Pauli de historische opvattingen rond onze witte geschiedenis, met als actueel onderwerp de discussie in Amsterdam over de ‘Gouden Eeuw’ (‘Moeten wij ons schamen om onze ‘witte’ geschiedenis’, Knack nr. 40). Daarbij vroeg hij ook de zeer deskundige commentaren van mijn jonge collega Jan Dumolyn (middeleeuwse geschiedenis, UGent).

Jan Dumolyn betoogt dat we moeten opletten dat de kritieken niet omslaan in een soort antidiscours, of zelfs in een nieuwe uitsluiting: wie vandaag wit is, en bovendien nog eens een man, wordt door deze eigenschappen alleen al als zinnige gesprekspartner verdacht of zelfs ’te vermijden’. Dat kan terecht als een nieuw, in dit geval ‘omgekeerd’ racisme bestempeld worden. Dat is onzinnig en bovendien inderdaad een nieuwe vorm van ‘racisme’ in de letterlijke zin: men gebruikt dan rasbehoren als grond om een argument al dan niet wetenschappelijk valabel te noemen. Dat is net hetzelfde als de foute handelswijze uit het verleden, maar de bordjes werden verhangen.

In mijn eigen werk probeer ik deze eenvoudige, ook door het neoliberale regime van wetenschapsbedrijf ingegeven of versterkte tendens al lang kritisch te overwinnen. Ik denk dat het fundamenteel belangrijk is om te erkennen dat we vanuit de koloniale houding (en de bijbehorende nog steeds geroemde ‘superioriteit van onze waarden en normen’) heel veel leed, vernedering en ook genocidaire gevolgen op het conto van ‘onze’ traditie hebben staan. Dat erkennen, daarvoor beschaamd zijn en vervolgens trachten om dit in de toekomst niet meer te doen is voor mij de enige mogelijke weg. Dus ja, we moeten beseffen wat we aangericht hebben, en dat ook in de opleidingen vermelden. Maar nee, een andere raciale of genderinvulling zal niet volstaan om geen nieuwe exclusie te genereren.

Rik Pinxten, emeritus professor antropologie Universiteit Gent

De volledige tekst van dit opiniestuk kunt u lezen op Knack.be

Witte geschiedenis (2)

Het stoort mij meer en meer dat ik als blanke vijftiger volgens bepaalde opiniemakers of activisten keer op keer het boetekleed moet aantrekken. Ik zou racistisch zijn, discrimineren, volgens sommigen zelfs seksistisch zijn enzovoort. Dat maakt mij dus kwaad. Ik krijg de indruk dat de media een megafoon geven aan al die extreme meningen. Dat verklaart gedeeltelijk waarom de rechtse tot extreemrechtse zijde van het politieke spectrum de wind in de zeilen heeft. Polarisatie is echt geen exclusieve zonde van die kant.

Kurt Mets

Maarten Boudry

In de zaak-Boudry spelen ongetwijfeld persoonlijke en interne kwesties mee, die specifiek zijn voor de UGent (‘Reconstructie van een schijnvertoning’, Knack nr. 40). Toch kan ik me niet van de indruk ontdoen dat Boudry vooral gecontesteerd wordt door aanhangers van het politiek correcte denken. Het gaat hier over de Leerstoel Etienne Vermeersch. Als er iemand is die in Gent op briljante wijze in het spoor treedt van Vermeersch, dan is het wel Boudry. Maar hij wijkt op bepaalde punten af van de linkse ‘canon’ (om een actueel woord te gebruiken), met name door zijn islamkritiek. Zou het niet kunnen dat vooral dat hem kwalijk wordt genomen? Ook Vermeersch werd daarop aangevallen vanuit die hoek.

Marc Van Uytfanghe, Zele

A Dog of Flanders

Ik werk in Bangkok voor een Belgische werkgever op een ‘Suburban Commuter Train’-project dat door Japan gefinancierd wordt. Ik heb meteen mijn Japanse collega’s aangesproken over het boek A Dog of Flanders, en ze kennen het allemaal. Ik dus niet, maar sinds het artikel ‘De hond die nooit sterft’ ( Knack nr. 40) dus wel. Het artikel is zo treffend over onze mentaliteit in Vlaanderen, vroeger en nu. We koesteren en steunen ons talent veel te weinig, en we vernietigen nog altijd ons prachtige erfgoed. In Leuven, waar ik 35 jaar heb gewoond, zag ik de laatste jaren heel wat gemiste kansen. Pal achter het Arenbergkasteel werd de hoge IMEC-toren gebouwd, die het uitzicht op het kasteel verpest. Aan het Abdijpark heeft de stad op de Philipssite heel wat nieuwbouw bijgezet, die het uitzicht ontsiert op de prachtige omgeving. Ik ben niet tegen vooruitgang, maar in beide gevallen was er een alternatief. Naast de IMEC-toren is er een researchpark dat voor de helft leegstaat. Daar zou de toren geen visuele pollutie hebben veroorzaakt. En nabij de kleine ring van Leuven is een grote lege grasvlakte, waar de Philipssite uitgebreid had kunnen worden. Gelukkig is het uitzicht op de Bondgenotenlaan net op tijd beschermd, en wordt de oogzweer aan de Brusselse straat na 40 jaar leegstand eindelijk afgebroken. Nu komt daar Hertoginnendal, een prachtig project maar met een keerzijde: de oude verpleegstersschool aan de Kapucijnenvoer wordt bedreigd. Hopelijk kunnen de Leuvenaars ze nog redden.

Stefaan Van de Kelder

Klimaat

Terecht ergert Francesca Vanthielen zich aan de vaagheid van de Vlaamse milieuplannen (‘Voer een klimaattoets in’, Knack nr. 40). Jan Jambon (N-VA) zet in zijn regeerverklaring de klimaatjongeren weg als ‘doemdenkers die zich beter vanaf de schoolbanken zouden inzetten om samen de strijd tegen de klimaatverandering te winnen dankzij innovatie’. De klimaatjongeren hebben op z’n minst de grote verdienste dat ze de samenleving wakker hebben geschud, en de belangrijkste politieke uitdaging van deze tijd, de klimaatopwarming, op de maatschappelijke agenda hebben geplaatst. Hij zou ze moeten bedanken in plaats van ze te berispen.

Willy Deleersnijder, Vaalbeek

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content