Budget (1)

In ‘Wie gaat dat betalen?’ (Knack nr. 49) stelt Guido Despiegelaere: ‘in tegenstelling tot eerdere verklaringen staat de opbrengst van de UMTS-licenties (…) nu wel in de jongste versie van de lopende begroting. Dat biedt een bijkomende marge van 18 miljard. Hoe Johan Vande Lanotte dan zijn Zilverfonds financiert, is verre van duidelijk.’

Er is niets onduidelijk aan de storting van de opbrengst van de UMTS-licenties (17,7 miljard frank) en de gerealiseerde meerwaarde op goud (7,1 miljard frank) in het Zilverfonds. De nodige KB’s die de storting mogelijk moesten maken van de UMTS-opbrengsten zijn goedgekeurd door de ministerraad op 14 september 2001. Deze KB’s werden door de koning ondertekend op 3 november 2001 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 15 november 2001. De toewijzing van de door de Nationale Bank van België gerealiseerde meerwaarde op goud aan het Zilverfonds wordt geregeld in de wet op de definitieve omschakeling op de euro. Die werd op 28 november 2001 in de Kamer gestemd. Kortom, alle noodzakelijke wettelijke initiatieven zijn getroffen voor de fysieke storting. Meer zelfs, die storting gebeurt eerstdaags op het rekeningnummer 100-0086150-48 die het Zilverfonds opende bij de Nationale Bank. Wat is hier ‘verre van duidelijk’?

Ten tweede veranderen ontvangsten die toegewezen worden aan het Zilverfonds, niets aan de globale begrotingssituatie: een storting aan het Zilverfonds vormt immers een reservering, geld dat men dus opzij legt en niet uitgeeft waardoor vanzelfsprekend het begrotingsresultaat verbetert. Bovendien dragen deze gereserveerde middelen in het Zilverfonds bij tot een versnelde schuldafbouw. Wanneer op kruissnelheid bijvoorbeeld een begrotingssurplus van 1 procent van het BBP of ongeveer 100 miljard frank aan het Zilverfonds wordt gestort, dan blijven de overheidsrekeningen volgens het ESR 95 (Europese boekhoudkundige normen) een begrotingsoverschot van 1 procent optekenen. Nogmaals, dit is logisch aangezien ze niet zijn uitgegeven maar opzijgelegd en dus integraal deel uitmaken van het globale begrotingsresultaat. Ook dat is dus bijzonder duidelijk.

A. Geudens, Kasterlee.

Budget (2)

Dat de verlaagde registratierechten al in een wet geformuleerd zijn, is absoluut onjuist. Er is een ‘consensus’ in het Vlaams parlement om ze tot tien procent te reduceren, ‘wanneer het Vlaams parlement hiervoor bevoegd zal zijn’. Volgens de Lambertmontakkoorden is dat op 1 januari 2002. Pas dan kan een wet ingediend, besproken en aangenomen worden.

Een ander belangrijk facet wordt in het artikel niet besproken: de virtuele afschaffing van het ‘klein beschrijf’ van zes procent. Wat is er gebeurd? Sinds 15 mei (jawel) kan nog enkel van het klein beschrijf genoten worden nadat de controleur van het kadaster ter plaatse komt kijken of het kadastraal inkomen van de woning geen opwaartse herwaardering vereist. Het resultaat van deze inquisitie laat zich veronderstellen.

Conclusie: vanaf 15 mei dit jaar werd de zes procent in feite opgetrokken tot 12,5 procent, terwijl de belofte gedaan werd om het tarief van 12,5 procent te verlagen naar 10 procent vanaf januari 2002.

In een sector die 300.000 transacties per jaar verricht, zullen deze verkapte nieuwe belastingen veel opbrengen.

A. Geudens, Kasterlee.

Klonen

Professor Schotsmans schrijft terecht: ‘Het Raadgevend Comité Bio-Ethiek heeft unaniem gesteld dat dit op dit ogenblik te ver gaat’ (‘Pro & Contra’, Knack nr. 49). Door de context van zijn betoog kan dit verkeerd begrepen worden. Het Raadgevend Comité vond unaniem dat, vanwege de huidige medische risico’s, reproductief klonen ‘op dit ogenblik’ niet toelaatbaar is. Over de vraag of in de toekomst klonen aanvaardbaar zal zijn, waren de meningen sterk verdeeld.

A. Geudens, Kasterlee.

Zie ook Forum op www.knack.be

Ziekenhuizen

‘De fut is uit de fusie’ (Knack nr. 49) bevat enkele onwaarheden. Het klopt niet dat de christelijke zuil het OCMW-ziekenhuis opslokt, aangezien het gaat om een fusie onder Hoofdstuk XII bis, waarbij de wet de spelregels vastlegt wat betreft de samenstelling van de bestuursorganen. Ten tweede is het zo dat vier van de Helmontleden van de algemene vergadering en van de raad van bestuur niet door de coalitie van Dehaene worden aangewezen maar door de OCMW-raad. Ook de oppositie is dus vertegenwoordigd.

Verder is het zo dat de bestaande samenwerking met de VUB wordt voortgezet.

De VUB wil echter de enige universitaire partner zijn en die exclusiviteit willen de artsen niet en de patiënten evenmin.

A. Geudens, Kasterlee.

Migrantenstemrecht

Gemeentestemrecht voor migranten gaat niet over het ‘helpen’ van migranten, en dat soort softe groene argumenten (‘De burger kan het niet alleen’, Knack nr. 48). Het gaat over het feit dat de gemeentebesturen de buurten met veel migranten net zo goed als buurten moeten zien om stemmen te oogsten, en bijgevolg ook om aandacht aan te besteden. Meer en meer Belgen in migrantenwijken zijn (of voelen zich) door de gemeente in de steek gelaten. Zij willen niet wachten tot elke migrant zijn nationaliteit eindelijk eens heeft aangepast. Deze Belgen willen nú gehoord worden en vanaf nú terug invloed uitoefenen op het gemeentelijk beleid.

Wil Karel De Gucht dus een einde maken aan de klucht rond het migrantenstemrecht? De burger is deze discussie meer dan beu en wil snel een eerlijke gemeentelijke representatie. Dat is in het belang van de Belgen, de migranten én de democratie.

A. Geudens, Kasterlee.

Karel De Gucht

VLD-voorzitter Karel De Gucht wil dat het budget voor de ziekteverzekering klopt in 2002. Ondanks een verhoging met 40 miljard in 2001 stelt hij opnieuw een belangrijke budgetoverschrijding vast. Hij is van oordeel dat dit budgettair onhoudbaar is, maar legt gemakkelijkheidshalve de schuld bij de artsen. Het antwoord is veel complexer. Van die extra 40 miljard kwam slechts iets meer dan één miljard bij de artsenhonoraria terecht. Zoals minister Vandenbroucke zelf toelichtte in een antwoord op een parlementaire vraag, is de slokop bij uitstek de loonkosten, via dure cao’s, die nodig waren om de verzorgingssector te herwaarderen en verpleegkundigen te blijven vinden. De grotere toegankelijkheid voor langdurig werklozen en andere sociaal zwakkere categorieën, samen met hogere tegemoetkomingen voor chronisch zieken is een tweede verdedigbare verklaring. Ook de kosten van de veroudering zijn veel hoger dan de regering wil toegeven.

De artsen willen op een medisch verantwoorde manier mee werken aan uitgavenbeheersing, maar niet om hun patiënten nodige zorg te ontzeggen. Zodat we terechtkomen in het euthanasiedebat, waar ik de vrees van Fernand Keuleneer deel: het huidige wetsontwerp over euthanasie zal zeker aanleiding geven tot economisch geïnspireerde beslissingen (‘Sterven bij het leven’, Knack nr. 48). In tegenstelling tot wat de ondertitel stelt, is het voor vele artsen duidelijk dat er geen euthanasiewet moet komen. Voor artsen is het euthanasiedebat geen vrijblijvend parlementair gekrakeel, noch een poging om zich in een wet te vereeuwigen. Zij worden geacht er de uitvoerders van te zullen zijn.

Dat een partijvoorzitter met verve een budgetvoorstel voor de gezondheidszorg verdedigde van slechts 563 miljard, door alle betrokkenen als onverantwoord laag bestempeld, verscherpt alleen maar de probleemstelling.

A. Geudens, Kasterlee.

Euthanasie (1)

‘Sterven bij het leven’ (Knack nr. 48) wijst terecht op de vele lacunes in het in de Senaat goedgekeurde wetsvoorstel over euthanasie. Dat heeft de CD&V-fractie bij de parlementaire behandeling ook uiteengezet, maar met geen enkele van deze amendementen, noch met onze interpellaties werd rekening gehouden.

Het is anderzijds positief dat sommige voorstanders van het euthanasievoorstel al snel tot inzicht komen dat de wet eerder een gevaar betekent dan een mogelijkheid om een waardig levenseinde te verzekeren.

Zoals ook de medische wereld bevestigt, biedt palliatieve zorg het beste antwoord in deze situaties, en kan het geenszins als alternatief voor euthanasie worden aangeboden. Mensen in de zwakste fase van hun leven kunnen niet verplicht worden om te kiezen tussen pijn of dood. Euthanasie die dood op verzoek banaliseert, kan niet. Wel moet een wettelijke regeling omtrent euthanasie worden uitgewerkt, die voldoende waarborgen inhoudt en niet wordt misbruikt voor ideologisch vlagvertoon of louter politieke positionering.

A. Geudens, Kasterlee.

Euthanasie (2)

Ik heb begrip voor de angst van Fernand Keuleneer: euthanasie kan een middel zijn om de hoge ziektekosten in te perken. Toch zullen we ook dit debat niet lang meer kunnen uitstellen.

Ik wens niet jarenlang als demente hoogbejaarde een last voor de maatschappij te zijn. Ik wens daar nu een wilsbeschikking over te maken. Ik vind het dus hoogst nodig dat ook de wilsbeschikking in de wet opgenomen wordt. Demente oude mensen euthanaseren zónder voorafgaande gedetailleerde wilsbeschikking zet de deur wijdopen voor misbruiken.

Door die wilsbeschikking nu te reglementeren ontmijnt men een mogelijk scherp en bitter toekomstig probleem.

A. Geudens, Kasterlee.

Zie ook Forum op www.knack.be

De Post

Volgens Daniële Van der Espt kosten 400 kleine postkantoortjes _ vaak zonder telefoon _ De Post jaarlijks 13 miljard frank (‘Pro & Contra’, Knack nr. 47). Dat betekent 32,5 miljoen per jaar per kantoor! Wat kosten die 905 moderne postkantoren dan?

Heel wat gemeentes zullen graag een optrekje verhuren _ met telefoon _ als De Post pakweg 20 miljoen per jaar betaalt. Dat zou ook al een mooie besparing zijn.

A. Geudens, Kasterlee.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content