Huisartsen

Ik stel vast dat de groep rond professor De Maeseneer het debat over de huisartsen nog maar eens monopoliseert (Knack nr. 32, ‘Dokter, het regent!’). Het dossier is uiteraard veel complexer dan één enkele opinie.

Het is niet enkel de toevoer van jonge huisartsen die stokt. Veel huisartsen geven hun praktijk na een paar jaar op omdat het overaanbod van huisartsen grote happen uit hun inkomen heeft genomen. Het Vlaams Artsen Syndicaat heeft ruim twintig jaar geleden dit probleem berekend en voorspeld. Had men toen maar geluisterd. Nu zal het moeilijk zijn om het probleem op te lossen. Men zal het zeker niet oplossen door het aantal werkuren te verminderen als het aantal werkkrachten vermindert.

De voorgestelde oplossing, inschrijving, kan enkel leiden tot een abonnementsgeneeskunde, die wellicht het lot van de artsen kan verbeteren – als de regering tenminste ophoudt met unilateraal te besparen op volksgezondheid. Maar de patiënten raad ik aan eens te gaan kijken in Nederland en het Verenigd Koninkrijk, waar maandenlange wachtlijsten bestaan in de ziekenhuizen, en waar de Nationale Gezondheids Dienst ‘doe-het-zelf-brochures’ verspreidt bij het publiek. Kortom, het abonnementssysteem dat gedurende jaren het paradepaard was op Europese congressen, wordt nu door de Engelse en Nederlandse huisartsen zelf in twijfel getrokken.

Frankrijk en België staan aan de top van de hitlijst van de medische kwaliteitsverzorging. Wij zijn ook de landen waar de patiënten naartoe komen, die in hun abonnementsparadijs geen zorg kunnen krijgen.

Universiteit en huisartsgeneeskunde zijn bijna onverenigbaar. De universiteit moet zich met wetenschap en opleiding bezighouden, niet met de politieke structuur van de geneeskunde. Nog meer dan in de wetenschap geldt hier ‘wiens brood men eet, diens woord men spreekt’. Het is niet de eerste keer dat de universiteiten de spreekbuis zijn van ministeriële dagdromen. Het zijn niet zozeer de artsen die het slachtoffer zullen worden van die dromen, maar de patiënten. Voor hen wordt het een ware ramp. De ‘evidence based medicine’ is een ‘wetenschappelijke’ methode om de klachten en de behoeften van de zieken te negeren of minstens te wantrouwen. Het is een moderne vorm van paternalisme. Stof om over na te denken.

Klinische biologie

Minister Frank Vandenbroucke is medeverantwoordelijk voor het onverantwoord toepassen van dure onderzoeksmethoden (Knack nr. 33, ‘De week in België’). Twee maanden geleden werden de forfaitaire honoraria per verpleegdag voor de klinische biologie voor alle Belgische ziekenhuizen vastgesteld en gepubliceerd. De spanwijdte tussen het hoogste en het laagste bedrag voor de Algemene Ziekenhuizen is indrukwekkend: een factor 7.

Het bedrag van deze honoraria is rechtstreeks evenredig met de in het ziekenhuis uitgevoerde diagnostische en therapeutische ingrepen. Het aantal van deze prestaties zou dan een maat moeten zijn voor de in dit ziekenhuis aanwezige ‘medische activiteit’. De door minister Vandenbroucke bedoelde dure onderzoeksmethodes dienen dus als maatstaf voor het budget van het klinisch laboratorium.

Wanneer het op deze manier toegekende budget de werkingskosten en de honoraria van de klinisch biologen overtreft, beschikken deze ziekenhuizen over de mogelijkheid om ter bevordering van de medische activiteit dit verschil aan te wenden om … het pakket dure onderzoeksmethodes verder uit te breiden. Het is geen fabeltje dat soms druk wordt uitgeoefend op de artsen om deze dure investeringen rendabel te maken. Op deze manier wordt een echte carrousel op gang gebracht die tot deze factor 7 heeft geleid. Deze factor kan uiteindelijk leiden tot een ondermaatse diagnostiek (de radiologie zit in hetzelfde schuitje) in de ‘goedkope’ ziekenhuizen. Waarop deze ziekenhuizen dan het best in het belang van de patiënt gesloten kunnen worden.

Had de minister dan geen andere criteria of informatiebronnen? Wel, al jaren dienen de ziekenhuizen hun medische activiteit te bewijzen door voor iedere patiënt de Minimaal Klinische Gegevens (MKG) te inventariseren. Deze geven veel duidelijker de pathologie-index van het ziekenhuis dan het aantal dure onderzoeksmethodes. Deze MKG-gegevens worden door het ministerie van Gezondheid gebruikt om de performantie van ieder ziekenhuis te meten en de duur van de ziekenhuisopname te verantwoorden. Het correct toepassen van de richtlijnen in deze materie is al voor ieder ziekenhuis gecontroleerd. Is het voor minister Vandenbroucke zo moeilijk om deze gegevens eens op te vragen?

Bij Riziv-rondzendbrief van 10 augustus 2001 meent de minister rustig met deze carrousel te kunnen voortgaan. Nu wordt voor drie maanden, zonder onderscheid, dit forfait met 30 procent verminderd. Meerdere ziekenhuizen zullen nu voor een gemiddelde vijfdaagse opname minder kosten aan het Riziv voor klinische biologie dan één bloedafname bij de huisarts. De maatregelen die de minister voorziet voor de ambulante sector zijn nu van deze aard dat een, zelfs beperkt, bloedonderzoek door de huisarts slechts door enkele zeer grote laboratoria voor iets boven de kostprijs kan worden uitgevoerd. Het creëren van een monopoliepositie hierin zal noch de gewenste kwaliteit van de eerste lijn, noch het uiteindelijke kostenplaatje ten goede komen.

Brigitte Grouwels (1)

Dat het ‘cordon sanitaire’ als een vorm van beleefdheidsetiquette wordt voorgesteld zou met enige moeite nog in overweging kunnen worden genomen, maar dan nog kan men niet begrijpen dat de tekst van Brigitte Grouwels hiermede in strijd zou kunnen zijn (Knack nr. 33, ‘Netjes in de omgang’). Een verstandig mens kan zich ergeren aan de inhoud van een bepaalde mening, en er dan op antwoorden, maar niet aan die mening wegens het blad waarin die wordt neergeschreven. Dat lijkt al erg op virtuele boekverbranding. En ‘Secessie’ als een extreem-rechts blad doodverven is een tweede stap te ver. Daar we weten dat Marc Reynebeau niet zo dwaas is kunnen we alleen vermoeden dat zijn belgicistische gevoelens geraakt worden én door het artikel van Brigitte Grouwels, én door het blad ‘Secessie’. En wat kan je dan beter doen dan op dit alles een extreem-rechts etiket plakken, dan is alle discussie toch gesloten? Bedenk daarbij dat de grootvader van Brigitte Grouwels vermoord werd door extreem-rechts oorlogsgeweld.

Brigitte Grouwels (2)

In ‘Secessie’ schreef Brigitte Grouwels een waardevolle bijdrage: ‘Lambermont, een schaamteloze Vlaase capitulatie’. Marc Reynebeau vond Brigitte Grouwels helemaal niet ‘netjes in de omgang’. Reynebeau mag vanzelfsprekend van mening verschillen met Grouwels. Alleen blijkt niet zo duidelijk of hij dat artikel in ‘Secessie’ ook heeft gelezen. Over de inhoud wordt door hem namelijk niets gezegd. Reynebeau ergert er zich alleen aan dat Grouwels in ‘Secessie’ schrijft en dat schijnt een zware zonde te zijn, afgaande op de woorden die de redacteur daarvoor nodig heeft: wat zijn de do’s en don’ts, zich encailleren met extreem-rechts, letten op de company one keeps. Grouwels krijgt meer voor de broek vanwege de publicatie die zij kiest om haar standpunt bekend te maken, dan wegens haar standpunt zelf. Inderdaad, daar gaan we weer: waar en wie iets zegt, is belangrijker dan wat men zegt.

De groene leugen

De omslagtitel ‘De groene leugen’ (Knack nr. 31) is wel een erg sterk staaltje van tendentieuze berichtgeving: een interview met een dissidente stem is altijd interessant, maar dit soort baarlijke nonsens als onmiskenbare waarheid presenteren getuigt van een gebrek aan kritische ingesteldheid. Bovendien wordt op de (nochtans overduidelijke) zwakke punten van Lomborgs theorie nauwelijks ingegaan. Vooreerst heeft hij als wiskundige en statisticus enkel oog voor kwantitatieve variabelen, terwijl ecologie in belangrijke mate een zaak is van kwalitatieve, niet-kwantificeerbare elementen, die bij hem dus niet meetellen. Daarnaast is ook de premisse waarvan hij vertrekt op zijn zachtst gezegd discutabel: als men de (westerse) mens als referentiepunt neemt gaat de wereld er misschien op vooruit, maar ten koste waarvan? De mens weet de wereld steeds beter naar zijn hand te zetten, maar de vraag of de mens de aarde wel als zijn bezit mag beschouwen, wordt uit de weg gegaan. Ook schijnt hij, waar hij vraagt ‘willen we mensenlevens redden of de Bengaalse tijger?’, niet in te (willen) zien dat milieuverontreiniging en ellende in de derde wereld voor een groot deel net exponenten zijn van één en hetzelfde mechanisme en dus onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, zodat de keuze die hij voorstelt ronduit vals is. En tenslotte is zijn stelling dat de groene beweging een verborgen agenda heeft, en het ijveren voor een beter milieu slechts als instrument ziet in een streven naar minder economische groei (in plaats van omgekeerd) zowat het onzinnigste dat ik een gestudeerd mens ooit heb horen uitkramen: wie zou dan wel baat hebben bij dit ‘eigenlijke, verborgen streefdoel’?

Sta me toe van de gelegenheid gebruik te maken om te zeggen dat ik toch wat schrok toen ik Kristien Hemmerechts (‘La Hemmerechts’ dus, als betrof het een heuse diva; ik mag hopen dat dit lidwoord ironisch bedoeld was?) op de voorpagina van Knack (nr. 33) zag. Aan één Weekend Knack hebben we wel genoeg, zou ik zeggen…

Kristien Hemmerechts (1)

Welke rechtschapen, intelligente en gecultiveerde mensen zouden de boeken van Kristien Hemmerechts (Knack nr. 33, ‘Ik was mijn tijd tien jaar vooruit’) lezen? Als men Kristien Hemmerechts ziet krijgt men pijn aan de ogen en als men haar woordenschat hoort pijn aan de oren!

Kristien Hemmerechts (2)

Bescheidenheid is niet aan Kristien Hemmerechts besteed. Met voorbeelden à la Hemmerechts loopt de vrouwenbeweging inderdaad uit de hand. Verstierd uitdagen en choqueren om toch maar op te vallen is bon ton. Als dochter van ‘goeden huize’ is zij in welvaart geboren en in weelde getogen. Terwijl zij de revolutie preekt, bezat zij zich aan de zoete smaak van het feminisme. Het is maar wat het is: dus draagt zij haar trouwring aan haar middenteen.

Vlaams Blok (1)

Het artikel van Marc Spruyt over het Vlaams Blok (Knack nr. 32, ‘Het Blok is geen democratie’) is lasterlijk en beledigend. Het staat vol leugens en halve waarheden. Ik wil grif toegeven dat Frank Vanhecke door Karel Dillen werd voorgedragen, maar dat gebeurde met algemene declamatie. Voorts vergeet Spruyt te vertellen hoe het bij andere partijen toegaat. Als ik van oordeel ben dat er iets hapert, dan schrijf ik zelf mijn bezwaren naar Frank Vanhecke, Filip Dewinter, Francis Van den Eynde en vele anderen. Ik krijg altijd een vriendelijk en bevredigend antwoord. Het is evident dat het partijbestuur toekijkt op de publicaties. Nu de vrije meningsuiting in België de nek is omgedraaid en de groot-inquisiteurs en alle hellehonden zijn losgelaten, moet het Vlaams Blok zijn vijanden geen stok in handen geven om het neer te slaan.

Vlaams Blok (2)

Marc Spruyt maakt zich nodeloos zorgen over het Vlaams Blok. Frank Vanhecke werd bevestigd als voorzitter door 160.000 voorkeurstemmen. Vele partijvoorzitters kunnen er maar van dromen.

Wanneer verschijnt in Knack een zinvolle commentaar op de zeer merkwaardige uitspraak van de rechter in het proces tegen het Vlaams Blok? Hij zei onder meer dat de opties inzake vreemdelingenbeleid een andere maatschappij zullen stichten waar met moeite een sociale consensus zal te vinden zijn. En verder dat mensen vrezen dat de droom of de utopie van de multiculturele samenleving ontaardt in een nachtmerrie.

Salinger

Marnix Verplancke vindt J.D. Salingers ‘The Catcher in the Rye’ best een meesterwerk (Knack nr. 33, ‘Zolang de mensen hem niet kennen’). Vele anderen vinden dit eveneens. Op middelbare scholen wordt het dikwijls als verplichte lectuur gegeven. Zelf heb ik mij met heel wat verveling door dit zogeheten cultboekje moeten werken. Ik verdraag wel enig gekanker maar het mag geen tweehonderd bladzijden blijven duren. Voor de hoofdfiguur Holden Caulfield zijn alle volwassenen immers vals en schijnheilig.

Een meer nuchtere en meer correcte bespreking van dit ten hemel geprezen werkje verscheen onlangs in ‘The Washington Post’ van de intelligente en rebelse criticus George F. Will.

Schaken

Wat heeft de chef dammen voor op de chef schaken? Dammen krijgt elke week twee diagrammen, schaken nooit één. Deze onrechtvaardigheid sleept al jaren aan.

Toon Malfliet, medestichter van de Europese Huisartsen Unie, Dworp.,Dr. D.V en Dr. apr. J.D, klinisch biologen.,H. Thibaut, Brasschaat.,Herman Suykerbuyk, Essen.,Frederik Van Wonterghem, Leuven.,J. Jacob, Gent.,Raf Van Cauwenberghe, Deurle.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content