Europa

Het huidige debat over het statuut van de leden van het Europees parlement (‘Grof geld’, Knack nr. 46) vindt zijn oorsprong in het feit dat de lidstaten niet in staat waren een uniform statuut voor de europarlementariërs vast te stellen. Vandaag ontvangen de 626 afgevaardigden (waaronder 25 Belgische afgevaardigden) dezelfde vergoeding als hun collega’s van nationale parlementen. De verschillen lopen van 1 tot 3,5. Een Spaanse afgevaardigde ontvangt 2879 euro, een Italiaanse 9975 en een Belgische 5718 euro. De destijds verantwoordelijke personen in de Europese Gemeenschap hebben weliswaar een slecht systeem opgezet voor de kostenvergoedingen zodat voor de leden met de laagste vergoeding het verschil gedeeltelijk kon worden opgevangen. EP-voorzitster Nicole Fontaine benadrukt dat zij vanaf het begin van haar mandaat dit dossier wilde afronden. Krachtens het Verdrag wordt het statuut vastgesteld door het EP na unanieme instemming van de Raad. Daarom moet een consensus gevonden worden tussen beide instellingen.

Als de aan de gang zijnde onderhandelingen positief uitvallen, kan het principe – gelijk salaris bij gelijk werk – worden toegepast. In februari 2000 kreeg een ‘Groep van Prominenten’ een mandaat om een studie te maken over de aard van de parlementaire werkzaamheden en oplossingen voor te stellen. In dit verslag worden een aantal criteria vastgesteld waarmee Nicole Fontaine instemt. Er moet een systeem worden opgesteld op basis van het beginsel dat alle EP-leden gelijk zijn en op basis van een transparante en samenhangende financiële methode die uitgaat van de werkelijke kosten en uitgaven. Het verslag legt de nadruk op het feit dat de europarlementariër zowel in Brussel, Straatsburg als in zijn eigen kiesdistrict activiteiten heeft.

Nicole Fontaine nam het initiatief een tekst voor te stellen over de gevoelige punten die na maanden discussie nog niet zijn opgelost.

De voorgestelde parlementaire vergoeding bedraagt bruto 8240 euro per maand. Dat is een basisbedrag dat overeenkomt met de hoge marge genoemd in het verslag van de Prominenten en dat rekening houdt met de uitbreiding die het EP zal veranderen in een parlement van continentale omvang. De leden moeten in volledige onafhankelijkheid hun werk kunnen doen. Om de gelijkheid tussen de leden te garanderen, is het logisch dat, als de Europese vergoeding wordt betaald uit de communautaire begroting, ook de belasting communautair is. Deze belasting wordt alleen geheven op de parlementaire vergoeding. Alle andere belastingen (directe, indirecte, nationale, regionale, lokale) blijven vallen onder de bevoegdheid van de lidstaten.

Voor de onkostenvergoeding geldt het beginsel van de bij de uitoefening van het mandaat werkelijk gemaakte kosten, het EP stelt de bepalingen ervan vast. Als het EP en de Raad het eens worden over een uniform statuut, moet ook volledige transparantie worden betracht bij de vergoeding van de reiskosten. Dat wil zeggen dat elke afgevaardigde die per vliegtuig of per trein reist, enkel de werkelijk gemaakte kosten terugkrijgt.

Het is nu aan de Raad om zich uit te spreken over deze voorstellen. EP-voorzitster Fontaine verwacht van de Raad openheid en van de ministers dat ze inzien dat er dringend een akkoord moet worden bereikt opdat de leden een identiek salaris zouden ontvangen. Met andere woorden: een akkoord over het bedrag van de parlementaire vergoeding en over de communautaire belasting die daarop moet worden betaald.

Antwerpen

Zonder mij te willen wagen aan een oefening in historische kritiek over uw beschrijving van de ‘Antwerpse formatie’, wens ik me toch duidelijk te distantiëren van de evaluatie van sommigen van mijn partijgenoten die Joz Wijninckx beschreven als ‘een onbetrouwbare arrangeur’ of ‘een politiek onbenul’. Ik betreur dat sommigen de inzet van een eerbaar mens en militant misbruiken om oude rekeningen te vereffenen.

Ik stel alleen vast dat Joz Wijninckx zijn nek heeft durven uitsteken en dat het resultaat van de oefening van de twee informateurs de Antwerpse politieke toestand gedeblokkeerd heeft. Alleen ernstige geschiedschrijving zal hierover ooit echt klaarheid brengen.

Onderwijs (1)

De objectieve en gemotiveerde informatie in ‘Lerarenverdriet’ (Knack nr. 47) ontkracht heel wat vooroordelen of reduceert ze tot hun juiste proporties. Een brede dialoog over het onderwijs in Vlaanderen is inderdaad nodig en zal over meer dan alleen geld moeten gaan. De VLD heeft echter deze boodschap niet begrepen en moest zich schamen over de uitlatingen van haar voorzitter en minister-president.

Onderwijs (2)

Het stijgende aantal ‘burn-outs’ bij de leerkrachten gaat gepaard met een recht evenredig stijgende demotivatie bij de leerlingen. Om toch een aangename atmosfeer te creëren, steken gemotiveerde leerkrachten (onbezoldigd) heel wat tijd en energie in de voorbereiding van klasactiviteiten, schoolreizen, muziekavonden, internationale projecten en zo voorts enzovoorts.

Maar wanneer het aantal extra’s stelselmatig wordt opgedreven (extra studietoezicht, extra administratie vanwege grotere klassen, extra bijlessen wegens geen budgettaire ruimte voor taakleerkrachten), dan hebben we gewoon niet zoveel energie meer over om nog vol enthousiasme aan zo’n randdecor te timmeren.

Deze overheid dreigt niet alleen vele leerkrachten te doen opbranden, maar eveneens de jeugd en dus de toekomst van deze samenleving.

Onderwijs (3)

De toestand van leerkrachten in het basisonderwijs is nog schrijnender dan die in het secundair onderwijs.

Alle extra’s die het artikel opsomt, zijn in het basisonderwijs eerder regel dan uitzondering. Taakontlasting van de directie is bij ons onbestaande. Een daadwerkelijke administratieve hulp een lachertje: dat doen de klastitularissen wel. Studiebegeleiders zijn onbekend, de leerlingen van zieke collega’s worden altijd opgevangen door de leerkrachten zelf.

Nooit en nergens zijn de veranderingen met nieuwe leerplannen voor alle vakken, zo ingrijpend geweest als in het lager onderwijs. Ondertussen moeten we ons maar ontplooien tot specialist in alle vakdomeinen, en tot pc-en webdeskundige. Dus een vloedgolf van bijscholingen ná de schooluren.

We mogen ons ook gratis uitleven in de naschoolse opvang omdat ook hiervoor de vrije basisschool vaak onvoldoende middelen heeft.

Het verwondert me ook niet dat minister Vanderpoorten 700 spookambten wil creëren en dat terwijl de meeste scholen al geen leerkrachten meer kunnen vinden, als ook Knack onderwijzers niet vermeldenswaard vindt.

Onderwijs (4)

Door geen letter te schrijven over de situatie van de onderwijzers en kleuterleid(st)ers bevestigt Knack perfect ons terecht gevoel van ondergewaardeerd te zijn.

Onderwijs (5)

Wanneer doen de vakbonden iets aan het verschil tussen contractuelen en statutair personeel? Ik ben statutair en kan dus nooit naar een hogere weddeschaal. Wanneer tellen de jaren in de privé-sector mee bij de anciënniteitsberekening als men in een openbare dienst gaat werken? Onze ervaring is goed genoeg, onze dienstjaren tellen niet.

Bodifée

Met enkele weken vertraging lees ik Knack. De column van Gerard Bodifée – ‘Hou de hoop levend’ (Knack nr. 41) – was schitterend.

Boodschap voor ons allen is ‘laat je niet leven, maar leef zelf’. Laat je (in het rijke noorden) niks dicteren door een kliek van navelstaarders die de (mode/kunst/sociale) trends stellen, maar kies zelf je eigen weg.

Wel een grappige wereld waarin de reclame zegt dat je zeer individueel bent als je je ‘zo en zo’ kleedt en gedraagt, terwijl iedereen er de volgende week ‘zo en zo’ uitziet (per leeftijdsgroep).

Volksunie

De leden van de Volksunie hebben aangetoond dat het respect en het recht op de basisbegrippen van deze partij gezegevierd hebben.

Ik blijf me echter afvragen waarom er zo lang geruzied moest worden. De Volksunie zal nooit haar basisgedachtegoed – het Vlaams-nationalisme en haar maatschappelijke pijler – verloochenen. Diegenen die zich hiermee niet kunnen verzoenen, kunnen inderdaad beter hun conclusies trekken.

Mortier (1)

Het zit Mortier blijkbaar hoog dat de Vlaamse Opera het zo goed doet, want hij grijpt elke gelegenheid aan om kritiek te leveren. Als de opera-opvatting van Marc Clémeur uit de negentiende eeuw stamt dan zijn er velen die dat appreciëren (‘Een trekschuit van Fellini’, Knack nr. 47).

Wij hebben in Gent een prachtig operagebouw waarvan een deel niet is gerestaureerd. Laat ons dat eerst herwaarderen, voor we miljarden van de Gentse belastingbetaler spenderen aan een fin de carière-cadeau voor Mortier.

Mortier (2)

Ik weet niet of de opera-opvatting van Marc Clémeur uit de negentiende eeuw stamt. Ik weet wel dat hij de beste opera in België maakt en voor producties van hoog niveau zorgt. Opera is trouwens een typische kuntsvorm uit die negentiende eeuw, alleen is hij nooit zo goed uitgevoerd als nu, onder meer door Clémeur.

Wat mij echter het meest stoort is dat Mortier twee miljard frank wil uitgeven voor het Forum. Dat geld kan nuttiger besteed worden om de schulden van de stad Antwerpen terug te betalen. Dan kunnen ze daar eindelijk ‘goed besturen’. Maar dat zal niet gebeuren.

Peter Thomas, hoofd Bureau voor België, Europees parlement.,Guy Peeters, Schilde.,Peter Rottiers (e-mail).,Rinaldo Neels, Torhout.,Luc Gordts, Asse.,Chantal Van Bladel, Turnhout.,Naam en adres bij de redactie bekend.,Bea De Weirt, Heusden.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content