Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

Zaterdag spelen de Rode Duivels in Wales hun vierde wedstrijd in de voorronde van de wereldbeker. Henk Houwaart analyseert.

Wij lezen in Het Nieuwsblad graag de stukken van François Colin over, of zeg maar tegen, de Koninklijke Belgische Voetbalbond. De Çois gaat nog eens iets krijgen van die gasten van de Bond, zoveel is zeker. Waren wij zijn arts, wij zouden onze patiënt streng waarschuwen en een Spartaanse kuur voorschrijven. Gedaan met dat abonnement op Sportleven, de door hem persoonlijk geïmporteerde term ?Bobo? mag niet meer worden gebruikt, ook de eigen krant niet meer lezen, vooral geen Voetbal International, en Paul Verbrugghe mag niet langer komen overbrieven wat het Uitvoerend Comité nu weer heeft bekokstoofd.

U hebt er geen gedacht van wat voor ijlhoofden het daar op de Houba de Strooperlaan voor het zeggen hebben, en Çois maakt zich daar nu al een jaar of negen van week tot week nijdiger om. Heeft er al een boek over geschreven : ?Eeuwige amateurs.? Hierin tuimelen woorden als stuntelaars, sukkelaars, stumperds, broddelaars, klungelaars en klunzen op elke pagina over elkaar heen. Telkens slaan deze adequate omschrijvingen op leidende personaliteiten van de KBVB.

Hoe Çois er iedere keer in slaagt om toch nog een overtreffende trap te vinden bij alle afkeuring die hij al geventileerd heeft, is ons een raadsel. ?Dit kan niet langer.??Vijf voor twaalf.??Genoeg !??Grens is bereikt.??De maat is vol.??Emmer loopt over.??De schaamte voorbij.?

En dat was allemaal nog vóór het arrest- Bosman, vóór het ontslaan van Paul Van Himst en Wilfried Van Moer, vóór het afdanken van de pas aangeworven perschef, vóór de klucht met Philippe Leonard, vóór het gehannes met de kaarten van België-Turkije, vóór de Sabijnse trainersroof bij Moeskroen, vóór de vrije transfers voor amateurs, vóór de leugens over het televisiecontract, vóór het geknoei met LMP en met 1.200 kaarten voor België-Nederland, en vóór de prof- en de amateurliga met elkaar op de vuist gingen. Eerlijk gezegd denken wij soms dat ze het bij de bond met opzet doen. Om Çois te treiteren. Geloof ons vrij, en als u dit leest, is het misschien al zo ver : ook in Wales gaat weer iets gebeuren. Wij weten niet wat, maar Karel Vertongen bedenkt wel iets om Colin opnieuw de gordijnen in te jagen.

Wij, van onze kant, zijn op een middag in Harelbeke genoeglijk een praatje gaan maken met Henk Houwaart. Veel prettiger dan je te zitten opwinden. Wat denkt Henk van wat er zoal reilt en zeilt (Çois Colin : ?… van wat er allemaal misloopt…?) op onze velden ?

HENK HOUWAART : De competitie is boeiend maar mist kwaliteit. Het Belgische voetbal zoekt zijn heil te veel bij krachtige jongens die lang kunnen lopen. De vraag of ze kunnen voetballen, komt pas op de tweede plaats. Men zou veel meer moeten letten op techniek, souplesse, snelheid. De jeugd moet opnieuw oefenen zoals wij vroeger in het straatvoetbal deden. De bal tweehonderd keer in de lucht houden, of wedstrijdjes twee tegen twee op een heel kleine ruimte. Dat is veel nuttiger dan de Cooper-test. Ik ben 21 jaar trainer, ik heb nooit een Cooper-test gehouden. Bij het grote Ajax van vroeger waren de anderen na een bosloop al naar huis toen Cruijff aankwam, rochelend neerviel en een sigaret opstak. Rob Rensenbrink ging onderweg iets eten. Maar ’s zondags zag iedereen hun hielen.

Maar op Europees niveau kan alleen wie fysiek sterk is mee.

HOUWAART : Welnee. Snelheid, dat is de basisvereiste. Een sprinter is gevaarlijker dan een marathonman. Je moet topsnelheid in je ploeg hebben. En voor de rest is het recept al eeuwen hetzelfde : een goede mix. Daarom heb ik maanden geleden al voorspeld dat Lierse mee zou doen voor de titel. Daar heb je een goed uitgebalanceerd elftal : sterke beren, langlopers en snellopers, technisch begaafde spelers, slimme spelers, alles. En bovendien knapen die het publiek overeind krijgen : Huysmans, Zefilho, Haagdoren. Neem bij Anderlecht Zetterberg weg en er is niet veel meer te zien. Dat mag niet voor zo een club. Gelukkig hebben ze Bruno Versavel terug, en als de plooien weer worden gladgestreken en de blessures uitblijven, ook Marc Emmers. Die jongens hebben ideeën, zij maken het verschil tussen een middelmatige en een goede ploeg. De mannen van de flitsen moeten terug komen.

Onze topclubs, Club Brugge en Anderlecht, kunnen niet alleen van iedereen verliezen, ze doen het ook. Dat is niet goed voor het voetbal.

HOUWAART : Ze kunnen het hoofd niet bieden aan de financiële mogelijkheden in het buitenland, maar dat is niet alles. Het heeft ook met een falend aankoopbeleid te maken. Als je al twee linksbuitens hebt en je koopt er een derde bij, ben je verkeerd bezig. Je moet alleen zoeken wat je nodig hebt. Volgens mij loopt er in België genoeg talent. De kunst is de juiste man te ontdekken. Het is een gunstig teken dat Anderlecht het roer weer wil omgooien en grote namen met ervaring aankondigt. Je kan wel zeggen : ik kies voor de jeugd, die spelen dan twee of drie wedstrijden uitstekend maar ze houden het niet vol.

Anderlecht haalt Scifo terug, De Mos denkt aan Degryse. Dat zijn grote namen op hun retour.

HOUWAART : Voor Scifo en Degryse ga ik als voetbalkenner nog altijd naar het stadion. De manier waarop ze de bal opeisen, aannemen, controleren, kijken, doorspelen… dat is het kenmerk van de rasvoetballer. Mannen als Degryse maken de acties. Dat is een plezier om naar te kijken. Onder ons, als je het huidige Club Brugge ziet spelen, daar zit geen verrassing meer in. Op de goals van Spehar na. Iedereen weet hoe Club speelt. Als je fysiek in orde bent en je vangt ze behoudend op, hebben ze alle moeite van de wereld om te winnen. Ze missen klasbakken om die afweergordel open te breken. In mijn tijd speelden we met Club ook elke week tegen tien verdedigers. Maar ik kon een man voorbij, Raoul Lambert nam ze op snelheid en Pierre Carteus trapte een pas op de centimeter. Wij voetbalden zo een verdediging wel uit elkaar. Degryse kan dat ook.

Ondertussen gaat zijn carrière wel als een lawine bergaf.

HOUWAART : Een gevolg van verkeerde keuzes. Sheffield was geen ploeg voor hem en bij PSV hadden ze er al een stuk of vier voor zijn plaats. Kopen ze hem, en nadien Petrovic. Dat kan je doen als je geld genoeg hebt, maar een goed transferbeleid is het niet. Degryse is zeker niet versleten. Wij hebben zes maanden geleden een oefenwedstrijd tegen PSV gespeeld, ik wist meteen genoeg. Het is geen toeval dat ook De Mos zijn oog op hem laat vallen. Ik heb gelezen dat Marc graag nog eens bij een ploeg als Harelbeke en een trainer als Henk Houwaart zou spelen. Wel, hij is welkom. Het Belgisch voetbal heeft vedetten nodig.

Het grote gevaar voor onze clubs is dat iedereen die zich in de kijker speelt, onmiddellijk wordt weggelokt of weggekocht. De Mpenza’s zijn het bewijs.

HOUWAART : Daarmee moeten we leren leven. Zowel Lokonda als Mbo zijn jongens voor het buitenland. Als er een goed bod komt, is het in het belang van de club en van de speler om daar op in te gaan. Dan kan je wel stellen : ze moeten nog een jaartje rijpen in Moeskroen, maar als het geld er ligt, moet een profvoetballer het pakken. Als hij blijft en het volgend seizoen zijn been breekt, heeft hij niets. Maar voor de sportieve carrière kan het nefast zijn. Geoffrey Claeys is daar een voorbeeld van. Die heb ik bij Cercle gehad als jonge speler. Had veel lef, iets te weinig snelheid, kon er komen, maar was er nog lang niet. Hij is volgens mij te vroeg weg gegaan en te vroeg international geworden. Dan krijgt zo een jongen snel de indruk : mij kan niets meer gebeuren. Zes maanden later kan dat plaatje er heel anders uit zien. Het is beter elke week bij een iets mindere ploeg te spelen, dan bij een betere ploeg niet te spelen. Want zo komt hij er nooit.

Bij het begin van het seizoen werd geopperd dat de uittocht naar het buitenland het niveau van de nationale ploeg ten goede zou komen. Die voorspelling is niet uitgekomen.

HOUWAART : Het feit dat zelfs de betere Belgen al blij mogen zijn met een plaats op de bank, is een niet te negeren teken aan de wand. Er loopt te veel mis. De jeugd, zoals ik al zei, moet op techniek werken en niet op fysiek. Een technische voetballer kan op zijn twintigste kracht bij winnen, het omgekeerde is onmogelijk. En verder moeten we van het overaanbod aan buitenlanders af. Als de Belgen niet eens een kans krijgen in onze clubs, hoe wil je dan dat de nationale ploeg draait ? Er staat geen enkele Anderlechtenaar in de nationale ploeg, klagen ze. Natuurlijk niet, er staat nauwelijks een Belg in het eerste van Anderlecht. Het is vaak een financiële kwestie. Concurrentie met het buitenland en met het binnenland. Wat Alain De Clercq volgend seizoen krijgt bij Gent, kunnen wij hem niet bieden. Op de duur ben je verplicht onmiddellijk inzetbare buitenlanders te zoeken, of je moet met de jeugdploeg aantreden.

De transferperiode is in de praktijk tot het hele seizoen uitgebreid.

HOUWAART : Wat nu gebeurt, is belachelijk en heel slecht voor de geloofwaardigheid van onze competitie. Daar moet de bond toch tegen ingrijpen. Zowel voor spelers als voor trainers. Over twee weken is het Club Brugge-Moeskroen. Zie je het al voor je dat Club verliest ? Dan zou ik in de plaats van Broos mijn harnas maar meenemen en mijn oren dichtmetsen. De laatste speeldag is het Standard-Lierse. Stel dat Lierse een Europees ticket moet afdwingen. Of Standard, je weet maar nooit. Gaan Huysmans en Zefilho er dan voor zorgen dat ze het seizoen nadien niet Europees spelen ?

Het eerste post-Bosmanseizoen zit er bijna op. Er beginnen slachtoffers te vallen.

HOUWAART : Dat Bosmanarrest maakt een bestaand systeem kapot zonder een alternatief te geven. Het is een goede zaak voor toppers die einde contract zijn. Maar alle anderen zijn er de dupe van, want de kapitaalinjectie waar zij mee van konden profiteren, is weg. Neem ploegen als Cercle Brugge. Hadden ze een talentje lopen, konden ze dat verkopen en weer verder bouwen voor de toekomst. Dat was de sterkte van die clubs, maar die gaan er allemaal aan. Cercle heeft het al zitten. Ik hoor het ze graag zeggen dat ze volgend jaar weer terug zijn. Dat moet ik eerst zien. Geloof maar niet dat hun goede spelers een jaar in tweede gaan spelen. Die zijn weg. En velen zonder transfersom, daarvoor koop je niets in de plaats. Promoveren is niet zo eenvoudig. Ploegen als Deinze, Westerlo en Denderleeuw schud je niet zo maar af. Het voorbeeld van Beerschot is schrijnend genoeg.

Het ziet er naar uit dat de Rode Duivels in Wales met een noodploeg moeten aantreden.

HOUWAART :Leekens zal moeten puzzelen. Hij wil uitgaan van een vaste as en daar omheen zijn ploeg bouwen. Dat is een goed principe, hij heeft zowel sterke als snelle spelers ter beschikking. Maar als je as geen competitieritme heeft, kan je het vergeten. Het is uitgesloten om tegen Wales uit te pakken met Scifo, Degryse en Nilis.

En Oliveira speelt maar half en half.

HOUWAART : Inderdaad. Maar goed, die hoort volgens mij helemaal niet in het nationale elftal thuis. Oliveira is een schitterende voetballer maar hij is een Braziliaan, geen Belg. Hetzelfde met die Vidovic van Moeskroen, die in zeven haasten Belg moet worden. Dat is een aanfluiting. Er mag een beetje nationale fierheid zijn, niet ? Trouwens, Hein Van Haezebrouck is beter.

De vorige kwalifikatiematch tegen Nederland was een ramp.

HOUWAART : Omdat er geen balans in het elftal zat. Ik heb Wilfried Van Moer aangeboden om als sparringpartner voor de Rode Duivels een elftal van buitenlanders op te stellen. Dat was niet nodig blijkbaar. Wat een gemiste kans. Mag ik herinneren aan een gelijkaardig wedstrijdje dat we vijf jaar geleden tegen de ploeg van Paul Van Himst hebben gespeeld in Charleroi ? In voorbereiding van de interland in Tsjechoslovakije, ik liet mijn selectie met hetzelfde concept als de Tsjechen voetballen.

Je hebt ei zo na gewonnen ook.

HOUWAART : We stonden twintig minuten voor tijd met 1-2 voor, maar toen heb ik een paar wissels doorgevoerd en is het 3-2 geworden. Nu goed, die uitslag had geen belang. Maar wat was het resultaat ? Van Himst had geëxperimenteerd met zijn verdediging en had aan den lijve ondervonden waar het verkeerd liep. Dus stelde hij zijn ploeg bij en ging een week later met 1-2 winnen in Praag. Had Van Moer maar geluisterd.

Hoe komt het dat Philippe Albert, die wel een vaste plaats heeft in een echte topploeg, zich ook tegen Nederland weer niet kon opdringen ?

HOUWAART : Albert is een prima voetballer, maar hij moet tactische instructies krijgen. Volgens mij heeft Van Moer hem alleen gezegd : je speelt mee. Albert wist duidelijk niet wat hij moest doen. Stond linksback, wat moet hij daar ? Vroeger ja, toen kon hij negentig minuten de flank op en neer draven, maar zo speelt hij al in geen jaren meer. Albert moet centraal opereren, met een snelle libero naast hem. En laat hem dan maar een paar keer naar voren trekken. Tenminste, dat is mijn mening.

Leekens moet in Wales en Turkije twee kapitale matchen tot een goed einde brengen. Bij nul op zes staat de eerstvolgende interland met inzet pas in juni 2000 op het programma.

HOUWAART : Dat gegeven kende hij. Afgaan in Wales en Turkije zou rampzalig zijn voor het geloof in de nationale ploeg, en een dreun voor het Belgisch voetbal in zijn geheel. Er heerst veel welwillendheid rond de Rode Duivels, maar die blijft niet duren als ze telkens verliezen. Dan haalt de kritiek op het eind de bovenhand. Wales lijkt niet zo moeilijk, maar dat leek Noord-Ierland evenmin en het was 3-0. Tegen dat Britse voetbal moet je mannen met ideeën en met snelheid zetten. Vraag is of ze op dit moment beschikbaar zijn. Leekens heeft zeker geen gemakkelijke taak op zich genomen. Hij moet puin ruimen, nieuwe funderingen gieten en de muren optrekken. In een paar weken tijd.

De bond voert de jongste tijd geen al te best beleid rond de nationale ploeg.

HOUWAART : Alles wat ze doen, zijn beslissingen in nood. Het is altijd ingrijpen om een mankement te herstellen. Dat geeft een slechte indruk. Ik denk dat Michel D’Hooghe meer controle moet uitoefenen op de mensen die het onder hem voor het zeggen hebben. Dat vereist een betere interne communicatie. Bij Harelbeke zeggen we dat er een lijn moet lopen van de voorzitter tot bij de terreinknecht en omgekeerd. En ze moeten betere mensen aanstellen. Wilfried Van Moer is een schitterende vent, uitstekend speler geweest, maar als trainer had hij niets bewezen. En was bovendien al een tijdje uit het vak. Dat kan niet. Je moet voor de nationale ploeg een trainer hebben die tactisch heel sterk is. Tegenstander scouten, analyseren, sterke en zwakke punten ontleden, en daar een tactiek tegen uitstippelen waarvoor hij dan de juiste spelers selecteert. Meer moet hij niet doen. De bondscoach moet die jongens niet opleiden of fysiek klaar stomen, dat is allemaal al voor hem gedaan. Hij heeft ze voor het uitkiezen. Tactiek, daar komt het op aan voor een nationale ploeg.

Koen Meulenaere

Henk Houwaart : De bondscoach moet vooral tactisch sterk zijn.

Henk Houwaart : Voor spelers als Scifo en Degryse ga ik als voetbalkenner nog altijd naar het stadion.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content